Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis
Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand.

Laurentius van Moorsel (ca 1680-1763)

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Versie door Fien Verrijt (overleg | bijdragen) op 18 sep 2020 om 18:26
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Laurentius van Moorsel
Persoonsinformatie
Volledige naam Laurentius van Moorsel
Roepnaam Laurens
Geboorteplaats Deurne
Doopdatum ca 1680
Overl.plaats Deurne
Overl.datum 14 april 1763
Partner(s) Petronella Manders
Beroep(en) landbouwer

Laurentius (Laurens) van Moorsel (ca 1680-1763) was landbouwer in Deurne.


Gezin[bewerken | brontekst bewerken]

Laurens werd rond 1680 in Deurne geboren als zoon van Paulus Frans Hendriks van Moorsel en Helena Aert Hendrik Jacobs. Zijn moeder was een nichtje van de bekende pastoor Gerard Jacobs.

Hij huwde op 23 februari 1716 in Deurne met Petronella Peterdr. Manders.

Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen geboren:

  1. Helena, (Deurne 1 juni 1716 - Deurne 13 november 1747).
  2. Wilhelmus, (Deurne 13 november 1717 - Deurne 29 oktober 1747).
  3. Paulus, (Deurne 29 september 1719 - Deurne 27 april 1744).
  4. Anna Maria, (Deurne 26 juli 1721 - Bakel 1 juli 1790). Zij huwde op 12 februari 1747 te Bakel met Christianus Welten (Bakel 24 oktober 1724 - Bakel 17 april 1769) en vestigde zich in Milheeze.
  5. Joannes, (Deurne 11 december 1723 -). Hij huwde met Catharina van der Zanden (1732 -).
  6. Petrus, (Deurne 26 september 1726 - Deurne 18 mei 1737).
  7. Petronella, (Bakel 12 januari 1729 -). Zij kreeg op 6 februari 1764 in Bakel een buitenechtelijke zoon genaamd Laurentius.

Kleine Bottel[bewerken | brontekst bewerken]

In 1718 huurde Laurens van Moorsel de hoeve de Kleine Bottel van Gerard baron van Leefdael. De huishuur zou half april ingaan en over de landerijen kon hij beschikken bloot aan de stoppelen, dat wil zeggen nadat de vorige huurder zijn oogst van het land had gehaald. De huur gold voor 6 jaar en bedroeg 70 gulden per jaar. De huurder moest jaarlijks 3 vijmen stro verdekken op het dak. De huurder moest jaarlijks, boven de hofdiensten die de naburen moesten doen, nog drie dagen met kar en paard voor de heer werken. Hij moest het huis goed en zorgvuldig bewonen en was aansprakelijk voor eventuele door hem of de zijnen veroorzaakte brand. Verder moest de huurder de hoeve en landerijen gebruiken zoals dat naar laatsrecht in Deurne gebruikelijk was, hij moest de gebouwen onderhouden "in luijken en lijmen". Laurens van Moorsel stelde tot zijn borgen Cornelis Peters van de Mortel en Peter Hermen Manders.

Derp[bewerken | brontekst bewerken]

Na het verstrijken van de huurtermijn van de Kleine Bottel ging hij in het Derp wonen. Dit blijkt uit een verklaring, die hij op 20 juli 1728 aflegde voor schepenen van Deurne. Hermanus Andries Kuijpers wilde in dat jaar namelijk gaan trouwen met Helena Smits en daar wilde Geertrui Wilberts van Eijck, de weduwe van Ansem Jansen, een stokje voor steken. Ze beweerde namelijk dat ze herhaaldelijk gemeenschap met hem gehad had in de schuur van Laurens van Moorsel. Ook zou hij haar meermalen trouwbelofte gedaan hebben. De ongeveer 40 jaar oude Laurens van Moorsel verklaarde op verzoek van Andries Kuijpers dat hij hem nooit in zijn schuur bij zijn huis in het Derp, of elders, bij Geertruij heeft zien slapen. En er was hem ook nooit geld geboden om dat te verzwijgen.[1]

Molenhof[bewerken | brontekst bewerken]

In 1735 woonde hij op een bouwvallige boerderij op het Molenhof waar hij probeerde de kost te verdienen voor zijn vrouw en zeven kinderen. De schepenen van Deurne verklaarden in dat jaar dat hij geboren was uit eerlijke ouders en dat hij een arme boer was. Hij hoefde vanwege zijn armoede geen hoofdgeld (belasting) te betalen.[2]

Hondenbeet[bewerken | brontekst bewerken]

Laurens van Moorsel reed in 1736 op zijn kar door Gemert, op weg naar huis, toen hij door een grote hond van de kar gesleurd en toegetakeld werd. De Gemertse chirurgijn Konings moest Van Moorsel weer oplappen en dat kostte het slachtoffer een soevereijn ter waarde van 15 gulden. Uiteraard verhaalde Van Moorsel deze kosten bij Cornelis Tielemans, de Gemertse hondeigenaar. Maar daarnaast eiste hij nog 6 vaten rogge, 3 vaten boekweit en een rijksdaalder, omdat hij enige tijd niet had kunnen werken. Maar de eigenaar van de hond vond dat Laurens zich aanstelde en de situatie uitbuitte. Bovendien was hij van mening dat de aanval van de hond wel zou zijn uitgelokt door Van Moorsel en dat het dus allemaal zijn eigen schuld was.[3]

Bronnen, noten en/of referenties
  1. 20-7-1728 Deurne Recht.Arch. inv.nr. 127 folio 198
  2. 15-6-1735 Deurne Recht.Arch. inv.nr. 129 folio 182 verso
  3. Met dank aan Simon van Wetten voor de beschikbaarstelling van de gegevens uit het rechterlijk archief van Gemert.pk