Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Pastoor Jacobsstraat 2-6: verschil tussen versies
k (Pieter K heeft pagina Pastoor Jacobsstraat 2 hernoemd naar Pastoor Jacobsstraat 2-6) |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
| Regel 1: | Regel 1: | ||
[[Bestand:25.710.jpg|thumb|400px|Melkventer Harrie van de Vranden met zijn bakfiets voor zijn boerderij met rechts het pand Stationsstraat 78<br><small>foto collectie Frans van de Vranden</small>]] | [[Bestand:25.710.jpg|thumb|400px|Melkventer Harrie van de Vranden met zijn bakfiets voor zijn boerderij met rechts het pand Stationsstraat 78<br><small>foto collectie Frans van de Vranden</small>]] | ||
Van de huidige adressen '''Pastoor Jacobsstraat 2-6''' gaat de bewoningsgeschiedenis terug tot voor 1832. | |||
Van | |||
Huidige versie van 27 aug 2023 om 08:14
Van de huidige adressen Pastoor Jacobsstraat 2-6 gaat de bewoningsgeschiedenis terug tot voor 1832.
Bij de invoering van het kadaster in 1832 stond op deze plek, kadastrale aanduiding B 172, een huis dat eigendom was van de kinderen van Balthazar Hendriks.
Op 16 september 1836 verkocht Geertruida Hendriks, het laatste nog levende kind van Balthazar, het 2/3 deel van het huis met stal , erf, schuur en drie percelen grond, samen 1.49.52 hectare, voor 640 gulden aan haar toen nog minderjarige halfzussen Henrica en Bartholomea Goossens.[1] Waarschijnlijk waren zij na het overlijden van Annamaria Hendriks, die enkele dagen voor haar overlijden in januari 1836 haar testament liet maken, al eigenaar van het overige 1/3 deel geworden.
Door het overlijden in 1846 van Hendrica Goossens, die geen kinderen naliet, werd haar moeder Hendrina Pubben mede-eigenaar. Op 4 september 1850 verkocht zij haar erfdeel in genoemde goederen voor 850 gulden aan haar schoonzoon Joseph Joosten.[2]
Op 28 februari 1870, drie weken na het overlijden van Bartholomea Goossens, de weduwe van Joseph Joosten die later hertrouwde met Jacobus van de Kerkhof, werd op verzoek van laatstgenoemde een inventaris opgemaakt van de door haar nagelaten goederen.[3] Op 31 maart en 14 april 1870 werden op verzoek van de erfgenamen door notaris Carel Lodewijk van Riet de nagelaten onroerende goederen publiek verkocht in de herberg van Pieter Truijen. Koop nummer 9 was een huis met erf, tuin en weiland tot de loop onder Deurne, in sectie B de nummers 170, 172 en 173, samen groot circa 0.57.22 hectare. Winkelier en bakker Jan Bertrams uit Vlierden werd voor 1.252 gulden de nieuwe eigenaar van deze koop, samen met de volgende koop, een perceel bouwland van 0.42.00 hectare, gelegen boven de loop.[4][5] In of kort voor 1889 werd op dezelfde plek een nieuwe boerderij gebouwd.[6]
Toen zijn zoon Lambertus Bertrams in 1894 huwde, ging het eigendom van het onroerend goed op hem over.[7] Amper vijf jaar later overleed hij en bleef zijn weduwe Petronella Aarts achter met vier kleine kinderen, waarvan er een anderhalve maand later ook nog overleed. Petronella hertrouwde in 1900 met Franciscus van de Vranden, die in of kort voor 1902 bijbouw achter het huis liet zetten.[8] Rond 1911 werd deze bijbouw vervangen door een veel groter gebouw.[9] Voor de bouw van het pand huidige adres Stationsstraat 78 in 1923 werd het perceel gesplitst en werd het kadastraal B 1570.[10]
Later werd zoon Harrie van de Vranden eigenaar van het geheel. [11]
In 1949 ruilde Harrie van de Vranden met de gemeente Deurne zijn boerderij in het centrum met daarbij zo'n elf hectare grond, tegen een boerderij in het buitengebied op adres Wittedijk 24. De gemeente had de grond nodig voor woningbouw aan de Hellemanstraat en Pastoor Jacobsstraat. De boerderij stond met de gevel in het verlengde van de rooilijn van pand Stationsstraat 78. De boerderij werd afgebroken en het nieuwe woonhuis Pastoor Jacobsstraat 6 werd eigendom van Jan Lutters terwijl Karel van Otterdijk in het nieuwe pand op Pastoor Jacobsstraat 2 ging wonen.
Bronnen, noten en/of referenties
|