Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Cornelis Smits (1902-1964)
Karel Smits | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Cornelis Smits | |
Roepnaam | Karel | |
Geboorteplaats | Vlierden | |
Geboortedatum | 19 september 1902 | |
Overl.plaats | Vlierden | |
Overl.datum | 24 maart 1964 | |
Partner(s) | Petronella Johanna Leenen (1907-1993) | |
Beroep(en) | metselaar |
Cornelis (Karel) Smits (1902-1964) uit Vlierden was metselaar en werd tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers enkele maanden gevangen gehouden omdat hij weigerde de namen te noemen van een aantal Vlierdenaren, die stukken van een neergekomen sperballon hadden meegenomen.
Karel was een zoon van de landbouwer en herbergier Francis Smits (1873-1928) en Maria Jacoba Goossens (1870-1936).
Hij huwde op 5 februari 1929 in Asten met Petronella Johanna (Nelleke) Leenen, dochter van Johannes Leenen (Asten 1863-1944 Helmond) en Johanna Damen (Liessel 1863-1933 Asten).
Uit dit huwelijk werden onder meer geboren:
- Franciscus Johannes (Frans), (Vlierden 6 februari 1930 - Duisburg (D) 16 december 1987). Hij huwde met Hendrica Gertruida Wismans (1932-1989).
- Johannes Franciscus (Jan), (Vlierden 12 april 1931 - Eindhoven 17 juli 2012). Hij huwde met Petronella Adriana Maria (Nel) Proenings.
- Maria Johanna,
- Johanna Maria,
- Wilhelmus Gerardus Elisabeth,
- Martinus Johannes Petrus, (Vlierden 15 december 1939 - Vlierden 6 januari 1941).
- Maria Antonia.
- Adrianus Johannes Matheus, (Vlierden 1945 - Helmond 12 augustus 1945).
Op 12 november 1943 kwam er op een weiland aan de Astenschedijk onder Vlierden een sperballon naar beneden. Met sperballonnen probeerden de Duitsers het geallieerde vliegverkeer te hinderen. Er ontstond in die tijd gebrek aan allerlei zaken en daarom werd door de omwonenden, waaronder Karel Smits, het materiaal, voornamelijk draad en rubber, gretig verzameld en mee naar huis genomen. Toen de Vlierdense opperwachtmeester Van den Heuvel en wachtmeester Van de Vorst ter plekke aankwamen bleek alles al verdwenen te zijn.
Waarschijnlijk door verraad werd vervolgens onder meer de woning van Karel Smits door de politieagenten doorzocht en werden er restanten van de sperballon gevonden. Daarvan werd een proces-verbaal opgemaakt dat met de gevonden restanten opgestuurd werd naar de Ortscommandant te Helmond.
Het gevolg was dat Karel een maand later, in de nacht van 9 op 10 december 1943 op last van de Sicherheitsdienst werd gearresteerd, mede op verdenking van het helpen van neergehaalde piloten en het verduisteren van geallieerde documenten.[1] Hij werd overgebracht naar de gevangenis aan het Wolvenplein in Utrecht. Daar werd hij flink gemarteld om ook de namen van de andere helers los te kunnen krijgen, maar Karel bleef zwijgen.
Aanvankelijk zat hij alleen in een cel maar na enkele weken kreeg hij een celgenoot, ene Siep van Rijs uit Utrecht, die voor zijn ondergronds verzetswerk verraden was. Na de oorlog was er nog herhaaldelijk schriftelijk contact tussen deze celgenoten.
Wekelijks stuurde zijn vrouw hem een pakketje met rook- en etenswaren. Zij werd daarbij materieel ondersteund door de buurtgenoten, die misschien bang waren om zelf verraden te worden en die de ernstige situatie van een alleenstaande moeder met een groot gezin inzagen.
Nelleke was in die tijd hoogzwanger en Karel stelde alles in het werk om tijdelijk vrij te komen. Zelfs ging hij zo ver dat hij een bedrag van 400 gulden als borgsom betaalde. Hij zat nog in de gevangenis toen op 26 januari 1944 zijn jongste kind geboren werd. Het lukte hem uiteindelijk om, op 24 maart 1944 tijdelijk vrij te komen, want hij moest zich een maand later, op 26 april, weer in de gevangenis melden. Eenmaal teruggekeerd naar Vlierden dook hij onder tot het einde van de oorlog.
Zijn gevangenschap en martelingen zorgden er wel voor dat hij als blijvend invalide uit de oorlog kwam. Tot overmaat van ramp werd bij de bevrijding van Vlierden zijn woning grotendeels vernield waardoor die tijdelijk onbewoonbaar werd. Hij woonde op het adres Astenschedijk V.42A, later achtereenvolgens gewijzigd in Astenseweg 25 en Vlierdenseweg.
Bronnen, noten en/of referenties
|