Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Antonius de Veth (1710-na 1779): verschil tussen versies
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 2: | Regel 2: | ||
Hij werd op 20 september 1710 gedoopt te Deurne als zoon van [[Jacobus Antonius de Veth]] en | Hij werd op 20 september 1710 gedoopt te Deurne als zoon van [[Jacobus Antonius de Veth]] en Anna van den Bogaert. Hij werd geïmmatriculeerd tussen 30 augustus 1729 en 27 februari 1730 te Leuven en studeerde Artes aan de pedagogie De Valk. Zijn studie werd betaald (dives) en hij was toen minderjarig. Op 13 november 1731 promoveerde hij tot Artium Licentiatus als 63ste van 115 kandidaten.<br> | ||
In januari 1738 werd hij kapelaan te Someren als opvolger van Andreas Fransen die daar de overleden pastoor Michiel Fransen als zodanig opvolgde.<ref>Bij resolutie van de Raad van State van 27 januari 1738 werd hem toestemming verleend om als kapelaan in Someren actief te zijn. BHIC toegang 178 inv.nr. 329 folio 48</ref><br> | In januari 1738 werd hij kapelaan te Someren als opvolger van Andreas Fransen die daar de overleden pastoor Michiel Fransen als zodanig opvolgde.<ref>Bij resolutie van de Raad van State van 27 januari 1738 werd hem toestemming verleend om als kapelaan in Someren actief te zijn. BHIC toegang 178 inv.nr. 329 folio 48</ref><br> | ||
Hij was in 1766 kapelaan te Sint-Michielsgestel.<br> | Hij was in 1766 kapelaan te Sint-Michielsgestel.<br> |
Versie van 30 mrt 2015 18:44
Antonius de Veth (ca. 1710-) (de Vet) was een in Deurne geboren priester.
Hij werd op 20 september 1710 gedoopt te Deurne als zoon van Jacobus Antonius de Veth en Anna van den Bogaert. Hij werd geïmmatriculeerd tussen 30 augustus 1729 en 27 februari 1730 te Leuven en studeerde Artes aan de pedagogie De Valk. Zijn studie werd betaald (dives) en hij was toen minderjarig. Op 13 november 1731 promoveerde hij tot Artium Licentiatus als 63ste van 115 kandidaten.
In januari 1738 werd hij kapelaan te Someren als opvolger van Andreas Fransen die daar de overleden pastoor Michiel Fransen als zodanig opvolgde.[1]
Hij was in 1766 kapelaan te Sint-Michielsgestel.
Vanaf 1779 was hij pastoor te Geffen.
Bronnen, noten en/of referenties
|