Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Leonardus Franciscus van Ooij (1913-1977)
Leonardus Franciscus (Leo) van Ooij (1913-1977) was ongeveer een halve eeuw spoorwegbeambte waarvan gedurende twintig jaar als stationschef in Deurne.
Leo was een zoon van Hendricus van Ooij (1873-1948) en Francisca van de Mortel (1875-1968).
Hij kreeg kort na de oorlog kennis met Riek Wouters (Deurne 2 januari 1919 - Arnhem 25 juni 2007), dochter van Johannes Henricus Wouters (1882-1958) en Johanna Elisabeth van den Hurk (1883-1954). Ze trouwden in 1948.
Ze kregen drie kinderen:
- Henk
- Annelies
- Franca
Na hun huwelijk woonden ze aanvankelijk eerst in bij zijn moeder, Vlierdenseweg 6 in de Sint-Jozefparochie. Later verhuisden Leo en Riek naar het station in Deurne omdat hij, als opvolger van Adrianus de Groot (1896-1978), een aanstelling kreeg als stationschef.
Zij namen hun intrek in de dienstwoning op de bovenverdiepingen van het monumentale stationsgebouw. In die tijd had hij de leiding over een personeelsbestand van vijftien mensen. Onder zijn supervisie geschiedde het in- en uitrangeren van goederenwagons op het rangeerterrein, werden de wissels bediend en de kaartjes verkocht en geknipt.
Voor en vlak na de Tweede Wereldoorlog nam het goederenvervoer een belangrijke plaats in bij de spoorwegen. Deurne was het centrum van de Peel, die stro voortbracht, bestemd voor het buitenland. Mijnhout afkomstig uit de Ripse bossen dat per trein werd vervoerd naar de mijnen voor de steenkoolwinning in Limburg, en met name ook turf en turgstroosel dat middels het spoorwegennet zijn bestemming vond.
Goederentreinen konden in die tijd op het rangeerterrein op een zijspoor gezet worden om goederenwagons via het goederen los- en laadstation te laden en te lossen. Het goederenvervoer maakte toen van Deurne binnen het peelgebied een bloeiend handelscentrum.
Een van de gevolgen van het wegvallen van het goederentransport in Deurne was voor stationschef Leo van Ooij een vereenvoudiging van zijn leidende taak. Het personeelsbestand werd teruggebracht tot acht en toen de Nederlandse Spoorwegen een verdere modernisering en automatisering doorvoerde zelfs tot zes. Deze automatisering betrof met name de beveiliging van de spoorwegovergangen en de bediening van de wissels.
Leo van Ooij was twintig jaar stationschef in Deurne en ook een aantal jaren in Horst. Deze functie kwam te vervallen toen de Spoorwegen de rayons invoerde en de zaken in Deurne vanuit Eindhoven door een rayonchef liet regelen.
In zijn nieuwe functie gaf Leo van Ooij in verschillende steden in Nederland aan spoorwegpersoneel cursussen. Hij gaf les in veiligheidsvoorschriften, wettelijke bepalingen en goederen- en reizigersvoorschriften. Informatrices en conducteurs werden door hem opgeleid.
Hij bleef met zijn gezin in Deurne wonen en was in het verenigingsleven onder meer actief als voorzitter van de Jeugdnatuurwacht en van het parochieel missiecentrum.
Op Koninginnedag 1971 kreeg hij voor zijn langdurige en bijzondere verdiensten voor de gemeenschap de Eremedaille in goud in de Orde van Oranje-Nassau .