Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Thomas van der Putten (1877-1956): verschil tussen versies
(Conform afspraak) |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
(10 tussenliggende versies door 4 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 9: | Regel 9: | ||
| overl.plaats = Deurne | | overl.plaats = Deurne | ||
| overl.datum = 30 juni 1956 | | overl.datum = 30 juni 1956 | ||
| partner(s) = Maria Weerts | | partner(s) = Maria Weerts (1884-1964) | ||
| beroep(en) = landbouwer, veekoopman, zaakvoerder veecentrale, caféhouder, chauffeur | | beroep(en) = landbouwer, veekoopman, zaakvoerder veecentrale, caféhouder, chauffeur | ||
}} | }} | ||
{{link stamboom|stamboom=''[[Van der Putten]]''}} | |||
[[Bestand:Maria van der Putten - Weerts .jpg|thumb|250px|Echtgenote Maria Weerts]] | |||
'''Thomas van der Putten (1877-1956)''' is vooral bekend geworden als naamgever van [[café Van der Putten (Walsberg)|café-zaal Thömeske van de Putten]]. | '''Thomas van der Putten (1877-1956)''' is vooral bekend geworden als naamgever van [[café Van der Putten (Walsberg)|café-zaal Thömeske van de Putten]]. | ||
Thomas van der Putten is in Nederweert geboren als zoon van de landbouwer [[Joannes Martinus van der Putten (1849-1920)]] en Johanna Catharina Lammers (1850-1884). Zijn moeder overleed in het kraambed van haar zesde kind, toen Thomas amper zeven jaar oud was. Het gezin was kort voor haar overlijden van Nederweert naar [[Vlierden]] verhuisd. Zij vader hertrouwde met Johanna Maria Barten (1850-1907), uit dat huwelijk werden ook nog vier kinderen geboren. | |||
Thomas | Thomas werkte in zijn jonge jaren onder meer als boerenknecht bij de familie [[Van Heugten]] op het [[Vloeieind]]. | ||
Hij huwde op 30 januari 1909 met Maria Weerts, (Deurne 5 april 1884 - Deurne 26 maart 1964), dochter van [[Johannis Weerts (1844-1908)]], die landbouwer en herbergier op de Merlenberg was, en Anna Maria Manders (1849-1908). Het huwelijk Van der Putten-Weerts bleef kinderloos. | |||
Samen met zijn zwager [[Pieter Weerts]] bouwde hij in 1912 een boerderij annex | Samen met zijn zwager [[Pieter Weerts (1886-1977)]] bouwde hij in 1912 een [[café De Halve Maan|boerderij annex café]] aan [[de Halve Maan]]. In 1917 werd de boerderij met bijna 10 hectaren grond voor 15.500 gulden verkocht aan [[Nicolaas van Leeuwen (1872-1950)]] uit Wassenaar. | ||
Thomas van der Putten verhuisde eerst naar het [[Goor]], waar hij een ontginningsboerderij van de gemeente huurde, en later naar de [[Milhezerweg]] waar hij in 1925 een huis met café kocht van timmerman [[Johannes van den Einden 1859-1936|Hanneske van den Einden]]. Hij betaalde voor het pand, waar 2140 m2 grond bijhoorde, 4500 gulden. Waarschijnlijk verdiende hij zelf de kost voornamelijk als zaakvoerder veecentrale en regelde zijn vrouw het café. | Thomas van der Putten verhuisde eerst naar het [[Goor]], waar hij een ontginningsboerderij van de gemeente huurde, en later naar de [[Milhezerweg]] waar hij in 1925 een huis met café kocht van timmerman [[Johannes van den Einden (1859-1936)|Hanneske van den Einden]]. Hij betaalde voor het pand, waar 2140 m2 grond bijhoorde, 4500 gulden. Waarschijnlijk verdiende hij zelf de kost voornamelijk als zaakvoerder veecentrale en regelde zijn vrouw het café. | ||
==Pleegkinderen== | ==Pleegkinderen== | ||
Het kinderloos blijven van het huwelijk drukte blijkbaar zwaar op het gezin en daarom werden in maart 1919 twee pleegkinderen in huis opgenomen. Het waren Petronella en [[Aloijs Servaas Marie Willems (1918- | Het kinderloos blijven van het huwelijk drukte blijkbaar zwaar op het gezin en daarom werden in maart 1919 twee pleegkinderen in huis opgenomen. Het waren Petronella en [[Aloijs Servaas Marie Willems (1918-1976)|Aloijs (Wies)]], de kinderen van Leonardus Willems en Johanna Janssen, die kastelein was in ''De Nachtegaal'', een café tussen Ysselsteyn en Venraij. Johanna was in verwachting van het 12e kind en om die reden werden de 2 hier ondergebracht. Het meisje keerde na zes jaar weer terug naar Venraij maar Wies zou zich blijvend in Deurne bij zijn pleegouders vestigen. Hij nam ook de zaak van zijn pleegvader over. Deze werd later voortgezet door zijn zoon Theo en is inmiddels in handen van zijn gelijknamige kleinzoon Wies Willems. | ||
