Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Antonij Martens (1831-1879)
Antonij Martens | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Antonij Martens | |
Roepnaam | Antoon | |
Geboorteplaats | Deurne | |
Geboortedatum | 4 oktober 1831 | |
Overl.plaats | Deurne | |
Overl.datum | 16 februari 1879 | |
Partner(s) | [[PersoonPartner(s)::Johanna van den Konijnenberg (1833-1903)]] | |
Beroep(en) | wever, dagloner |
Antonij Martens (1831-1879), bijgenaamd Boeren, was een Deurnese wever en dagloner.
Martens werd geboren te Deurne als zoon van de linnenwever Paulus Martens (1795-1849) en diens echtgenote Gijsberdina Corstiaans (1799-1855). Antonij was de vijfde van hun acht kinderen. Op 10 juli 1857 te Deurne huwde Antonij met Johanna van den Konijnenberg, (Deurne, 26 maart 1833 - Deurne, 22 januari 1903), dochter van de militair en wever Joannes van den Konijnenberg (1807-1883) en Henrica van Hout (1807-1875). Zij woonden op het adres Derp B.44 en later op Wasberg A.26b. De verhuizing van het Derp naar de Wasberg vond plaats tussen 23 augustus 1867 en 30 maart 1871.
Uit dit huwelijk werden zes kinderen geboren:
- Gordina, (Deurne, 22 april 1858 - Helmond, 3 maart 1941), gehuwd met Cornelis Martens (1851-1885) en Johannis van de Ven (1857-1908).
- Poulus, (Deurne, 27 juni 1862 - Deurne, 24 oktober 1921), ongehuwd.
- Johannes, (Deurne, 12 januari 1864 - Deurne, 24 juli 1937), gehuwd met Petronella van den Berg.
- Petrus, (Deurne, 26 augustus 1865 - Deurne, 29 oktober 1926), gehuwd met Jacoba van Hout (1874-1950).
- Hendrina, (Deurne, 22 augustus 1867 - Deurne, 12 november 1954), gehuwd met Leonard Honings (1869-1963).
- Henricus, (Deurne, 29 maart 1871 - Crowle (Schotland), 1 september 1899), gehuwd met Johanna Maria Strijbosch.
Antonij Martens werd een aantal maal veroordeeld voor strafbare feiten. Op 7 juni 1859 riep hij op de openbare weg schelm naar Antonius de Louw (1810-1867), en beschuldigde diens zuster Anna Maria de Louw (1805-1877) van het stelen van een hemd uit de kast van zijn woning. Voor de beschuldiging van Anna Maria werd hij veroordeeld tot 14 dagen cel en 14,40 gulden boete.[1] Antonij en zijn vrouw werden in december 1860 veroordeeld voor het sprokkelen van dorre dennennaalden en hout uit het bos van de oud-burgemeester Jan Willem van de Mortel (1795-1863) op 7 november. Zij moesten hiervoor één dag in de cel zitten en 7,80 gulden betalen.[2]
Bronnen, noten en/of referenties |