Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank!
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis

Johannes Bernardus Maria Raphaël Hanlo (1912-1969)

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Versie door Theo V (overleg | bijdragen) op 14 jan 2015 om 07:51
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Jan Hanlo
16.379.jpg
Foto: collectie gemeente Deurne
Persoonsinformatie
Volledige naam Johannes Bernardus Maria Raphael Hanlo
Roepnaam Jan
Geboorteplaats Bandung
Geboortedatum 29 mei 1912
Overl.plaats Maastricht
Overl.datum 16 juni 1969
Beroep(en) dichter, schrijver
Jan Hanlo met zijn grootvader van moeders kant Dokter Crobach. Foto circa 1920.
Deelnemers aan de Kindsheidoptocht Deurne in 1923, met bovenaan in het midden Jan Hanlo verkleed als Jezus. Foto collectie familie Van Beek

Jan Hanlo (1912-1969) was een in Deurne opgegroeide dichter en schrijver.

Afkomst en Gezin

Jan Hanlo was een zoon van de voorzitter van de landraad bij de Inlandse rechtbank in Bandoeng in Nederlands Oost-Indië, Bernard(us) Josephus Maria (Han) Hanlo (1878-1951) [1] en van Anna Lucretia Gerarda Maria (Dollie) Crobach (1886-1958), dochter van de Deurnese gemeentearts Sjeng Crobach. Zijn ouders waren op 1 september 1909 te Deurne gehuwd. Jan had vermoedelijk een ouder, doodgeboren zusje, dat in 1910 in Bandung geboren moet zijn. Nog in het jaar van zijn geboorte gingen zijn ouders uit elkaar en kwam zijn moeder met Jan terug naar Deurne, waar hij werd opgevoed door zijn moeder en grootouders en een gelukkige jeugd beleefde. Hij woonde in bij zijn grootvader Pieter Jan Hubert Crobach, gemeentearts te Deurne, en grootmoeder Lucretia Anna Maria Crobach-Fenseling, in landhuis Rozenberg op de hoek van de Stationsstraat en de Lagekerk.

Opleiding

Jan bezocht de lagere jongensschool aan de Visser. Hij heeft er zowel de eerste- als de plechtige communie gedaan. Samen met Caspar Peerbooms (1911-1992) ging hij een jaar naar de school van meester Hoefnagels in de Sint-Jozefparochie om zich voor te bereiden op zijn vervolgstudie. Na de lagere school ging hij naar de HBS in Helmond, het Carolus Borromeuslyceum. Op 24 februari 1927 werd hij daar uitgeschreven wegens verhuizing naar Limburg waar hij zijn HBS studie vervolgde aan het Bernardinuscollege te Heerlen. Vervolgens haalde hij in Utrecht aan de Universiteit voor de journalistiek de akte M.O.-A Engels en verder nog het aanvullend staatsexamen Grieks en Latijn B. Hij studeerde daarna psychologie in Amsterdam. Mede door de Tweede Wereldoorlog werd deze studie afgebroken en werkte hij 5 jaar bij een Handelsinstituut in Amsterdam als leraar Engels. In 1944 begon hij met af en toe een vers te maken, waarvan er een aantal geplaatst zijn in ‘Criterium’, ‘Apollo’, ‘Roeping’, ‘Zuidenwind’en ‘Libertinage’. Met moderne stromingen in de kunst kwam hij reeds betrekkelijk vroeg in aanraking, omdat zijn moeder in Deurne geabonneerd was op ‘De Gemeenschap’ en bevriend was met de schilder Otto van Rees (1884-1957).

Algemeen

Op 10 maart 1927 verhuisde Hanlo, samen met zijn moeder, naar het Limburgse Broekhem bij Valkenburg waar ze in villa "Sole Mio" gingen wonen. In 1942 voerde een studie psychologie hem naar Amsterdam. Tot 1958 woonde hij voornamelijk in die stad. Ziekte van zijn moeder deed hem echter besluiten definitief naar Broekhem terug te keren. Na haar overlijden bleef hij tot zijn dood in 1969 in Broekhem wonen, in het portiershuisje van de Volkshogeschool Geerlingshof (feitelijk 1 kamer).

Hanlo wordt wel tot de Vijftigers gerekend, maar hij was binnen dat gezelschap een buitenbeentje, zoals hij eigenlijk op ieder gebied een buitenbeentje was.

Vanaf 1944 schreef Hanlo gedichten, waarvan met name Oote de aandacht trok. Dit klankgedicht (Hanlo sprak zelf van 'kinderbrabbeltaal') verscheen in 1952 in het door het rijk gesubsidieerde tijdschrift Roeping. Het blad Elsevier besteedde daar aandacht aan en het VVD-Eerste Kamerlid W.C. Wendelaar stelde vervolgens Eerste Kamervragen over de subsidie aan het blad dat Hanlo's 'infantiel gebazel' publiceerde. Dat leverde de nodige publiciteit op.

De rest van Hanlo's oeuvre is over het algemeen minder avant-gardistisch dan Oote. Schoonheid en (kinderlijke) onschuld zijn terugkerende thema's. Vanaf het einde van de jaren vijftig legde hij zich vooral toe op proza.

