Hendricus Manders (1859-1937)

Hendricus Manders
Persoonsinformatie
Volledige naam	Hendricus Manders
Geboorteplaats	Deurne
Geboortedatum	24 juni 1859
Overl.plaats	Deurne
Overl.datum	13 januari 1937
Partner(s)	Johanna Catharina Meulendijks (1866-1919)
Beroep(en)	landbouwer

Hendricus Manders (1859-1937) was landbouwer aan de Langstraat in Deurne.

Hij was een zoon van de Deurnese landbouwer Pieter Manders (1822-1906) en Joanna Heesmans (1816-1865). Zijn beide ouders waren in Deurne geboren.

Hij huwde op 31 januari 1891 in Deurne met Johanna Catharina Meulendijks (Vlierden 13 oktober 1866 - Deurne 20 augustus 1919), dochter van de landbouwer Johannis Meulendijks (1839-1917) en Catharina Smits (1839-1880). Haar beide ouders kwamen van Vlierden.

Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen geboren:

1. Johanna Catharina, (Deurne 6 februari 1892 - Amsterdam 3 september 1942). Zij huwde met Martinus Mennen (1890-1982).
2. Cornelis, (Deurne 11 december 1893 - Deurne 26 november 1969), landbouwer. Hij huwde met Francisca Jacobs (1897-1953).
3. Petronella, (Deurne 15 december 1896 - Deurne 8 juli 1985). Zij huwde met Franciscus van der Heijden (1895-1966).
4. Johanna Maria, (Deurne 7 februari 1899 - Deurne 26 maart 1973). Zij huwde met Johannes Henricus Kuunders (1897-1955).
5. Francisca, (Deurne 4 april 1902 - Deurne 31 juli 1985). Zij huwde met Johan van der Heijden (1899-1968), een jongere broer van haar zwager Franciscus van der Heijden.
6. Josephina, (Deurne 22 maart 1906 - Deurne 5 juli 1983). Zij huwde met Leo Mennen (1910-2007).
7. Paulina Catharina Maria, (Deurne 4 mei 1908 - Deurne 22 december 1979). Zij huwde met Hendricus Aarts (1903-1986).

Ter onderscheiding tussen de vele dragers van de naam Hen(d)ricus Manders werd bij hun naam de voornaam van vader toegevoegd. Hij werd dus aangeduid als Hendricus Manders Peterzoon. Hij woonde aan de Langstraat op het adres A.129 dat achtereenvolgens wijzigde in B.285 en D.54.

Kort voor zijn overlijden verkocht Adriaan Welten, samen met zijn kinderen, in hotel De Zwaan op 16 april 1907 in het openbaar zijn boerderij. Hendricus Manders kocht bij die gelegenheid voor vierhonderd gulden een perceel bouwland ter grootte van 0.68.80 hectare.

Op 5 juni 1907 vond de boedelscheiding plaats van de nalatenschap van zijn in 1906 overleden vader. Het geheel, dat eigendom werd van zijn broer Willem, werd getaxeerd op 2.800 gulden. Hendricus mocht daarvan dus een derde deel aan contant geld ontvangen.

Op 4 november 1912 verkocht hij voor tweehonderd gulden een perceel bouwland en hakhout ter grootte van een halve hectare aan Theodore baron de Smeth van Deurne.

Op 26 april 1917, ruim een maand na het overlijden van zijn schoonvader vader, werden een deel van diens nagelaten goederen geveild in de herberg van Hein van der Heijden. Op 15 februari 1918 verdeelde de familie de nog niet verkochte goederen onderling ten overstaan van notaris De Leeuw.

Op 26 maart 1923 verkocht hij, mede als voogd over zijn twee nog minderjarige jongste dochters en met toestemming van zijn overige kinderen, voor tweehonderd gulden een perceel bouwland aan Antonius Hoebergen.

Waarschijnlijk is hij identiek met de Henricus Manders die op 31 juli 1911 deel uitmaakte van het bestuur van de Haageindse boterfabriek, toen dat fabriek verkocht werd aan Theodore baron de Smeth van Deurne.