Wouter van Deventer (1818-na 1872)

Wouter van Deventer
Persoonsinformatie
Volledige naam	Wouter van Deventer
Partner(s)	(1) Cornelia Beekers (1825-1857) (2) Joanna Maria de Louw (1828-na 1872)
Beroep(en)	leerlooier, voerman, herbergier, linnengarenspoeler

Wouter (Walterus) van Deventer (1818-na 1872) was onder meer voerman en woonde in de periode 1847-1860 in Deurne.

Wouter was een zoon van Joannes van Deventer (Dommelen 1779-1854 Valkenswaard) en Odilia Flipsen (Maarheeze 1785-1838 Valkenswaard).

Hij huwde (1) op 6 februari 1847 in Deurne met Cornelis Beekers, (Deurne 13 maart 1825 - Deurne 3 juli 1857), dochter van Joannes Josephus Beekers (1802-1867) en Gordina Laurensse (1796-1829). Dit huwelijk bleef kinderloos.

Wouter huwde (2) op 3 december 1859 in Deurne met Joanna Maria de Louw, (Deurne 20 mei 1828 - na 1872 mogelijk te Antwerpen), dochter van de Deurnese wever Gerardus de Law (1789-1840) en Henrica Berkers (1798-1840). Zij had een voorechtelijk kin:

1. Henrica de Louw, (Helmond 1 maart 1857). Ze werd geboren in het huis van de Helmondse katoendrukker Cornelis Gerardus Vermeulen. Later kreeg zij de achternaam Van Deventer, ofschoon in haar geboorteakte en in de huwelijksakte van haar moeder geen wettiging te vinden is.

Uit het huwelijk met Johanna Maria de Louwe werd nog een kind geboren:

1. Joannes, (Gemert 12 november 1860 - Harderwijk 21 februari 1929). Hij huwde met Hendrica Johanna van der Laan (Harderwijk 1888-1953 Rosmalen).

In zijn jonge jaren kwam Wouter vanuit Leiden als leerlooier naar Helmond. Van 1847 tot 1857 woonde hij waarschijnlijk onafgebroken in Deurne. Na het overlijden van zijn eerste vrouw vertrok hij naar zijn geboorteplaats Valkenswaard. Hij vestigde zich op 5 maart 1858 vanuit Valkenswaard opnieuw in Helmond waar hij als voerman ging werken. Op 1 juli 1858 verhuisde hij naar Deurne.

Op 4 oktober 1860 verhuisde het gezin naar Gemert en later naar Valkenswaard. Op 17 maart 1870 vertrok het gezin naar Tilburg waar hij als linnengarenspoeler ging werken. Op 22 oktober 1872 vertrok het gezin naar Antwerpen.

Mishandeling

Op 16 oktober 1852 mishandelen en verwondde hij Gerard van Hombergh, die op de terugweg was van Helmond, waar hij een kar steenkolen gekocht had, naar Deurne. Gerard werd vergezeld door Johannes Nooijen en Wouter van Deventer. Toen Van Deventer op de kar wilde klimmen, belette Van Homberg dit hem omdat de kar dan te zwaar geladen zou zijn voor het paard. Van Deventer werd daar kwaad over en pakte zijn spullen van de kar. Van Deventer ging daarop naar Nooijen en vroeg hem: Hebt gij wat tegen mij?' waarop Nooijen ontkende. Wouter van Deventer nam daarop zijn houweel, ging naar Van Hombergh en gaf hem daarmee een klap op zijn hoofd, waardoor die op de grond viel. Daar kreeg Van Hombergh nog een tweede klap met het houweel, waardoor hij een hevige bloedende wond opliep. Bij de herberg van Peter van Dijk ging hij daarna zijn hoofd wassen. Vervolgens kwam Van Deventer daar ook binnen met twee bebloede vingers. Het was onduidelijk of deze verwonding door toedoen van Van Hombergh veroorzaakt was. Van Deventer kreeg van de rechter in Roermond voor zijn wandaad een gevangenisstraf van drie maanden, een boete van acht gulden en hij moest de proceskosten van f. 12, 41 betalen.

Bronnen, noten en/of referenties