Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
De Kleine Middelklamp: verschil tussen versies
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'thumb|400px|De Kleine Middelklamp, ingetekend op de topografische kaart van 1925. '''De Kleine Middelklamp''' was de benaming van ee...') |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
[[File:Kleine Middelklamp.jpg|thumb|400px|De Kleine Middelklamp, ingetekend op de topografische kaart van 1925.]] | [[File:Kleine Middelklamp.jpg|thumb|400px|De Kleine Middelklamp, ingetekend op de topografische kaart van 1925.]] | ||
'''De Kleine Middelklamp''' was de benaming van een akkercomplex ten zuiden van de [[Zeilberg]]. | '''De Kleine Middelklamp''', soms ook wel verbasterd tot '''De Kleine Middelkamp''' was de benaming van een akkercomplex ten zuiden van de [[Zeilberg]]. | ||
Regel 11: | Regel 11: | ||
Op 18 juli 1810 pachtte [[Paulus Coole (1770-1836)|Poulus Coolen]] voor 252 gulden een klamp tiende genaamd de Middelklamp. Eigenaar van deze tiende was toen de Brusselse freule Maria Josephina Eleonora de Hannoizet, een kleindochter van Anthony de Wevelinkhoven. Zij bezat toen ook de [[Peelklamp]] en de helft van de [[Buitenklamp]].<ref>Deurne Recht. arch. inv. nr. 155</ref> | Op 18 juli 1810 pachtte [[Paulus Coole (1770-1836)|Poulus Coolen]] voor 252 gulden een klamp tiende genaamd de Middelklamp. Eigenaar van deze tiende was toen de Brusselse freule Maria Josephina Eleonora de Hannoizet, een kleindochter van Anthony de Wevelinkhoven. Zij bezat toen ook de [[Peelklamp]] en de helft van de [[Buitenklamp]].<ref>Deurne Recht. arch. inv. nr. 155</ref> | ||
Toen op 22 augustus 1859 de boedelscheiding plaatsvond van de in 1818 overleden [[Petrus | Toen op 22 augustus 1859 de boedelscheiding plaatsvond van de in 1818 overleden [[Petrus van de Moosdijck (1742-1818)|Pieter Jansen van de Moosdijk]] waren onder de te verdelen goederen ook een aantal klampen tienden, waaronder drie-vierde gedeelte van een klamp rijdende tienden genaamde Vrekwijkse Klampen en de Middelklamp. Deze tiendklampen werden gewaardeerd op 1.200 gulden.<ref>RHCE A-3182 not. arch. Deurne, inv. nr. 56 akte nr. 99</ref> | ||
Op 18 juli 1864 verdeelden de kinderen van [[Antonius Goossens (1789-1828)|Antonij Goossens]] de nagelaten goederen. Daartoe hoorde onder meer ''de halve klamp rijdende tienden, gelegen en geheven wordende te Deurne, ter plaatse genaamd de Grote Middelklamp, Vloeiakker, Vrekwijkse Middelklamp, en Vrekwijkse Heiklampen, kunnende niet bepaaldelijk worden opgegeven, welke bijzondere percelen daarmede zijn bezwaard, gewaardeerd op 930 gulden''. Waarschijnlijk is de hier genoemd Vrekwijkse Middelklamp identiek aan de Klein Middelklamp.<ref>RHCE A-3182 not. arch. Deurne, inv. nr. 62 akte nr. 96.</ref> | Op 18 juli 1864 verdeelden de kinderen van [[Antonius Goossens (1789-1828)|Antonij Goossens]] de nagelaten goederen. Daartoe hoorde onder meer ''de halve klamp rijdende tienden, gelegen en geheven wordende te Deurne, ter plaatse genaamd de Grote Middelklamp, Vloeiakker, Vrekwijkse Middelklamp, en Vrekwijkse Heiklampen, kunnende niet bepaaldelijk worden opgegeven, welke bijzondere percelen daarmede zijn bezwaard, gewaardeerd op 930 gulden''. Waarschijnlijk is de hier genoemd Vrekwijkse Middelklamp identiek aan de Klein Middelklamp.<ref>RHCE A-3182 not. arch. Deurne, inv. nr. 62 akte nr. 96.</ref> | ||
Regel 17: | Regel 17: | ||
9-5-1866 Notaris Carel Lodewijk van Riet Deurne, inv. nr. 65 akte nr. 111. | 9-5-1866 Notaris Carel Lodewijk van Riet Deurne, inv. nr. 65 akte nr. 111. | ||