Hanlo's bescheiden oeuvre werd postuum uitgebreid met onder meer Zonder geluk valt niemand van het dak, dat handelt over de periode in 1947 toen hij wegens een psychose was opgenomen in een psychiatrische kliniek. Ook verscheen het brievenboek Go to the mosk, waarin vooral zijn pedofiele geaardheid aan bod komt. Eind jaren zestig voerde die geaardheid hem naar Marokko, waar men volgens Hanlo wat makkelijker over die dingen dacht. Hij kreeg een relatie met de dertienjarige Mohamed en nam de jongen mee naar Nederland. Mohamed werd echter alweer snel naar Marokko uitgewezen. Twee weken later, op 14 juni 1969, botste Hanlo met zijn Vincent Rapide motorfiets in Berg en Terblijt tegen een plotseling van richting veranderende landbouwtractor. Hanlo overleed twee dagen later in een ziekenhuis te Maastricht aan de gevolgen. De helm die hij bij zijn ongeluk droeg wordt permanent tentoongesteld in het Haags Letterkundig Museum. Zijn lichaam werd begraven op het kerkhof van Broekhem. Op de grafsteen stond aanvankelijk een verkeerde overlijdensdatum. Deze is zichtbaar hersteld. Hanlo zou dat vreselijk gevonden hebben: hij had een grote aandacht voor typografie.

Ongeveer twee derde van Hanlo's omvangrijke correspondentie werd in 1989 in boekvorm uitgegeven. Daaruit blijkt onder andere welke gewetensproblemen zijn seksuele geaardheid hem opleverde. Behalve homoseksueel pedofiel was Hanlo namelijk gedurende zijn gehele leven belijdend katholiek.

Hans Renders publiceerde in 1998 een biografie van Hanlo, waarin hij bij de dichter een Peter-Pancomplex vaststelt. Ook stelt hij dat Hanlo tijdens zijn opname in 1947 gecastreerd zou zijn.

In 1997 besloten B&W van Valkenburg een hofje op de plek van het afgebroken poorthuisje, waar Jan Hanlo woonde, naar hem te noemen. De toekomstige bewoners protesteerden. De Jan Hanlohof is er nooit gekomen: de straatnamencommissie van Valkenburg durfde de confrontatie niet aan. De dichter Wiel Kusters gaf in 2002 een publicatie uit getiteld Jan Hanlohof, zodat het hofje er op een bepaalde manier toch gekomen is. In Den Haag en Almere is wel een Jan Hanlostraat.

De Boekenweek van 2009 kreeg het motto TJIELP TJIELP - de literaire zoo, naar aanleiding van het gedicht De Mus (1954) dat uit een herhaling van het woordje "tjielp" bestaat.

Componist Tom America bracht in 1997 de cd tjielp tjielp uit met daarop 17 gedichten van Hanlo tot lied bewerkt. De cd werd in 2009 opnieuw uitgebracht met 3 extra stukken, waaronder Notentijd, een op noten gezet gesprekje van Jan Hanlo met een Valkenburgs jongetje.

Bibliografie

Tijdens zijn leven verschenen:

  • Het vreemde land (1951)
  • Oote (1954)
  • Verzamelde Gedichten (1958)
  • In een gewoon rijtuig (1966)
  • Moelmer (1967)

Postuum verschenen:

  • Go to the Mosk (1971)
  • Zonder geluk valt niemand van het dak (1972)
  • Mijn benul (1974)
  • Brieven 1931 - 1962 (1989)
  • Brieven 1963 - 1969 (1989)
  • Tjielp tjielp (2009)

In Sofia is op de zijwand van een gebouw in het culturele centrum een gedicht van Jan Hanlo geschreven in het Nederlands. Het heet "Zo meen ik dat ook jij bent".

Monument

De stichting ‘Dichter in Beeld’, die in 2012 een Hanlo-prent uitgaf (ontworpen door kunstenares Renée van der Zanden), streefde naar een fysiek monument bij het vroegere Geerlingshof ter herinnering aan Hanlo. Op 29 mei 2014 werd op die plaats het Hanlo-monument onthuld.

Straatnamen

In Almere en Den Haag zijn straten naar Jan Hanlo vernoemd. Al in 1997 wilde men in Valkenburg, waar hij het grootste deel van zijn leven woonde, een pleintje naar hem noemen, maar dat leidde toen tot protesten van bewoners vanwege de pedofiele geaardheid van de dichter. Later werd alsnog een straatnaam, de Jan Hanlohof, naar hem genoemd.

Jan Hanlo Essayprijs

De "Jan Hanlo Essayprijs" die in 1999 voor de eerste keer uitgereikt werd is een initiatief van Barbara Hanlo, een achternicht van de letterkundige en van biograaf Hans Renders. De Essayprijs (klein) is een bekroning van een niet eerder gepubliceerd essay, de essayprijs (groot) is een bekroning van een essaybundel, die in de twee jaar voorafgaande aan de prijsuitreiking is gepubliceerd.

Literatuur

  • Kusters, Wiel (2012). En de grote rodekolen en de rode kroten rooien : Jan Hanlo's moedertaal / red. Ben van Melick. Huis Clos/LCL, Rimburg/Roermond. 62 p. (Huis Clos ; 45). Uitg. t.g.v. de 100ste geboortedag van Jan Hanlo. Opl.: 300 ex. ISBN 978-907-902-018-8.
  • Renders, Hans (2007). Zo meen ik dat ook jij bent : biografie van Jan Hanlo. 2e, herz. dr. De Bezige Bij, Amsterdam. 671 p., [24] p.pl. ISBN 978-902-342-759-9. Oorspr. uitg.: De Arbeiderspers, Amsterdam, 1998. (Open domein ; nr. 34). Ook versch. als proefschrift Katholieke Universiteit Brabant, Tilburg, 1998.
  • Diepstraten, Johan (red.) (1984). Jan Hanlo / bijdr.: Jan G.M. Notten, Ser J.L. Prop, Aldert Warecht, ... e.a. Stichting BZZTôH, Den Haag. 120 p. Themanummer BZZLLETIN, jrg.12(1983/84)nr.116(mei). ISSN 0165-0858.

Externe links

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Zoon van de vice-president van de arrondissementsrechtbank in Roermond dr. Athanasius Maria Arnoldus Hanlo