Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Aldegonda Evers (circa 1710-1781): verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
k (Pieter K heeft pagina Aldegonda Evers hernoemd naar Aldegonda Evers (circa 1710-1781)) |
Huidige versie van 31 dec 2020 om 15:53
Allegonda Evers | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Allegonda Evers | |
Geboorteplaats | Neer | |
Geboortedatum | circa 1710 | |
Overl.plaats | Deurne | |
Overl.datum | 31 januari 1781 | |
Partner(s) | Franciscus Franssen (1705-1769) |
Aldegonda (Allegonda) Evers was van 1749 tot 1773 vroedvrouw van de heerlijkheid Deurne.
Aldegonda Evers, alias Joost Pluijmsdochter, was gehuwd met Franciscus Franssen alias Flerks (1705-1769) en zij kregen samen acht kinderen waarvan er tenminste vier de volwassen leeftijd haalden.
Er lopen in Deurne nog veel mensen rond die deze wijze vrouw tot hun voorouder mogen rekenen.
Aanstelling[bewerken | brontekst bewerken]
Ze werd aangesteld voor hetzelfde salaris als haar voorgangsters, namelijk 16 gulden per jaar. Weliswaar had ze enkele keren geassisteerd bij de werkzaamheden van haar voorgangster maar erg veel praktijkervaring had ze nog niet. Daarom werd bij haar aanstelling bepaald dat ze op zes achtereenvolgende zondagen in de leer moest gaan bij de Astense chirurgijn en vroedmeester Hendrik Halbersmit. De vier gulden aan lesgeld zou gekort worden van haar eerste jaarsalaris.
Opvolging[bewerken | brontekst bewerken]
Toen ze oud en ziekelijk werd in 1781 besloten haar opvolgster Magdalena Daniëls-Herings, die in de praktijk al jaren lang de dienst voor haar waarnam, officieel als Deurnese vroedvrouw te benoemen.
Chronologie[bewerken | brontekst bewerken]
Soms moest de vroedvrouw verklaren dat de achtergebleven weduwe niet zwanger was als ze snel na het overlijden van haar man hertrouwde. In 1751 eiste Hendrik Verbeek zo'n verklaring voordat hij in het huwelijksbootje stapte met Maria van Breij, de weduwe van Johannes Driessen. Zo'n verklaring gaf de vroedvrouw ook af voor Maria van de Kerkhof, de weduwe van Evert Meulendijks, die in 1752 hertrouwde met Simon van Lieshout.
In 1752 verklaarden twee Deurnese vrouwen voor de rechtbank dat ze de vroedvrouw hadden horen vertellen dat Johanna van de Mortel, de dochter van wijlen Willem van de Mortel, die bij haar moeder inwoonde in herberg De Roode Leeuw, acht maanden in Antwerpen had vertoefd en daar bevallen zou zijn van een onwettig kind.
Op 4 november 1773 verklaarde zij dat zij de dag ervoor had geholpen bij de bevalling van de ongehuwde Elisabeth Geenen (1747-1814) uit Gemert, die tijdelijk op de hoeve Bruggen verbleef. De barende vrouw verklaarde dat Petrus (Peter Jan) Keunen (1746-1800) uit Gemert de vader van het kind was.[1]
Bij de bevalling van de ongehuwde 28-jarige Anneke Pennings op 19 december 1773 verklaarde zij tegenover de vroedvrouw dat jachtopziener Frans Giller de vader was. Hij ontkende echter in alle toonaarden maar zij eiste voor het gerecht dat hij met haar zou trouwen.
Bronnen, noten en/of referenties
|