Bij een boedelscheiding op 9 mei 1866 tussen de kinderen er erfgenamen van Maria Thoro en [[Joannes Meulendijks (1759-1836)|Jan Hendrik van de Meulendijk]] hoorde ook de helft onverdeeld van een klamp rijdende tienden, geheven wordende van | Bij een boedelscheiding op 9 mei 1866 tussen de kinderen er erfgenamen van Maria Thoro en [[Joannes Meulendijks (1759-1836)|Jan Hendrik van de Meulendijk]] hoorde ook de helft onverdeeld van een klamp rijdende tienden, geheven wordende van | ||
vruchten van landerijen onder Deurne, genaamd de Grote Middelklamp, [[Vloeijakker]], Kleine Middenklamp en [[Heiklamp]] die werd gewaardeerd op 1.500 gulden.<ref>Notaris Carel Lodewijk van Riet Deurne, inv. nr. 65 akte nr. 111</ref> | vruchten van landerijen onder Deurne, genaamd de Grote Middelklamp, [[Vloeijakker]], Kleine Middenklamp en [[Heiklamp]] die werd gewaardeerd op 1.500 gulden.<ref>Notaris Carel Lodewijk van Riet Deurne, inv. nr. 65 akte nr. 111</ref> | ||
Toen in 1874 de tienden werden afgekocht moesten er beëdigde schatters worden benoemd, die de waarde moesten bepalen van de tienden toebehorende aan Theodor baron de Smeth en Paul Arnold Jacques baron de Smeth, de minderjarige kinderen van vrouwe Louise Constance Jeanne baronesse van Brakel Doorwert douariere van [[Henrij de Smeth (1821-1870)|Henri baron de Smeth van Deurne en Alphen]]. Die benoeming gebeurde op 11 mei 1874 door de arrondissementsrechtbank van Eindhoven. Tot die tienden hoorden onder anderen de tiende genaamd de [[Meijtmortel]], de Groote Middelklamp, de Vloeijakker, de Vrekwijksche Middelklamp, de [[Hanenberg]] of Peelklamp en de [[Vrekwijksche Hei]] of Buitenklampen. Genoemde tienden werden geschat op een totaal gemiddeld jaarlijks rendement van 1746,82 gulden en de waarde op het twintigvoud daarvan, 34.936,40 gulden.<ref>Aanvulling adm. archief gemeente Deurne doos XII map.196</ref> | Toen in 1874 de tienden werden afgekocht moesten er beëdigde schatters worden benoemd, die de waarde moesten bepalen van de tienden toebehorende aan Theodor baron de Smeth en Paul Arnold Jacques baron de Smeth, de minderjarige kinderen van vrouwe Louise Constance Jeanne baronesse van Brakel Doorwert douariere van [[Henrij de Smeth (1821-1870)|Henri baron de Smeth van Deurne en Alphen]]. Die benoeming gebeurde op 11 mei 1874 door de arrondissementsrechtbank van Eindhoven. Tot die tienden hoorden onder anderen de tiende genaamd de [[Meijtmortel]], de Groote Middelklamp, de Vloeijakker, de Vrekwijksche Middelklamp, de [[Hanenberg]] of Peelklamp en de [[Vrekwijksche Hei]] of Buitenklampen. Genoemde tienden werden geschat op een totaal gemiddeld jaarlijks rendement van 1746,82 gulden en de waarde op het twintigvoud daarvan, 34.936,40 gulden.<ref>Aanvulling adm. archief gemeente Deurne doos XII map.196</ref> |
Versie van 7 jun 2021 19:25
De Kleine Middelklamp, soms ook wel verbasterd tot De Kleine Middelkamp was de benaming van een akkercomplex ten zuiden van de Zeilberg.
Het suffix -klamp- duidt erop dat het een tiendplichtig geheel van akkers was. Bij de invoering van het kadaster in 1832 werden alle percelen binnen het op bijgaande kaart aangegeven gebied aangeduid als De Kleine Middelklamp. Dit suggereert dat er ook een Grote Middelklamp is, maar deze benaming wordt voor het eerst vermeld bij een boedelscheiding in 1864, terwijl de benaming Middelklamp, zonder Grote of Kleine, voorkomt bij groot een aantal vermeldingen betreffende tienden.
