U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Sjabloon:Geschiedenisfeitje: verschil tussen versies

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
 
(12 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
'''Een gewelddadige lift van Helmond naar Deurne'''
{{#ask:
 
[[Category:Historisch feitje]]
''door Anton Vissers''
|format=embedded
 
|order=random
Rutger Rutten en Gijsbert Verdellen uit Horst moesten in februari 1629 van Helmond naar [[Deurne]].
  |limit=1
In Helmond ontmoetten ze Aert Jan Eerkens en Wilbert Janssen, die ook die kant op moesten.
  |searchlabel=
Rutger en Gijsbert vroegen of ze op de kar mee mochten, omdat het tussen Helmond en Deurne in de buurt van De Bottel nogal slijkerig en moeilijk begaanbaar was.<br>
}}
Dat mochten ze wel, maar dan moesten ze de liftgevers wel eerst een paar potten bier geven.
Maar het verliep niet zo gunstig voor de twee lifters.
 
Toen ze ter hoogte van [[Grote Bottel (buurtschap)|De Bottel]] kwamen, kregen de twee partijen een woordenwisseling en Wilbert Janssen trok de lifters met een houweel van de kar. Inzet van de ruzie was het gratis meerijden. De voerlui wilden namelijk opnieuw op bier getrakteerd worden. Gijsbert zei daarop dat ze in Helmond hun al voor een paar stuivers een “stoep”<ref>Een ''stoop'' is een oude inhoudsmaat en staat gelijk met twee en 'n halve liter.</ref> bier hadden gekregen.
 
De voerlui echter wilde van hun nog een stoop bier. Het ging zelfs zover dat Eerkens en Janssen dreigden dat de lifters er niet levend vanaf zouden aankomen als aan hun verzoek niet werd voldaan. Gevolg was dat er, met gebruikmaking van het  houweel door de voerlui, flink gevochten werd.
 
Later toonde Gijsbert Verdellen zijn verwondingen aan de [[schepen]]en van Deurne: een wond aan zijn rechteroor, een blauw gezwollen rechterschouder en verder verwondingen over heel zijn lichaam.<ref>Het relaas is terug te vinden in het Rechterlijk Archief van Deurne RHCe toegang 13183 inv.nr. 41 d.d. 8 februari 1629</ref>
 
{{Appendix}}
 
<noinclude>[[categorie:Historisch feitje]]</noinclude>
<noinclude>[[Categorie:Sjablonen_hoofdpagina]]</noinclude>
<noinclude>[[Categorie:Sjablonen_hoofdpagina]]</noinclude>

Huidige versie van 3 jan 2024 om 17:34

Een Duits-Deurnese boef

De 42-jarige Jan Eijgelaer, ook genoemd Randeveger, was in Creijnstadt Bohemen geboren. Hij trouwde 1720 in Deurne met Anneke Nooijen. Deze Anneke werd bij dit huwelijk jongedochter genoemd, maar had al vier voorechtelijke kinderen. Drie waren verwekt door Everardus Munsters en een kind door Mathias Princen. Of onze Randeveger lief is geweest voor zijn vrouw is niet bekend, maar hij was wel erg stout naar anderen mensen. Dit kun je lezen in onderstaand verhaaltje.

Eerste boevenstreek:[bewerken | brontekst bewerken]

Soldaat Christiaan Poliger van de blauwe garde zat een keertje bij onze Duits-Deurnese boef lekker jenever te drinken. Na enige borreltjes kwam het tot een ruzie. Onze boef sloeg zijn gast bont en blauw. Jan maakte Cristiaan uit voor “kalvevilder” en gaf hem een oorvijg waardoor hij in een moespot viel.

Tweede boevenstreek[bewerken | brontekst bewerken]

Claas Goorts, een 16-jarige jongen, was onderweg van Budel naar Asten. Onder de gemeente Someren werd hij aangevallen door onze boef. De boef zat verstopt in een sloot en sprong plotseling op hem af met een mes in de hand. Hij dreigde met “sa geeft uw gelt aff”. Toen Claas zei dat hij geen geld had sneed onze boef met zijn mes over diens linker arm en maakte een puinhoop van zijn kleren. Vervolgens trok hij Claas met de haren op de grond en dreigde met een pistool. Hij haalde al dreigende met een pistool diverse munten uit zijn kleren. Claas smeekte hem te laten leven. Jan Randveger werd voor deze beroving vastgezet bij de president-schepen Dierck van Driel in Someren. Johannes Huijs, chirurgijn te Someren, kwam op een morgen bij de president-schepen aldaar. Onze boef riep toen tegen hen: “Ick sal op U en president vreken ende de geheele gemeente van Someren sal het moeten besnieten’

Derde boevenstreek[bewerken | brontekst bewerken]

Gijsbert Peters Hoefnagels uit Bakel, die bij zijn schoonvader woonde, vertelde de rechter dat onze boef daar een slijpsteen had gestolen.

Vierde boevenstreek[bewerken | brontekst bewerken]

Jan Willems, wonende op Brugge te Deurne, gaf aan dat de boef bij hem een schaap had gestolen. Cornelis Hikspoor en Matteus Teunis zagen dat dit schaap door hem en zijn vrouw Anneke Nooijen was geslacht. Ze zagen in huis de kop en de darmen van het schaap liggen en de rest van het schaap stond in een pot te koken.

Op 20 oktober 1727 werd in Den Bosch de doodstraf over hem uitgesproken. Voor zijn ophanging werd hij ook nog gemarteld.