Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis
Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand.

Johannis Franciscus Bussing (1815-1886): verschil tussen versies

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 19: Regel 19:
Johannis was het oudste kind uit het gezin van de Amsterdamse goudsmid Jacobus Bussing, (Amsterdam 1 juli 1790 - Eindhoven 13 juni 1856) en Margaretha Catharina Ermen, (Bergeijk 25 november 1784 - Eindhoven 29 juli 1861). Hij was een broer van Anna Maria Jacoba Bussing (1820-1904), de tweede vrouw van de hoofdopzichter en directeur van de [[Maatschappij Helenaveen]], [[Joannes Matthias Deckers (1821-1872)]].
Johannis was het oudste kind uit het gezin van de Amsterdamse goudsmid Jacobus Bussing, (Amsterdam 1 juli 1790 - Eindhoven 13 juni 1856) en Margaretha Catharina Ermen, (Bergeijk 25 november 1784 - Eindhoven 29 juli 1861). Hij was een broer van Anna Maria Jacoba Bussing (1820-1904), de tweede vrouw van de hoofdopzichter en directeur van de [[Maatschappij Helenaveen]], [[Joannes Matthias Deckers (1821-1872)]].


Op 5 juni 1841 werd hij priester gewijd en op 7 april 1842 werd hij assistent in Sint-Michielsgestel. Twee jaar later werd hij op 19 december 1844 kapelaan te Veghel, daar zou hij bijna twaalf jaar blijven. In 1856 op 19 november verhuisde hij naar Woensel en werd daar de nieuwe kapelaan. <br>Hij werd op 16 oktober 1860 pastoor te Vessem en bleef ruim tien jaar in Vessem. <br>In 1871 werd hij de nieuwe pastoor in Liessel, en was daarmee de opvolger van [[Casparus Bijnen (1801-1871)]]. Hij verhuisde op 28 april 1871 van Vessem naar Liessel C.77. Tegelijk met hem verhuisden zijn twee dienstmeiden, die in Vessem al bij hem in dienst waren, ook naar Liessel.  
Op 5 juni 1841 werd hij priester gewijd en op 7 april 1842 werd hij assistent in Sint-Michielsgestel. Twee jaar later werd hij op 19 december 1844 kapelaan te Veghel, waar  hij bijna twaalf jaar verbleef.


Johannis was bijna 15 jaar pastoor in Liessel. Hij trof de eerste voorbereidingen voor het oprichten van het [[Sint-Antoniusklooster]], in het begin vaak een [[Liefdegesticht]] genoemd.<br>Hij was 70 jaar toen op 12 maart 1886 de nieuwe pastoor [[Gerardus Ernestus van den Bosch (1840-1917)]] benoemd werd als zijn opvolger. Twee maanden later overleed hij. Na zijn overlijden vertrok zijn jongste dienstmeid, Petronella Diepers, (Vessem 7 mei 1841 - Eindhoven 29 januari 1933), op 15 april 1886 naar Herpen. Zijn oudste dienstmeid Gertruda van de Ven, (Den Dungen 11 januari 1819 - Schijndel 21 januari 1892), vertrok op 20 augustus 1888 naar Schijndel waar ze vier jaar later overleed.
Op 19 november 1856 verhuisde hij naar Woensel en werd daar de nieuwe kapelaan.
 
Hij werd op 16 oktober 1860 pastoor te Vessem en bleef ruim tien jaar in Vessem.
 
In 1871 werd hij de nieuwe pastoor in Liessel, en was daarmee de opvolger van [[Casparus Bijnen (1801-1871)|pastoor Bijnen]]. Hij verhuisde op 28 april 1871 van Vessem naar Liessel op het adres C.77. Tegelijk met hem verhuisden zijn twee dienstmeiden, die in Vessem al bij hem in dienst waren, ook naar Liessel.
 
Johannis was bijna vijftien jaar pastoor in Liessel. Hij trof de eerste voorbereidingen voor het oprichten van het [[Sint-Antoniusklooster]], in het begin vaak een [[Liefdegesticht]] genoemd.
 
In het laatste jaar van van pastoraat in Liessel kreeg hij een assistent in de persoon van [[Antonius Johannes van Erp (1860-1945|Antonius Johannes van Erp]], die later pastoor en deken in Dint-Oedenrode werd.
 
