Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Philippus Laheij (1869-1971)
Philippus Laheij | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Philippus Laheij | |
Geboorteplaats | Kerkdriel | |
Geboortedatum | 29 januari 1869 | |
Overl.plaats | Kerkdriel | |
Overl.datum | 15 februari 1971 | |
Partner(s) | Maria Hendrika Kerkhof (1869-1926) | |
Beroep(en) | commissionair, mandenfabrikant | |
Gedachtenisprent | NBA man |
De mandenfabrikant Philippus Laheij (1869-1971) woonde van november 1923 tot in de zomer van 1924 in het pand Stationslaan 3.
Philippus was een zoon van Hendrikus Laheij (Driel 1837-1910 Driel) en Christina van Liempt (Driel 1841-1908 Driel).
Hij huwde op 22 mei 1901 in Dinther met Maria Hendrika Kerkhof, (Dinther 21 januari 1869 - Asten 15 juli 1926), dochter van Adrianus Kerkhof (Schijndel 1821-1901 Dinther) en Helena van de Ven (Dinther 1824-1884 Dinther).
De volgende kinderen werden uit dit huwelijk geboren:
- Hendrikus Adrianus Leonardus Maria, (Kerkdriel 9 mei 1902 - 1972)
- Adrianus Christianus Leonardus Maria, (Kerkdriel 20 juli 1904)
- Christianus Leonardus Theodorus Hendrikus, (Kerkdriel 22 augustus 1905)
- Helena Christina Catharina Maria, (Kerkdriel 15 februari 1908)
- Philippus Hendrikus Adrianus Maria (Flip), (Kerkdriel 18 januari 1909). Hij was in 1924 leerling van de Sint-Henricusulo.
Na het overlijden van zijn eerste vrouw hertrouwde Philippus op 18 juni 1936 in Asten met Geertruida Johanna Helmer, (Apeldoorn 27 juni 1872 - Maasdriel 22 november 1956), dochter van Pieter Helmer (Wormerveer 1843-1916 Huissen) en Grada Wijnhuis (Deventer 1847-1889 Deventer). Zij was weduwe van Adrianus Johannes Verlegh (Ginneken en Bavel 1859-1935 Ginneken en Bavel).
Bij zijn eerste huwelijk was Philippus Laheij commissionair van beroep.
Hij woonde voor zijn komst naar Deurne in Den Bosch waar hij rieten meubelen verkocht. Tevens was hij fabrikant van een mandenmakerij in Kerkdriel. Daar werkten zo'n 20 werknemers die eind augustus 1923 hun ontslag kregen. In het voorjaar en de zomer van 1923 kondigde hij in advertenties de uitverkoop aan van diverse soorten rietmeubelen aan de Havensingel 32-33 in Den Bosch. Hij vestigde zich eind november 1923 met zijn gezin in Deurne in het pand Stationslaan 3, dat hij op 2 november 1923 voor 10.500 gulden had gekocht van architect Cor Roffelsen.
Op 23 juni 1924 vertrok het gezin naar Asten. Op 11 september 1924 werd hij door de arrondissementsrechtbank van Roermond failliet verklaard. Als curator werd aangewezen mr. F.J.M. Nederveen, Het uitgesproken faillissement werd gepubliceerd in de Nederlandsche staatscourant van 24 september 1924. Ph. Lahey woonde toen in Asten en was directeur der N.V. Astensche Teenhout-Cultuur en -Industrie "Astein".
Zijn huis en tuin werden op 17 november 1924 bij een publieke verkoop in de herberg van Jean Goossens bij het station door notaris De Leeuw in opdracht van de curator van Laheij voor 7.300 gulden verkocht. Koper was Abraham Smeelen, die handelde in opdracht van het Griendtsveense hoofd der school Adrianus Hoefnagels.
Laheij bereikte de respectabele leeftijd van 102 jaar.