DeurneWiki is gratis voor u als gebruiker, en dat willen we zo houden!
Steun ons daarom en stem (t/m 24 september) bij de Rabo Club Support op
heemkundekring H.N. Ouwerling Deurne

Breemortelweg 10: verschil tussen versies

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1: Regel 1:
[[File:Breemortelweg 10 la.jpg|thumb|Pand Breemortelweg 10 Zeilberg]]
[[File:Breemortelweg 10 ra.jpg|thumb|Pand Breemortelweg 10 Zeilberg]]
Het huidige adres '''Breemortelweg 10''' bestond bij de invoering van het kadaster uit een drietal percelen bouwland, genaamd [[De Blaakt]]:
Het huidige adres '''Breemortelweg 10''' bestond bij de invoering van het kadaster uit een drietal percelen bouwland, genaamd [[De Blaakt]]:
*sectie E 710, bouwland 1.800 m², eigendom van bierbrouwer [[Martinus van den Boomen (1778-1834)|Martinus van den Boomen]] op [[Vreekwijk]],
*sectie E 710, bouwland 1.800 m², eigendom van bierbrouwer [[Martinus van den Boomen (1778-1834)|Martinus van den Boomen]] op [[Vreekwijk]],

Huidige versie van 14 sep 2024 om 23:05

Pand Breemortelweg 10 Zeilberg
Pand Breemortelweg 10 Zeilberg

Het huidige adres Breemortelweg 10 bestond bij de invoering van het kadaster uit een drietal percelen bouwland, genaamd De Blaakt:

Op 2 en 16 januari 1854 verkochten Jan, Hendrina, Catharina en Wilhelmina, de kinderen van Hendrik Kanters, hun perceel E 711, de Breemortelse Dries, voor 150 gulden aan Jan Aarts. Hij was inmiddels ook eigenaar geworden van E 712. Om zijn aankopen te financieren nam Jan Aarts op 16 januari 1854 bij de weduwe Goordina Verhaag-Martens een hypotheek van 1.100 gulden tegen 4% rente. In 1886 werd Peter Hurkmans, de schoonzoon van Jan Aarts, eigenaar van beide percelen E 711 en E 712. Die verkocht de bperderij aan de meerderjarige kinderen van Willem Meulendijks. In 1912 werden deze percelen eigendom van Renier van den Eijnden.


Perceel E 710 werd door Martinus, Johanna en Wilbrord van den Boomen, de drie jongste kinderen van Martinus van den Boomen, verkocht aan Andries van den Eijnden. Zijn zoon Renier, die zoals hiervoor vermeld ook E 711 en E 712 verworven had, verenigde de drie percelen tot één perceel E 1918 ter grootte van 5.570 m² en bouwde daarop in 1913 een boerderij, waarop zijn dochter Maria Catharina met haar eerste man Grard Bennenbroek en later haar tweede man Tien van Bussel en hun kinderen woonden. Bij een brand van 29 mei 1929 ging de boerderij in vlammen op. In 1930 werd die herbouwd.

In 1949 werd de boerderij, inmiddels sectie E 2520 groot 7.485 m², eigendom van hun zoon Grard Bennenbroek junior. In 1952, 1960 en 1962 werd het huis gedeeltelijk vernieuwd.

Na de ruilverkaveling van 1976 kreeg de boerderij met 3.302 m² grond kadastraal nummer sectie S 8, later achtereenvolgens gewijzigd in S 475 en S 731.