Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Nicolaas Wilhelmus Franciscus Hendriks (1909-1950)
Nicolaas Wilhelmus Franciscus Hendriks | ||
Bestand:Hendriks, nic - vertrek philippijnen 1936 a.jpg | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Nicolaas Wilhelmus Franciscus Hendriks | |
Roepnaam | Klaas | |
Geboorteplaats | Deurne | |
Geboortedatum | 30 november 1909 | |
Overl.plaats | Filipijnen | |
Overl.datum | januari 1950 | |
Beroep(en) | geestelijke, missionaris | |
Bidprentje | NBA |
Nicolaas Hendriks was missionaris in de congregatie van de missionarissen van het H. Hart en wijdde zijn leven aan de missie in de Filippijnen.
Klaas was het tweede kind uit het een gezin van 12 kinderen, waarvan er 10 de volwassen leeftijd bereikten, van de kantoorklerk en winkelier Josephus Henricus Hendriks en Petronella Francisca Althuizen.
Zijn ouders woonden in de Stationslaan en hadden daar, als bijverdienste, een winkel in rookartikelen. Vader Hendriks was boekhouder bij Strohulzenfabriek Lohe van Johannes Hermann Lohe aan de Stationsstraat.
Als 12-jarige startte Klaas op 2 september 1922 zijn priesterstudie bij de missionarissen van het H. Hart in Tilburg. Op 20 augustus 1928 trad hij in als postulant te Berg en Dal waar hij een maand later op 20 september werd gekleed. Daar was ook zijn eerste professie op 21 september 1929. Op 10 augustus 1934 werd hij te Stein tot priester gewijd. Hij was van 1935 tot 1936 onderwijzer in Tilburg en vertrok 4 november 1936 vanuit de haven van Genua naar de Filippijnen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd hij met de anderen missionarissen en westerlingen geïnterneerd. In die periode hield hij vanaf april 1942 regelmatig aantekeningen bij van de gebeurtenissen in een schoolschrift dat bij de familie bewaard gebleven is.
Eerst verbleef Klaas enkele weken in de provinciale gevangenis van Cebu waar de omstandigheden heel beroerd waren. Hij schreef in zijn dagboek: geen water, geen licht, ontzettende hitte, wandluizen etc.
Na de oorlog keerde hij op 28 juni 1949 voor een vakantie terug naar Nederland. Hij werd op 1 november 1949 overste van zijn missie en kreeg de leiding over 70 priesters en broeders, over de eilanden verspreid tot op een afstand van 1200 kilometer over een gebied dat verarmd en vernietigd was door de tweede wereldoorlog. Ook twee tyfonen hadden de schade enorm verergerd.
In de nacht van 18 op 19 januari 1950 sloeg de veerboot waarmee hij zijn missionarissen bezocht tussen Dapa en Surigao om en verdronk hij samen met zijn medebroeder Ari van Dam uit Amsterdam. De boot was met hout geladen en overbelast. Hij maakte water wat men te laat ontdekte. De lading hout ging schuiven en de boot sloeg om.