Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank!
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis

Lijkweg

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Versie door Pieter K (overleg | bijdragen) op 24 sep 2010 om 22:06
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Een Lijkweg is een weg (vaak niet meer dan een pad) tussen plaatsen zonder begraafplaats of kerkhof en de dichtstbijzijnde begraafplaats. Het lijkt hiermee veel op het kerkpad. Het is de weg die men gebruikte om een dode naar zijn laatste rustplaats te brengen. Daaraan waren doorgaans vele ritueel en tradities verbonden.


De lijkweg wordt elders ook wel doodweg of dodeweg genoemd. In Deurne liep de Lijkweg tussen het gehucht Vreekwijk en de dorpskern over de akkers. Bij de uitbreiding van het dorp in de zeventiger jaren van de 20e eeuw is de naam Lijkweg als straatnaam niet bewaard gebleven.

Spamer vestigt er de aandacht op dat het eigenlijk geen wegen waren, maar voorgeschreven routes, waarlangs men moest rijden met een overledene van het sterfhuis naar de kerk. Merkwaardigerwijs volgde de lijkstoet meestal niet de kortste verbindingen, maar liep ze via omwegen. Daarvoor zijn diverse redenen. Men was bang voor boze geesten, die op deze manier op een dwaalspoor moesten worden gebracht. Daarom wilde het gebruik dat een lijkwagen nooit dezelfde weg terug reed. In de tijd van Karel de Grote zouden de routes voor de zogenaamde lijk- of heelwegen door de Kerk voorgeschreven zijn om de mensen van de heidense begraafplaatsen weg te houden.[1]

Lijkweg (Bruggen)

De Lijkweg van Bruggen liep naar de kerk van Deurne. De inwoners van de Molenhof, een oud gehucht op de grens van Bakel en Deurne, kerkten vanouds in Bakel en betaalden daar ook hun tienden en cijnzen, maar moesten zich laten begraven op het kerkhof van Deurne. Vandaar het oude gezegde: In Bakel de klank (van de geldstukken), in Deurne de stank. De herkomst van deze regeling is raadselachtig. De weg naar het kerkhof liep noodzakelijkerwijs langs de hoeve, later het gehucht Bruggen. Deze route passeert de oudste toponiemen van Deurne: Oude Kamp (de kerk ligt in 1380 op de Nieuwe Kamp), Op Kol, Vrun (Vroonland!) alsmede Ten Velde, de oude curtis van Echternach. (met name genoemd in 1312).

In 1566 is sprake van een stuk land, begrensd aan een zijde naast voornoemde Marcelis, aan de andere zijde naast Margriet Bakelmans, aan een einde naast de Lijckweg en de andere zijde naast hoeve Brugge.[1]

Lijkweg (Vreekwijk)

De Deurnese Lijkweg begon bij de kerk. Uit alle belendingen blijkt zonneklaar dat de Lijkweg identiek is aan de Hogeweg, welke naam vanaf 1608 opduikt. Een kadastrale perceelsaanduiding uit 1871 bevestigt dat bovendien. Wie van het zuidelijk einde van de Hogeweg dwars over het Stappad rechtdoor liep in noordwestelijke richting kwam terecht in het oude urnenveld uit de Late IJzertijd dat daar tot 1837 gelegen heeft. Of men dat rond 1300 nog wist is zeer de vraag. Wel wijst het op de ouderdom van deze wegen. Hoe men terugliep naar de kerk is niet duidelijk. Men kon oostwaarts gaan over de Groeneweg, waar gezien een beschrijving uit 1689 alles voor te zeggen valt, omdat daar de Groeneweg bedoeld wordt. De Deurnese Groeneweg is ook al oud. getuige de volgende vermelding: juxta viridam viam (1381 Cijnsregisters Helmond (1350-1850). Men passeerde op de Groeneweg het Hellegat (1414). Het is ook mogelijk dat men "om de west" terugliep over het latere Oude Stappad, zodat men langs de oude Kapel van Veldheuvel kwam (oudst bekende vermelding 1429). Daar staat tegenover dat lijkwegen normaliter niet over de hoofdroutes liepen en dat was het Oude Stappad nu juist wel. Meest voor de hand liggend is toch de route over Lijkweg/Hogeweg en Groeneweg.[1]


Referenties
  1. 1,0 1,1 1,2 Ton SpamerEen karretje op den zandweg reed…, Deurnese toponiemen uit de periode 721-1900, Deurne, 2010.