Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Joannes Franciscus de Vet (1750-1817)
Joannes Franciscus de Vet | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Joannes Franciscus de Vet | |
Roepnaam | Fransis | |
Geboorteplaats | Deurne | |
Doopdatum | 24 oktober 1750 | |
Overl.plaats | Deurne | |
Overl.datum | 26 november 1817 | |
Partner(s) | Joanna Goossens (1756-1808) | |
Beroep(en) | tapper, herbergier |
Joannes Franciscus (Fransis) de Vet(h) (1750-1817) was tapper en herbergier in Vlierden en Deurne.
Joannes Franciscus was een zoon van Petrus de Veth (1713-1782) en Helena Smits (1721-1759).
Hij huwde op 25 april 1779 in Deurne met Joanna Goossens, (Vlierden 11 juni 1756 - Deurne 9 oktober 1808), dochter van Henricus Goossens (1723-1782) en Engelberta Smits (1724-1804). Voor zover bekend werd uit dit huwelijk slechts één kind geboren:
- Helena de Vet, (Vlierden 16 april 1787 - Deurne 11 februari 1838). Zij huwde met Godefridus van Hombergh (1783-1856).
Op 20 juni 1784 leende hij 250 gulden tegen 3½ % onder hypotheek op goederen aan het Haageind aan Mathijs Willem Peters van de Beek.[1]
Hij woonde in Vlierden toen hij op 16 april 1788 van Peter Adriaan van de Mortel de volgende goederen kocht:
- den Dries over de Straat met wat daar aan gebouwen bij hoorde, groot 2 lopensen 17 roeden. staande en gelegen alhier ter plaatse genaamd het Haageijnt,
- het Garstkampken, groot 40 roeden 13 voet,
- het Gaerenackerke, groot 1 lopense 1 roede 8 voet,
- den Pannestaart, groot 1 lopense 2 roeden 17 voet,
- de helft van den Munkeracker, groot het geheel 5 lopensen 10 roeden 8 voet,
- de helft van een stuk land genaamd de Pan, groot het geheel 2 lopensen 17 roeden.
Op de goederen rustte een pacht van 3 vaten rogge, Peelse maat, aan het gasthuis van Oosterwijk te 's Bosch; een vat rogge aan de Armen van Helmond en een stuiver cijns aan de heer van Deurne. De koopsom was 1400 gulden.[2]
Op 16 februari 1789 verkocht hij de 1788 gekocht goederen voor het aankoopbedrag door aan Albertus Giebels. Op die dag kocht hij van Giebels de volgende goederen:
- een huis, hof en aangelag, samen groot circa 3 lopensen 10 roeden 6 voet,. staande en gelegen alhier ter plaatse genaamd Derp,
- den Panakker, groot 1 lopense. 27 roeden 15 voet,
- den Crommenacker, groot 3 lopense 21 roeden 16 voet,
- een stuk teulland genaamd den Steijnakker, groot 1 lopense 33 roeden 3 voet,
- een stuk land genaamd den Greunakker, groot 2 lopensen,
- de helft van den Moorendries, groot het geheel 2 lopensen 23 roeden,
- een perceel nieuw erve of gemeente gelegen voor aan de Kuijlen, groot 2½ lopense.
Op deze goederen rustten de volgende lasten: een pacht van 2 gulden en 5 stuivers aan de rentmeester van de Geestelijke Goederen van het kwartier Peelland, 5 stuivers cijns in twee teksten aan de heer van Deurne en 2¼ hoen cijns in twee teksten aan de heer van Deurne. De koopsom was 2900 gulden.[3]
Op 21 oktober 1789 kocht hij van zijn broer Johannis de Vet, die optrad als lasthebber van hun oom Willem de Vet in Roermond, een perceel nieuwe erve, groot 3 lopensen, gelegen in het Kerkeind. Op het goed rustte een last van 3 stuivers cijns aan de heer van Deurne. De koopsom was 225 gulden.[4]
Op 16 januari 1790 kocht hij voor 31 gulden van Joseph Arnold van de Mortel, wonend in Lieshout, een stukje groesland genaamd het Graskampken, groot 20 roeden 15 voet met nog een stukje groesland genaamd de Groeskant, groot 20 roeden 15 voet gelegen alhier ter plaatse genaamd Derp. Op het goed rustte een pacht van 15 stuivers in een meerdere pacht aan de rentmeester van de Geestelijke Goederen van het kwartier Peelland.[5]
Op 15 maart 1790 kocht hij voor 70 gulden van Dirk Peter Manders, nadat die daartoe speciale toestemming van drossaard en schepenen van Deurne had verkregen, een akker genaamd den Crommen Elleboog, groot 1 lopense 28 roeden 3 voet, gelegen in het Derp.[6]
Bronnen, noten en/of referenties
|