Op 14 juli 1735 werden de grove en smalle tienden, genaamd de Peel- en de Middelklamptienden door de eigenaar, mejuffrouw Gobbens te Maastricht, publiek verpacht.[1]
Op 17 juli 1809 werd de Middelklamptiende in drie gedeeltes verpacht door de heer I.H. Robijns te Gemert, als gecommitteerde van de eigenaar, de commissie van administratie over goederen en domeinen, aan respectievelijk Francis de Veth voor 280 gulden, de secretaris van Deurne voor 282 gulden en Jacobus van Stiphout voor 285 gulden. Op die dag werd op verzoek van de eigenaar Hendrik Blisset te Brussel ook klamp tiende, genaamd de Middelklamp, verpacht aan Hendrik Aarts en wel voor 202 vaten rogge. De opbrengst moest in goed Hollands geld worden betaald volgens de pegge van Helmond op de zaterdag vóór en na Maria Lichtmis, dit is 2 februari, van het jaar 1810.[2]
Op 18 juli 1810 pachtte Poulus Coolen voor 252 gulden een klamp tiende genaamd de Middelklamp. Eigenaar van deze tiende was toen de Brusselse freule Maria Josephina Eleonora de Hannoizet, een kleindochter van Anthony de Wevelinkhoven. Zij bezat toen ook de Peelklamp en de helft van de Buitenklamp.[3]
Toen op 22 augustus 1859 de boedelscheiding plaatsvond van de in 1818 overleden Pieter Jansen van de Moosdijk waren onder de te verdelen goederen ook een aantal klampen tienden, waaronder drie-vierde gedeelte van een klamp rijdende tienden genaamde Vrekwijkse Klampen en de Middelklamp. Deze tiendklampen werden gewaardeerd op 1.200 gulden.[4]
Op 18 juli 1864 verdeelden de kinderen van Antonij Goossens de nagelaten goederen. Daartoe hoorde onder meer de halve klamp rijdende tienden, gelegen en geheven wordende te Deurne, ter plaatse genaamd de Grote Middelklamp, Vloeiakker, Vrekwijkse Middelklamp, en Vrekwijkse Heiklampen, kunnende niet bepaaldelijk worden opgegeven, welke bijzondere percelen daarmede zijn bezwaard, gewaardeerd op 930 gulden. Waarschijnlijk is de hier genoemd Vrekwijkse Middelklamp identiek aan de Klein Middelklamp.[5]
9-5-1866 Notaris Carel Lodewijk van Riet Deurne, inv. nr. 65 akte nr. 111. Bij een boedelscheiding op 9 mei 1866 tussen de kinderen er erfgenamen van Maria Thoro en Jan Hendrik van de Meulendijk hoorde ook de helft onverdeeld van een klamp rijdende tienden, geheven wordende van vruchten van landerijen onder Deurne, genaamd de Grote Middelklamp, Vloeijakker, Kleine Middenklamp en Heiklamp die werd gewaardeerd op 1.500 gulden.[6]
Toen in 1874 de tienden werden afgekocht moesten er beëdigde schatters worden benoemd, die de waarde moesten bepalen van de tienden toebehorende aan Theodor baron de Smeth en Paul Arnold Jacques baron de Smeth, de minderjarige kinderen van vrouwe Louise Constance Jeanne baronesse van Brakel Doorwert douariere van Henri baron de Smeth van Deurne en Alphen. Die benoeming gebeurde op 11 mei 1874 door de arrondissementsrechtbank van Eindhoven. Tot die tienden hoorden onder anderen de tiende genaamd de Meijtmortel, de Groote Middelklamp, de Vloeijakker, de Vrekwijksche Middelklamp, de Hanenberg of Peelklamp en de Vrekwijksche Hei of Buitenklampen. Genoemde tienden werden geschat op een totaal gemiddeld jaarlijks rendement van 1746,82 gulden en de waarde op het twintigvoud daarvan, 34.936,40 gulden.[7]
Bronnen, noten en/of referenties
|