Hij was 70 jaar toen op 12 maart 1886 de nieuwe pastoor [[Gerardus Ernestus van den Bosch (1840-1917)]] benoemd werd als zijn opvolger. Twee maanden later overleed hij. Na zijn overlijden vertrok zijn jongste dienstmeid, Petronella Diepers, (Vessem 7 mei 1841 - Eindhoven 29 januari 1933), op 15 april 1886 naar Herpen. Zijn oudste dienstmeid Gertruda van de Ven, (Den Dungen 11 januari 1819 - Schijndel 21 januari 1892), vertrok op 20 augustus 1888 naar Schijndel waar ze vier jaar later overleed.


Uit het archief van de [[Sint-Willibrorduskerk (Liessel)|Sint-Willibrorduskerk]] in Liessel is een [[Reglement voor het Zangkoor van Liessel]] tevoorschijn gekomen, dat door pastoor Bussing op de feestdag van de H. Cecilia, 22 november 1873 is opgesteld. Het reglement bevat in totaal 17 artikelen waar de koorleden, en zeer zeker nieuwe koorleden, zich aan diende te houden.
Uit het archief van de [[Sint-Willibrorduskerk (Liessel)|Sint-Willibrorduskerk]] in Liessel is een [[Reglement voor het Zangkoor van Liessel]] tevoorschijn gekomen, dat door pastoor Bussing op de feestdag van de H. Cecilia, 22 november 1873 is opgesteld. Het reglement bevat in totaal 17 artikelen waar de koorleden, en zeer zeker nieuwe koorleden, zich aan diende te houden.

Versie van 12 jun 2018 12:20

Johannis Franciscus Bussing
Persoonsinformatie
Volledige naam Johannis Franciscus Bussing
Geboorteplaats Bergeijk
Geboortedatum 13 augustus 1815
Overl.plaats Deurne
Overl.datum 26 februari 1886
Beroep(en) kapelaan, pastoor
Bidprentje NBA

Johannis Franciscus Bussing (1815-1886) was van 1871 tot 1886 pastoor te Liessel.


Johannis was het oudste kind uit het gezin van de Amsterdamse goudsmid Jacobus Bussing, (Amsterdam 1 juli 1790 - Eindhoven 13 juni 1856) en Margaretha Catharina Ermen, (Bergeijk 25 november 1784 - Eindhoven 29 juli 1861). Hij was een broer van Anna Maria Jacoba Bussing (1820-1904), de tweede vrouw van de hoofdopzichter en directeur van de Maatschappij Helenaveen, Joannes Matthias Deckers (1821-1872).

Op 5 juni 1841 werd hij priester gewijd en op 7 april 1842 werd hij assistent in Sint-Michielsgestel. Twee jaar later werd hij op 19 december 1844 kapelaan te Veghel, waar hij bijna twaalf jaar verbleef.

Op 19 november 1856 verhuisde hij naar Woensel en werd daar de nieuwe kapelaan.

Hij werd op 16 oktober 1860 pastoor te Vessem en bleef ruim tien jaar in Vessem.

In 1871 werd hij de nieuwe pastoor in Liessel, en was daarmee de opvolger van pastoor Bijnen. Hij verhuisde op 28 april 1871 van Vessem naar Liessel op het adres C.77. Tegelijk met hem verhuisden zijn twee dienstmeiden, die in Vessem al bij hem in dienst waren, ook naar Liessel.

Johannis was bijna vijftien jaar pastoor in Liessel. Hij trof de eerste voorbereidingen voor het oprichten van het Sint-Antoniusklooster, in het begin vaak een Liefdegesticht genoemd.

In het laatste jaar van van pastoraat in Liessel kreeg hij een assistent in de persoon van Antonius Johannes van Erp, die later pastoor en deken in Dint-Oedenrode werd.

Hij was 70 jaar toen op 12 maart 1886 de nieuwe pastoor Gerardus Ernestus van den Bosch (1840-1917) benoemd werd als zijn opvolger. Twee maanden later overleed hij. Na zijn overlijden vertrok zijn jongste dienstmeid, Petronella Diepers, (Vessem 7 mei 1841 - Eindhoven 29 januari 1933), op 15 april 1886 naar Herpen. Zijn oudste dienstmeid Gertruda van de Ven, (Den Dungen 11 januari 1819 - Schijndel 21 januari 1892), vertrok op 20 augustus 1888 naar Schijndel waar ze vier jaar later overleed.

Uit het archief van de Sint-Willibrorduskerk in Liessel is een Reglement voor het Zangkoor van Liessel tevoorschijn gekomen, dat door pastoor Bussing op de feestdag van de H. Cecilia, 22 november 1873 is opgesteld. Het reglement bevat in totaal 17 artikelen waar de koorleden, en zeer zeker nieuwe koorleden, zich aan diende te houden.