Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Kapel van Vlierden: verschil tussen versies
(kapel omgewaaid bij storm 1726) |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
[[ | [[Bestand:05.514.jpg|thumb|right|300px|De oude toren van Vlierden op de plek waar de katholieken tot 1648 hun kapel hadden en waar nu nog het grafkapelletje van de familie De Maurissens staat.]] | ||
De '''kapel van Vlierden''', gesticht rond 1232 door [[Maria van Brabant]], was een eenvoudig gebouw met een houten toren. | De '''kapel van Vlierden''', gesticht rond 1232 door [[Maria van Brabant]], was een eenvoudig gebouw met een houten toren. | ||
Versie van 27 jan 2014 08:51
De kapel van Vlierden, gesticht rond 1232 door Maria van Brabant, was een eenvoudig gebouw met een houten toren.
Toen in 1648 de kapel van Vlierden en haar inkomsten overgingen in handen van de protestantse overheid en beheerd gingen worden door de rentmeester van de geestelijke goederen werd een nauwkeurige opsomming gemaakt van alle vaste inkomsten van deze kapel, waarvan Jan Wouters destijds de kapelaan was:
- Het convent van Binderen gaf aan de kapelaan voor zijn diensten jaarlijks 3 mud rogge in natura en een geldbedrag van 28 gulden.
- Bruisten Verhees was jaarlijk 16 vaten rogge schuldig, die betaald mocht worden met een geldbedrag van vier gulden.
- Peter Celen de Kuijper betaalde jaarlijks acht vaten rogge of twee gulden.
- Tonis Hoeben cum suis betaalde vier gulden, daarvan moest Philips IJsbouts, die in Asten aan de Dijk woonde, de helft betalen.
- Joost Hendrik Bakermans betaalde jaarlijks twee gulden.
- De erfgenamen van Simon van den Heitrak en Klaas Bruijstens betaalden 6 vaten rogge of 36 gulden.
- Peter Verschuren te Asten moest een roggepacht van een mud rogge betalen; het derde deel daarvan moest Marieke Verhees aan de Dijk te Asten opbrengen, het andere derde gedeelte kwam voor rekening van IJsbout Verschuren aan de Dijk te Asten en het laatste eenderde deel betaalde Aart Peter te Vlierden; in totaal 9 gulden per jaar.
- De gemeente van Vlierden droeg jaarlijks acht gulden bij.
- De broederschap of schutterij van Vlierden, het Sint Willibrordusgilde, gaf 6 gulden als er voor hen een dienst werd gedaan.
De kapel raakte na 1648 in verval, maar werd eind 17e eeuw gerestaureerd en door het handjevol Vlierdense protestanten incidenteel in gebruik genomen.
In 1723 ontstond er discussie over de vraag of de hoge overheid (het gemeene land) wel aansprakelijk was voor het onderhoud van de kapel. Omdat bij de Vrede van Munsters de kapel met alle inkomsten die daaraan verbonden waren naar het land waren gegaan, had die ook de onderhoudsplicht. De kapel en met name de toren waren door regen, wind en ouderdom zodanig aangetast dat onderhoud dringend noodzakelijk was geworden. Op 6 april 1724 werd het onderhoud na voorafgaande publicatie publiek aanbesteed. Aannemer werd Hendrik van de Weijer voor een bedrag van 491 gulden en 8 stuivers.
De rentmeester van de geestelijke goederen Des Tombes meldde op 28 januari 1726 dat bij de laatste storm de kapel van Vlierden met het steenwerk van de achterste gevel was omgewaaid. Daarop werd op 19 juli 1926 een bestek gemaakt voor de reparatie. Op 12 februari 1727 kon meester-timmerman en armmeester Peter Joosten van de Mortel aan predikant Johan Antoni Martinet melden dat meester-timmerman Willem Raijmakers uit Mierlo volgens dat bestek de Vlierdense had gerepareerd.
In 1749 werd tegen de kapel een nieuwe gemeentetoren gebouwd. Na 1801 werd de kapel echter niet meer gebruikt en verviel tot puin.
In 1902 werden de restanten van de kapel en de toren afgebroken en met het puin werd de huidige Pastoriestraat verhard.
In 1926 werd op de plaats van de oude kapel een grafmonumentje van de familie De Maurissens gebouwd, ter gedachtenis aan de overleden familieleden die tot midden 19e eeuw rond de oude toren begraven werden.
In 1961 werden hier onder leiding van rector Allard opgravingen gedaan, waarbij oude fundamenten tevoorschijn kwamen en graven die in een krans om de kapel heen lagen.