Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Peter Martinus Renier Poels (1895-1978)
Peter Martinus Renier (Peter) Poels (1895-1978) was agrarische voorman en landbouwer op de Sint-Joseph-hof aan de Sint Jozefstraat.
Peter was een zoon van Lambertus Poels (1855-1926) en Petronella Teeuws (1856-1925). Zijn ouders waren afkomstig van Venraij.
Hij huwde op 19 mei 1924 te Venraij met Anna Geertrui Janssen, (Venraij 2 oktober 1895 - Deurne 23 maart 1974), dochter van Martin Janssen (1848-1917) en Anna Geertrui Jeucken (1855-1911). Haar ouders kwamen ook van Venraij.
In Venraij werden de eerste vijf kinderen geboren. Na zijn vertrek uit Venraij in 1928, ging hij in Deurne wonen waar nog minstens zes kinderen geboren werden:
- Gertruda Petronella Paulina (Truus - zuster Patricia), (tweeling) (Venraij 2 april 1925)
- Lambertus Martinus (Lambert), (tweeling) (Venraij 2 april 1925 - 21 september 2006), ongehuwd.
- Martinus Renier Wilhelm, (tweeling) (Venraij 2 juli 1926)
- levenloos kindje, (tweeling) (Venraij 2 juli 1926).
- Petronella Jacoba, (Venraij 24 september 1927)
- Johannes Lambertus, (tweeling) (Deurne 7 januari 1929)
- levenloos kindje, (tweeling) (Deurne 7 januari 1929).
- Anna Mathea, (Deurne 3 oktober 1930)
- Maria Petronella Wilhelmina, (Deurne 11 maart 1932)
- Paula Gertruda, (Deurne 25 januari 1934 - 's Hertogenbosch 21 mei 1979), huwde Johannes Hubertus van Tilburg.
- Josephina Gerarda Theresia, (Deurne 25 september 1938)
Als jonge agrariër zat hij al in het agrarisch verenigingsleven. Na zijn verhuizing naar Deurne in 1928 bleef hij een rol van betekenis spelen in het katholieke organisatiewezen voor de agrarische sector.
Hij had van 1947 tot 1961 zitting in het bestuur van de Boerenbond Deurne en was vanaf 1949, bijna vijftien jaar lang, secretaris van deze bond. Vanwege zijn jeugdervaringen werd hij in het bestuur in het bijzonder belast met de contacten met de jonge boeren. Die taak vervulde hij met veel verve: de agrarische jeugd had, als de toekomst van de boerenstand, steeds zijn hart. Als secretaris van Boerenbond Deurne heeft hij een flink stuk van de naoorlogse ontwikkeling van de Deurnese boerenstand meegemaakt en begeleid.
Als boer met praktisch inzicht hechtte hij grote waarde aan een bekwame begeleiding van de rundveehouderij; daarvandaan zijn ijveren voor het Veefonds. Hij wees bijvoorbeeld op het belang van een instelling als het Landbouw-Economisch Instituut. In de Broederschap van de Goddelijke Zaligmaker, die ijvert voor de Paardenbedevaart naar Hakendover in België, zag hij een geschikte verbinding van de paardenhouderij en ruitersport met de Christelijke traditie; jarenlang was hij een van de contactpersonen van deze bedevaart in de gemeente Deurne. Hij had verder zitting in de Agrarische Contactcommissie en de commissie voor het Land- en Tuinbouwblad.
Als katholiek verenigingsman was Poels steeds principieel. Als het niet heel hard nodig was, zo vond hij in een ledenvergadering van de Deurnese Boerenbond, moesten de boeren op zondag geen melk aan de fabriek leveren. Dat was geen kleinzielige bedilzucht maar kwam voort uit zijn geloofsovertuiging: ook de boeren moesten de dag des Heren heiligen. Als voorman van de katholieke boerenorganisatie en -coöperatie was hij een groot bewonderaar van pastoor Roes.
Als diepgelovig man stelde Peter Poels zelf zijn gedachtenisprentje op. „Almachtige en barmhartige God", zo schreef hij in de aanhef, „ik wil U danken, loven en prijzen voor alles wat moeder en ik van U mochten ontvangen en ik bid U: neem mij op in Uw heerlijkheid."