Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Mathias Cuijpers (1789-1838)
Mathijs Kuijpers | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Mathias Cuijpers | |
Roepnaam | Mathijs | |
Geboorteplaats | Deurne | |
Doopdatum | 7 augustus 1787 | |
Overl.plaats | Deurne | |
Overl.datum | 31 mei 1838 | |
Partner(s) | Francisca Baumans (1787-1861) | |
Beroep(en) | wever |
Mathias )Mathijs, Mattijs, Mathieu) Cuijpers (Kuijpers) (1787-1838) was wever in het centrum van Deurne.
Mathijs was een zoon van Godefridus Cuijpers (1747-1825) en Engelberta Cornelisse (1754-1796).
Hij huwde op 24 februari 1816 in Deurne met de spinster Francisca Baumans (Bouwmans), (Deurne 27 november 1787 - Deurne 27 februari 1861), dochter van Theodorus Willems (1755-1800) en Francisca Martens (1754-1820).
De volgende kinderen werden uit dit huwelijk geboren:
- Engelina Kuijpers, (Deurne 12 mei 1817 - Deurne 2 juli 1887). Zij huwde met Petrus Pluijm (1807-1867).
- Godefridus Kuijpers (Goort), (Deurne 11 juni 1822 - Deurne 18 april 1853). Hij was wever en bleef ongehuwd.
- Dorothea Kuijpers, (Deurne 28 oktober 1825 - Deurne 30 mei 1883). Zij huwde met Johannis Hermans (1832-1915).
Onroerend goed van Mathijs Kuijpers | ||||
---|---|---|---|---|
Benaming | Kad.sectie | Soort | Oppervlak m² | |
de Nieuwe Erven | B 299 | bouwland | 2.930 | |
het Kerkeind | E 15 | huis, schuur en erf | 120 | |
idem | E 16 | moestuin | 170 |
Bij de volkstelling van 1829 woonde hij met zijn gezin op het adres Kerkeind 166. Het naastgelegen adres Kerkeind 165 was onder hetzelfde dak en daar woonden zijn halfzus Maria Cuijpers en zijn zwager Leendert Flerks.
Bij de volkstelling van 1839 was zijn woonadres Kerkeind 155. Hij woonde ongeveer ter hoogte van het tegenwoordige adres Stationsstraat 4a.
Op 8 augustus 1866 verdeelden zijn dochters en schoonzonen de nagelaten en tot dan ongescheiden boedel. Het huis en tuin sectie E 15 en E 16 ter waarde van 400 gulden ging daarbij naar Pieter Pluijm. Johannes Hermans ontving uit de erfenis een geldbedrag van 400 gulden.