Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank!
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis

Landbouwverslag 1879

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Versie door Pieter K (overleg | bijdragen) op 13 jun 2023 om 08:34
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
foto collectie Ties Vinken
foto collectie gemeente Deurne
foto collectie Anton Vissers
foto collectie LHE - Harrie Verberne
foto collectie familie Van Goch
foto collectie Jan van de Mortel - Hagelkruisweg
foto collectie LHE - Jan Goevaerts
foto collectie André van Zeeland
foto collectie Jan van de Mortel - Hagelkruisweg
foto collectie gemeente Deurne
foto collectie Kuunders Griendtsveenseweg

Het landbouwverslag 1879, dat de burgemeester van Deurne op 18 juli van dat jaar naar de commissaris van de koning in Noord-Brabant stuurde over de verwachtingen van de oogst en de toestand van het vee, gaf het volgende beeld:


  • De verwachtingen van de oogst waren niet ongunstig.
  • De rogge was over het algemeen niet dicht bezet en kort van stro.
  • De haver stond op de hogere gronden buitengewoon schoon en op de lagere gronden had die veel te lijden van de regen.
  • De zandboekweit was gedeeltelijk opgevreten door grondwormen of iets dergelijks en de verwachting was dat, wat er nog verder van stond, middelmatig verder zou opgroeien.
  • Het vlas op de hogere gronden stond opmerkelijk goed en op de lagere opmerkelijk slecht. Het koolzaad ontwikkelde zich in de lente aanvankelijk slecht. maar de verwachting was dat later het resultaat bevredigend zou zijn.
  • De aardappelen waren weelderig opgegroeid, maar door regen op de lagere gronden gaven die minder knol en meer loof.
  • Het was moeilijk om van de wortelgewassen al verslag uit te brengen; de opbrengst zou waarschijnlijk onder het gemiddelde blijven.
  • Van de boomvruchten schenen de perenbomen wat op te leveren, maar van het overige boomfruit viel niet veel te verwachten door de nachtvorsten.
  • De gezondheid van de veestapel liet niets te wensen over.[1]

Het definitieve landbouwverslag 1879 gaf het volgende beeld.

Algemene toestand - Voortdurend mogen wij van vooruitgang bij de landbouw gewagen. Alhoewel vooral in de laatst voorafgaande jaren het gebruik van vreemde mestspeciën, namelijk guano, zeer is verminderd en zeer gering is geweest, vermenen wij dat dit grotendeels wordt vergoed door aankoop van voeder.
De overvloedige regen heeft op de meeste alhier geteeld wordende vruchten een zeer nadelige invloed uitgeoefend en de oogst mag daarom beneden middelmatig worden genoemd. Mestspeciën blijven steeds de hoofdvereisten waarmee de landbouw alhier kan worden bevorderd. Jammer dat de vrachtprijzen het veroer van elders schadelijke stoffen in de weg staan.

Koop- en huurwaarde der landerijen - Bij openbare verkoop in 1879 hebben opgebracht 3.86.00 hectare bouwland 1.880 gulden en 2.17.00 hectare weiland 1.520 gulden. behlave 13 % voor omkosten.

Vee- en boterprijs - De gemiddelde prijs op de jaarmarkten gemaakt mag voor runderen veilig op 75 gulden worden geschat. De middelbare prijs der boter was 1,12 gulden per kilogram

Marktaanvoer - Op de twee jaarmarkten was de aanvoer van vee gemiddeld 107 stuks. Op de weekmarkt werden gedurende het jaar aangevoerd en verkocht 50.480 kilogram boter.

Veeartsen - In de gemeente is aanwezig een niet-gegradueerde veearts Antonius Smits, die in het bezit is ener vergunning zoals bedoeld wordt bij art. 15 der wet van 8 juli 1874 (Staatsblad no 98). Hij geniet noch provinciale noch gemeentelijke toelagen.

De invoer van meststoffen, vooral guano, is merkelijk verminderd als een gevolg der al te grote concurrentie, waardoor het vertrouwen is geschokt, dat mede heeft geleden door het algemeen gevoelen dat de mestspecie merkelijk in deugdzaamheid is verminderd.


