Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Jacob Losecaat (1716-1796)
Jacob Losecaat was van 1735 tot 1737 schepen van Deurne en diaken van de hervormde gemeente Deurne, Liessel en Vlierden. Zijn tante Maria Losecaat was gehuwd met de Deurnese schoolmeester en drossaard Antonie La Forme (1683-1775).
Hij was het oudste kind uit een gezin van tien kinderen van Antonie Losecaat en Cornelia van de Meeberg(en). Hij huwde op 11 oktober 1741 in Deurne met Geertruida Hampen, ('s-Gravenhage 11 oktober 1710 - Asten 2 december 1788), een dochter van Gerrit Hampen en Johanna Cornelia van der Poel. Uit dit huwelijk werden in Asten de volgende kinderen geboren (gereformeerd gedoopt):
- Antonie, (Asten 16 september 1743 - Eindhoven 3 maart 1829), secretaris van de stad Eindhoven.
- Cornelia Maria, (Asten 26 november 1744 - Amsterdam 26 oktober 1811). Ze huwde met dominee Pieter Molengraaff.
- Pieter, (Asten 14 maart 1746 - Leiden 12 februari 1825). Hij was schepen en raad van de stad 's-Hertogenbosch en lid van het Departementaal Gerechtshof Brabant. Hij huwde 1e op 11 augustus 1772 met Antonetta van Esveld (1739) en 2e op 4 mei 1801 met Wilhelmina Johanna Eckringa van Sprangh (1757-1828).
- Gerardina, (Asten 12 februari 1750 - Sint-Oedenrode 14 oktober 1821). Zij huwde op 2 maart 1773 te Asten met Jan Willem van Nouhuijs.
- Balthasar Willem, (Asten 6 november 1752). In 1774 was hij borgemeester van Asten. In 1778 werd hij door een dokter onderzocht. Deze concludeerde dat hij was laboreerende aan slappigheyd van hersenen en te oordeelen dat desselfs toestand zodanig is dat er ten allen tijde ongelukken van te wagten zijn, zo hij niet verseekerde plaatse in bewaaringe werde gestelt.[1]
Hij vestigde zich in het prille voorjaar van 1735 in Deurne en werd in juli van dat jaar benoemd tot diaken van de hervormde gemeente. Op 11 september 1735 volgde zijn bevestiging. Aanvankelijk zou als zodanig de Liesselse schoolmeester Martinus Verhoeven (circa 1690-1736) worden benoemd, maar dominee Martinet kwam daartegen op grond van door de classis vastgestelde regels in verzet.
In maart 1735 werd Jacob Losecaat geïnstalleerd als schepen van Deurne en Liessel als opvolger van Antonie Nouwen. In maart 1737 verliet hij de schepenbank. Mogelijk verhuisde hij toen naar Asten.
Toen Verhoeven in 1736 overleed, werd Losecaat door Balthasar Coymans (1699-1759), de heer van Deurne en Liessel, voorgedragen als koster, voorlezer en schoolmeester van Liessel. Hij zou vervolgens ten overstaan van de gecommitteerde heren Van Heekeren tot Enghuijzen en Ten Hove door predikant Wittebol geëxamineerd moeten worden om aan te tonen dat hij over de vereiste bekwaamheden beschikte. Zo ver kwam het echter niet want op 26 maart 1736 werd bij de Raad van State om goedkeuring gevraagd van de aanstelling van Johannes Hanewinkel als schoolmeester van Liessel.
In 1737 verwierf hij het ambt van gemeentesecretaris van Asten. Antonie La Forme (1683-1775) stelde zich er borg voor hem. In 1739 was hij drossaard van Asten. In 1742 verwierf hij ook het secretarisambt van Bakel. Tevens was hij rentmeester van de heer van Asten.
Bronnen, noten en/of referenties
|