Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Petrus Manders (1851-1930)
Petrus Manders | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Petrus Manders | |
Roepnaam | Piet, Piet de Lat | |
Geboorteplaats | Deurne | |
Geboortedatum | 22 oktober 1851 | |
Overl.plaats | Deurne | |
Overl.datum | 25 augustus 1930 | |
Partner(s) | Elisabeth van der Cruijs (1857-1908) | |
Beroep(en) | arbeider, onderbaas |
Petrus Manders (1851-1930) alias Piet de Lat was onderbaas bij het Gemeentelijk Veenbedrijf.
Piet was het achtste kind uit een gezin van negen kinderen (waarvan een doodgeboren) van Johannes Manders (1804-1880) en Henrica van de Mortel (1810-1874). Het ouderlijk gezin woonde aan de Langstraat in het Bivouak, nabij de huidige Bivakweg. In 1880 werd de boerderij verkocht aan de familie Nooijen.
Piet Manders huwde op 1 februari 1883 in Deurne met Elisabeth van der Cruijs, (Zeeland 21 maart 1857 - Deurne 11 februari 1908), dochter van Johannes van der Cruijs en Elisabeth van Hout. Uit dit huwelijk werden in Deurne de volgende kinderen geboren:
- Johannes, (8 december 1883 - Deurne 4 oktober 1960), huwde (1) Mathilde Manders (2) Anna Maria de Vrees.
- Elisabeth, (28 juli 1885 - Asten 9 september 1949), huwde Johannes Vlemmings.
- Hendrina, (23 september 1887 - Deurne 4 februari 1916), ongehuwd.
- Johanna, (10 maart 1891 - Deurne 14 december 1974), huwde Hendricus Manders.
- Leonardus, (15 september 1893 - Helmond 18 april 1953), huwde Petronella Leenen.
- Cornelis, (22 augustus 1895 - Deurne 4 april 1896.
- Adrianus, (14 juli 1897 - Helmond 25 juli 1968), huwde Geerdina Vulders.
- Martina, (4 januari 1899 - Vught 30 oktober 1940), ongehuwd.
Op 2 oktober 1900 ondertekende hij zijn arbeidsovereenkomst met de gemeente Deurne als onderbaas van de veenderij. Hij woonde met zijn gezin nabij de Hogebrug. Zijn bijnaam Piet de Lat heeft hij waarschijnlijk te danken aan de lange meetlat die hij steeds bij zich droeg om te meten hoeveel stok[1] turf de arbeiders, die op stukloon werkten, verzet hadden.
Bronnen, noten en/of referenties
|