Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Thomas Manders (1703-1780): verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 20: | Regel 20: | ||
Thomas was een zoon van [[Wilhelmus Manders (1669-1741)]] en Theodora van Heugten ([[Vlierden]] circa 1680-na 1705). | Thomas was een zoon van [[Wilhelmus Manders (1669-1741)]] en Theodora van Heugten ([[Vlierden]] circa 1680-na 1705). | ||
Hij huwde (1) op 20 februari 1729 | Hij huwde (1) op 20 februari 1729 in Deurne met Wilhelma van de Mortel (circa 1700 - 17 december 1731), dochter van Jan Peter van de Mortel. | ||
Uit dit eerste huwelijk werd een kind geboren: | Uit dit eerste huwelijk werd een kind geboren: | ||
Regel 29: | Regel 29: | ||
Uit het tweede huwelijk werden de volgende kinderen geboren: | Uit het tweede huwelijk werden de volgende kinderen geboren: | ||
# Wilhelmina, (Deurne 31 oktober 1733 - ). | # Wilhelmina, (Deurne 31 oktober 1733 - ). | ||
# Joannes (Jan), (Deurne 18 januari 1735 - Stratum 18 november 1813). Hij huwde met Maria Smits (1732-1817). | # Joannes (Jan), (Deurne 18 januari 1735 - Stratum 18 november 1813). Hij huwde met Maria Smits (Stratum 1732-1817 Stratum). | ||
# Wilhelma (Willemijn), (Deurne 3 oktober 1736 - Weert 23 februari 1811). Zij huwde met Peter Prinsen (1731-1808). | # Wilhelma (Willemijn), (Deurne 3 oktober 1736 - Weert 23 februari 1811). Zij huwde met Peter Prinsen (Stratum 1731-1808 Eindhoven). | ||
# Henrica (Hendrina), (Deurne 21 mei 1737 - Antwerpen 24 maart 1809). Zij huwde met Thomas Schellen (1733). | # Henrica (Hendrina), (Deurne 21 mei 1737 - Antwerpen 24 maart 1809). Zij huwde met Thomas Schellen (Stratum 1733-1777 Stratum). | ||
# Maria, (Deurne 17 november 1743 - Eindhoven 31 juli 1816). Zij huwde met Wilhelmus Remmers. | # Maria, (Deurne 17 november 1743 - Eindhoven 31 juli 1816). Zij huwde met Wilhelmus Remmers. | ||
Versie van 22 jan 2020 12:03
Thomas Manders | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Thomas Manders | |
Geboorteplaats | Deurne | |
Doopdatum | 7 augustus 1703 | |
Overl.plaats | Stratum | |
Overl.datum | 22 maart 1780 | |
Partner(s) | (1) Wilhelma van de Mortel (2) Cornelia van Beers | |
Beroep(en) | winkelier, herbergier |
Thomas Manders (1703-1780) was winkelier in Deurne en na zijn verhuizing naar Stratum herbergier.
Thomas was een zoon van Wilhelmus Manders (1669-1741) en Theodora van Heugten (Vlierden circa 1680-na 1705).
Hij huwde (1) op 20 februari 1729 in Deurne met Wilhelma van de Mortel (circa 1700 - 17 december 1731), dochter van Jan Peter van de Mortel.
Uit dit eerste huwelijk werd een kind geboren:
- Theodora (Doroté), (Deurne 9 december 1729 - na 1732).
Hij huwde (2) op 8 december 1732 in Deurne met Cornelia van Beers(en), komend van Woensel.
Uit het tweede huwelijk werden de volgende kinderen geboren:
- Wilhelmina, (Deurne 31 oktober 1733 - ).
- Joannes (Jan), (Deurne 18 januari 1735 - Stratum 18 november 1813). Hij huwde met Maria Smits (Stratum 1732-1817 Stratum).
- Wilhelma (Willemijn), (Deurne 3 oktober 1736 - Weert 23 februari 1811). Zij huwde met Peter Prinsen (Stratum 1731-1808 Eindhoven).
- Henrica (Hendrina), (Deurne 21 mei 1737 - Antwerpen 24 maart 1809). Zij huwde met Thomas Schellen (Stratum 1733-1777 Stratum).
- Maria, (Deurne 17 november 1743 - Eindhoven 31 juli 1816). Zij huwde met Wilhelmus Remmers.
Thomas Manders was winkelier. Op 3 mei 1741 daagde hij Adriaan van der Bloemen voor het gerecht omdat die hem nog zes gulden en achttien stuivers schuldig was wegens geleverd brood en tabak.[1]
Op 14 juli 1747 verhuisde hij met zijn vrouw en vijf kinderen naar Stratum.[2] In Stratum was hij herbergier, zoals blijkt uit de onderstaande door hem afgelegde verklaring.
Op 10 oktober 1755 verklaarde Thomas Manders, herbergier te Stratum, op verzoek van de Vlierdense drossaard Petrus de Jongh, dat circa vijf weken daarvoor even voor de middag Jan, de zoon van Jan Vervoordeldonk uit Vlierden, bij hem was gekomen op een groot zwart merriepaard. Nadat hij was afgestapt had hij daar een pintje bier besteld. Hij vertelde de herbergier dat hij ziekelijk was en dat hij het paard gekocht had van zijn baas in 't land van Tergoes waar hij gewerkt had, die het hem goedkoop had verkocht. Manders vroeg hem of hij het paard wilde verkopen. Vervoordeldonk vroeg dertig gulden en Manders bood er twintig. Ze konden het niet eens worden over de koop omdat Jan zei dat hij niet zonder paard kon thuiskomen. Hij zei dat hij zou terugkomen met de kar en dat ze elkaar dan wel nader zouden spreken en zien of ze het dan eens zouden kunnen worden. Meteen daarna vertrok hij te paard.[3] Het paard bleek op 28 augustus 1755 gestolen te zijn in het West-Brabantse Terheijden in het gehucht de Lake aan de Molendijk nabij de molen.[4]
Bronnen, noten en/of referenties
|