Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Hendricus van de Beek (1846-1927)
| Hendricus van de Beek | ||
| Persoonsinformatie | ||
| Volledige naam | Hendricus van de Beek | |
| Geboorteplaats | Deurne | |
| Geboortedatum | 28 december 1846 | |
| Overl.plaats | Mierlo | |
| Overl.datum | 22 januari 1927 | |
| Partner(s) | Hendrica van Gool (1855-1898) | |
| Beroep(en) | landbouwer, venter | |
Hendricus van de Beek (1846-1927) was landbouwer en venter in Deurne en was waarschijnlijk van mei 1887 tot circa 1893 bewoner van het pand Lindenlaan 47.
Hendricus was een zoon van Wilhelmus van de Beek (1815-1897) en Petronella Manders (1818-1888). Zijn beide ouders waren in Deurne geboren.
Hij huwde op 7 mei 1887 in Deurne met Hendrica van Gool, (Mierlo 19 januari 1855 - Deurne 14 april 1898), dochter van Peter van Gool (Mierlo 1817-1872 Someren) en Johanna Maria van Weert (Someren 1815-1871 Someren).
Uit dit huwelijk werden vijf kinderen geboren.
- Anna Maria Petronella, (Deurne 26 juli 1888 - Mierlo-Hout 13 april 1963). Zij huwde met Johannis Manders (1884-1944).
- Anna Maria (Marie), (Deurne 19 augustus 1890 - Helmond 23 november). Zij huwde met Theodorus Cornelis (Dorus) Hagelaar (Someren 1894-1949 Helmond).
- Hendrica Petronella, (Deurne 10 januari 1893 - Deurne 11 oktober 1902).
- Wilhelmus, (Deurne 31 maart 1895 - Deurne 1 december 1895).
- Petronella Wilhelmina, (Deurne 5 december 1896 - Bakel 2 januari 1993). Zij huwde met Petrus Johannes van Wetten (Aarle-Rixtel 1896-1983).
Voor zijn huwelijk was hij als boerenknecht in dienst bij de landbouwers Gerard van Rixtel en Johannes van de Cruijs, beiden wonend op de Molenhof. Ook werkte hij bij molenaar Petrus Truijen en bij de weduwe Catharina Jacobs-van de Meulendijk op Vreekwijk.
Na zijn huwelijk was hij venter van beroep en woonde in de Molenstraat A.253b, later Derp B.41, later Zeilberg B.192.
Op 4 februari 1919 vertrok hij naar Horst.
Toen hij in 1927 in Mierlo overleed woonde hij daar in bij zijn schoonzoon Johannis Manders.