Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank!
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis

Joannes Reddingius (1873-1944)

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Versie door Theo V (overleg | bijdragen) op 11 okt 2014 om 18:49
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Joannes Reddingius
Bestand:Joannes Reddingius.jpg
Foto: collectie RHCe
Persoonsinformatie
Geboorteplaats Deurne
Geboortedatum 19 juni 1873
Overl.plaats Bennekom
Overl.datum 14 oktober 1944
Partner(s) Sophia Geertruida van Harlingen
Thamine Marie Felicie Carolina Tadama
Fanny Elisabeth Rachel Caroline Salomonson

Joannes Reddingius was een in Deurne geboren dichter en broer van de sopraan Aaltje Noordewier-Reddingius.


Joannes Reddingius werd geboren in huize Landzicht aan de Stationsstraat. Het gezin van predikant Wibrandus G. Reddingius was daar tijdelijk neergestreken wegens een verbouwing van de hervormde pastorie aan de Helmondseweg.
Hij was twee jaar oud toen zijn vader overleed en toen hij vijf jaar was verhuisde het gezin van Deurne naar Helmond. Weer een jaar verder ging het gezin in Arnhem wonen. Toch heeft het zuiden zowel op hem als op zijn zus Aaltje naar eigen zeggen een onuitwisbare indruk gemaakt.

Reddingius was driemaal gehuwd. Uit zijn eerste huwelijk met Sophia van Harlingen op 17 mei 1898 te Amsterdam, en weer ontbonden werd op 16 april 1913, had Reddingius twee zonen en een dochter. Zijn oudste zoon Wibrandus G., genoemd naar zijn grootvader, was predikant.
Na zijn scheiding huwde Joannes op 26 juli 1919 te Hilversum met Thamine Tadama, een dochter van kunstschilder Fokko Tadama en Henriëtte Bartholda Jacoba Groeneveld. In 14 februari 1921 ging Reddingius weer scheiden.
Joannes Reddingius huwde voor de derde keer in 1923 op 10 maart met Fanny Salomonson. Zijn drie echtgenotes overleefden hem.

Reddingius stierf in Bennekom en werd daar op zijn sterfdag begraven. Zijn vrienden vernamen pas na de bevrijding van zijn overlijden, omdat Reddingius tijdens zijn leven bepaald had dat tijdens de bezetting zijn naam niet in een krant mocht verschijnen. Zijn graf was in 2004 nog altijd te vinden op de begraafplaats achter de kerk van Bennekom. Dit graf is in oktober 2008 door de gemeente Ede in onderhoud genomen zodat het niet verdwijnt.

Gedicht

GNOMEN'
In een schemer staat het bosch,
stil-verholen zijn de paden,
berken dragen zilvren waden,
spokig als een dooden-dos.


Grimmig waait de wind, ontzind
schudt het kreunend loof der boomen.
't lachen spot van wijze gnomen,
in de heksenkom, rondom.

Uit: Johanneskind


Geschriften

1903 Beeld en Spel 5). S.L. v. Looy, Amsterdam.
1907 Johanneskind. Maatschappij voor goede en goedkoope Lectuur Amsterdam (dus de latere Wereld-Bibliotheek) (2de druk 1913).
1913 Regenboog. Zelfde uitgever als Johanneskind.
1910 Cynthio (roman). Valkhoff, Amersfoort.
1911 Een romantische jongen (roman). Valkhoff, 1911.
1917 Zonnewende. De Zonnebloem, Apeldoorn.
1920 Bloei. De Zonnebloem, Apeldoorn.
1923 Licht. Jubileumbundel 50ste verjaardag, door huldigingscomité verzorgd.
1926 Egyptische Zangen. C.G. Campagne, Enschedé.
1933 Tusschen twee Werelden. De Tijdstroom, Lochem.
1934 Gestalten. C.A.J. v. Dishoeck, Bussum.
1936 Arbeid. C.A.J. v. Dishoeck, Bussum.
1939 Zarathustra. Eigen uitgave.
1942 Heugenissen aan Idylle. Eigen uitgave, Den Haag (Hiervan zijn 100 exemplaren gedrukt, welke niet in de handel zijn gebracht. Het boek werd "In groote vriendschap opgedragen aan Vincent Winkler Prins").


Posthuum uitgegeven:
1946 Uit de Diepte (Sonnetten uit de jaren '42-'44). De Tijdstroom, Lochem. Met een inleiding van Antoon Coolen.
1948 De Speelman van Deurne.[1]

Literatuur

  • Bert Beulens - Deurnese Diamanten (2009) blz. 19-22.
  • W.A.M. van Heugten - Deurne en de Peel Over mensen den dingen die voorbijgingen Deurne 1979 blz. 65-74.
  • P.H. Ritter - "Joannes Reddingius" in: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden 1947-1949, pag. 121-129


Referenties
  1. Bloemlezing uit alle bundels, waaraan toegevoegd nagelaten gedichten uit de jaren '36-'40 en enkele niet-uitgegeven verzen uit de daaraan voorafgaande jaren die als "Speelman van Deurne" zouden uitgekomen zijn, indien geen oorlog. De Tijdstroom, Lochem.