Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Roodvonk
Door de besmettelijke ziekte roodvonk (scarlatina) vielen ook in Deurne dodelijke slachtoffers.
Dat de gevallen van roodvonk in Deurne pas vanaf 1871 enigszins gedocumenteerd zijn wil zeker niet zeggen dat deze besmettelijke ziekte daarvoor hier niet voorkwam. Er ook in Deurne zijn talloze gevallen bekend waarbij in korte tijd achter elkaar meerdere kinderen en jong-volwassenen in één gezin overleden en roodvonk zal daarbij ongetwijfeld ook een belangrijke rol hebben gespeeld.
Op 27 december 1871 meldde de Deurnese huisarts dat de 18-jarige Johannes, zoon van Francis van Wetten op de Schuivelberg, aan roodvonk leed. Hij overleed hieraan op 2 januari 1872.[1]
In maart 1882 moest dokter Peters bij drie van zijn Deurnese patiënten roodvonk als doodsoorzaak constateren.[2] In Helenaveen werd de ziekte dat jaar 13 keer geconstateerd en 12 kinderen overleden er daar aan.[3]
In december 1893 moesten de Deurnese scholen voor onbepaalde tijd gesloten worden wegens de heersende roodvonk.[4] Van de 13 Deurnese besmettingsgevallen in 1893 bleken er twee met dodelijk afloop. Het jaar daarop waren er hier vier gevallen.[5]
Toen de commissaris van de koningin op 14 mei 1902 Vlierden bezocht ging hij ook naar de lagere school, waar toen van de circa 60 kinderen en zo'n 20 afwezig waren wegens de heersende mazelen en roodvonk.[6]
In de zomer van 1916 raakte de 9-jarige Miet, dochter van Hendrikvan Heugten in Vlierden op Belgeren met roodvonk besmet. Van dit geval weten we dat de ontsmettingsdienst in Helmond het huis van Martinus Koolen, de stiefvader van Miet, kwam ontsmetten.[7]
In het begin van 1917 waren er in Deurne enkele geïsoleerde gevallen van roodvonk.[8] Op 13 januari 1917 werd door de Liesselse veldwachter Althuizen aan de gemeente verklaard dat er in het huis van Martinus van Rixtel op 't Sloot in Liessel roodvonk heerste en dat er daarom een waarschuwingsbord op de deur was geplaatst. Twee dagen later was er geen gevaar voor besmetting meer en kon tot ontsmetting van het huis kan worden overgegaan. Op 21 februari 1917 maakte de veldwachter bekend dat hij het bordje ging verwijderen.
Op 15 oktober 1919 constateerde dokter Wiegersma een geval van roodvonk in het gezin van Gerard Schrama. Een maand later waren er in huize Schrama drie gevallen van roodvonk.[9]
Na de Eerste Wereldoorlog kwamen veel Oostenrijkse kinderen naar Nederland. In Helenaveen moest in december 1919, vanwege de heersende roodvonk, tijdelijk een stop van de opname van die kinderen aldaar worden afgeroepen.[10]
Roodvonk in Deurne | |
---|---|
jaar | roodvonk |
1902 | 1 |
1903 | 4 in Helenaveen |
1905 | 1 |
1906 | 5 |
1913 | 1 |
1915 | 1 |
1916 | 1 |
1917 | 3 |
1918 | 1 |
1919 | 12 |
1920 | 6 |
1921 | 1 |
1923 | 1 |
1924 | 1 dodelijk |
1925 | 1 dodelijk |
1926 | 21 |
1927 | 3 |
1928 | 3 |
1929 | 3 |
Bronnen, noten en/of referenties
|