Gewassen met opbrengsten in 1879
gewas hectaren opbrengst
rogge 775 12.400 hl
16 hl/ha
3.000 kilo stro/ha
haver 323 9.690 hl
30 hl/ha
2.700 kilo stro/ha
boekweit 130 1.560 hl
12 hl/ha
1.800 kilo stro/ha
erwten 19 190 hl
10 hl/ha
550 kilo stro/ha
aardappelen 210 16.800 hl
80 hl/ha
winterkoolzaad 46 736 hl
16 hl/ha
vlas 65 205 kg
7 hl zaad/ha
10,25 gulden/hl zaad
lijzaad 9 hl
tabak[2] - -
mangelwortelen 18 15.000 kilo/ha
wortels 25 160 hl/ha
wortels als ondervrucht 20 60 hl/ha
stoppelknollen 140
herfstspurrie 550
groen gemaaide klaver 60

Rogge - Bij het uitzaaien viel er veel regen en was het derhalve door de overvloedige nattigheid ongunstig weder. Het opgroeien was bevredigend. Evenwel is de opbrengst beneden middelmatig, vermoedelijk ten gevolge het natte weer bij het uitzaaien.

Haver - Uitgenomen de haver op te lage gronden genoot dezelve over het algemeen geregeld goed weer. De kwaliteit is dan ook goed en de opbrengst bevredigend.

Boekweit - Bij het uitzaaien was het weer goed. Op sommige percelen werd hij (naar het scheen door wormen) doorgevreten; alhoewel de reden niet is op te geven was ook de overgeblevene zeer slecht.

Veenboekweit - Door het buitengewoond regenachtig weer is er in het voorjaar niet kunnen worden gebrand en bijgevolg als het ware geen boetweit gezaaid.

Erwten - De erwten groeiden voorspoedig op, evenwel schijnt zich iets aan de bloem te hebben voorgedaan waardoor die stierf. De opbrengst was dientengevolge zeer gering.

Aardappelen - De aardappelen zijn door de nattigheid te laat kunnen worden gepoot. Alhoewel niet ongunstig opgroeiende viel de gewone ziekte in de volle bloei in en was de grote oorzaak waarom de opbrengst zeer gering en de kwaliteit slecht is.

Winterkoolzaad - In de lente stond dit zaad op sommige lage percelen te nat. Overigens geen op- of aanmerkigen.

Vlas - Is vrij goed opgewassen, doch in de bloei staande vertoonde zich een soort van rupsen waardoor het voor een groot gedeelte te vroeg is moeten worden geplukt.

Voedergewassen - De mangels en wortels hebben te veel regen gehad. De oogst viel te laat in waardoor de knollen en spurrie alsmede te wensen overlaten.

Wei- en hooilanden - Er was 960 hectare wei- en hooiand met een geschatte gemiddelde opbrengst van 4.000 kilo hooi per hectare. Geraamde gemiddelde opbrengst gehooide eimaat of 2de snede 2.200 kilogram.


Veestapel in Deurne en Liessel in 1879
Soort aantal
veulenmerries en (vermoedelijk) drachtige merries 17
veulens en paarden onder drie jaar 13
overige paarden 260
ezels en muilezels 1
springstieren 6
melkkoeien en melkvaarzen 1350
kalveren, pinken en hokkelingen 450
mestossen en ander mestvee 170
trekossen 120
schapen 1.450
aantal houders van schaapskudden op gemeenteweiden 39
uitgevoerde lammeren 400
geiten en bokken 390
varkens 760
in de loop van het jaar geboren, gemeste en geslachte varkens 280
kippen 2.000
eenden 70
bijenkorven 2.600
gemiddeld honinggewicht per korf 2,5 kg
gemiddeld wasgewicht per korf 0.5 à 0.75 kg
kiloprijs honing 0,60 gulden
kiloprijs ruwe bijenwas 0,90 gulden
Bronnen, noten en/of referenties
  • RHCe toegang 13180 Gemeentearchief Deurne 1813-1950 inv.nr. 98/4

  1. RHCe toegang 13180 Gemeentearchief Deurne inv.nr. 19/16 Uitgaande brieven van de burgemeester, brief nummer 55
  2. Bij gemis der nodige gegevens kunnen wij omtrent de tabaksteelt te Helenaveen geen verslag doen.