== De hond van Thomas == | == De hond van Thomas == | ||
Dat de vooroorlogse hond van Thomas van de Putten geen lieverdje was en het vooral gemunt had op het zwakke geslacht blijkt uit een rapport dat veldwachter [[Franciscus de Clerck (1885-1958) | Dat de vooroorlogse hond van Thomas van de Putten geen lieverdje was en het vooral gemunt had op het zwakke geslacht blijkt uit een rapport dat veldwachter [[Franciscus de Clerck (1885-1958)]] op 18 februari 1938 opmaakte. | ||
:::''Op 15 Februari 1938 is Cato van Hoek, wonende aan den [[ | :::''Op 15 Februari 1938 is Cato van Hoek, wonende aan den [[Milheeschedijk]] D.94 alhier aangevallen door den hond van Th. v.d. Putten, wonende aan den Milheeschedijk D.52 alhier. Van Hoek reed per rijwiel over den weg waarbij bedoelde hond haar mantel stuk trok. Reeds eerder zijn klachten ingekomen, dat die hond de menschen, vooral vrouwspersonen, aanviel. Zoo heeft hij, eenigen tijd geleden, ook de vrouw van Antoon Verbeek, wonende aan den Milheeschedijk D.49c alhier aangevallen en gebeten. Van der Putten is hierover toen door mij gewaarschuwd geworden. Cato van Hoek deelde mij nog mede, dat haar zuster Francisca ook door die hond is gebeten geworden. Mijns inziens is die hond gevaarlijk om los te loopen zonder voorzien te zijn van een muilkorf. Het komt mij dan ook gewenscht voor, dat in deze artikel 36 lid 1 der APV wordt toegepast.'' | ||
Tien jaar later, in december 1948, ging de hond van Thomas van der Putten opnieuw in de fout. Nu waren de heren aan de beurt. In het politierapport werd gemeld dat de 28-jarige ongehuwde vertegenwoordiger Franciscus Kuijpers, wonend [[Langstraat]] D.70, op 17 december om 18.15, toen hij met zijn fiets van Deurne naar de Langstraat fietste, werd aangevallen door de hond van caféhouder Th. van der Putten, waarbij zijn nieuwe regenjas werd verscheurd. Van der Putten had hem daarvoor tien gulden schadevergoeding gegeven. Ook de 26-jarige melkventer Johannes Rooijakkers, Wasberg D.45, en de 36-jarige broodbezorger Johannes Josephus van der Heijden, Haageind D.10a, waren door die hond gebeten. | Tien jaar later, in december 1948, ging de hond van Thomas van der Putten opnieuw in de fout. Nu waren de heren aan de beurt. In het politierapport werd gemeld dat de 28-jarige ongehuwde vertegenwoordiger Franciscus Kuijpers, wonend [[Langstraat]] D.70, op 17 december om 18.15, toen hij met zijn fiets van Deurne naar de Langstraat fietste, werd aangevallen door de hond van caféhouder Th. van der Putten, waarbij zijn nieuwe regenjas werd verscheurd. Van der Putten had hem daarvoor tien gulden schadevergoeding gegeven. Ook de 26-jarige melkventer Johannes Rooijakkers, [[Wasberg]] D.45, en de 36-jarige broodbezorger Johannes Josephus van der Heijden, [[Haageind]] D.10a, waren door die hond gebeten. | ||
{{DEFAULTSORT:Putten,Thomas van der}} | {{DEFAULTSORT:Putten,Thomas van der}} |
Huidige versie van 20 jul 2023 om 08:03
Thomas van der Putten (1877-1956) is vooral bekend geworden als naamgever van café-zaal Thömeske van de Putten.
Thomas van der Putten is in Nederweert geboren als zoon van de landbouwer Joannes Martinus van der Putten (1849-1920) en Johanna Catharina Lammers (1850-1884). Zijn moeder overleed in het kraambed van haar zesde kind, toen Thomas amper zeven jaar oud was. Het gezin was kort voor haar overlijden van Nederweert naar Vlierden verhuisd. Zij vader hertrouwde met Johanna Maria Barten (1850-1907), uit dat huwelijk werden ook nog vier kinderen geboren.
Thomas werkte in zijn jonge jaren onder meer als boerenknecht bij de familie Van Heugten op het Vloeieind.
Hij huwde op 30 januari 1909 met Maria Weerts, (Deurne 5 april 1884 - Deurne 26 maart 1964), dochter van Johannis Weerts (1844-1908), die landbouwer en herbergier op de Merlenberg was, en Anna Maria Manders (1849-1908). Het huwelijk Van der Putten-Weerts bleef kinderloos.
Samen met zijn zwager Pieter Weerts (1886-1977) bouwde hij in 1912 een boerderij annex café aan de Halve Maan. In 1917 werd de boerderij met bijna 10 hectaren grond voor 15.500 gulden verkocht aan Nicolaas van Leeuwen (1872-1950) uit Wassenaar.
Thomas van der Putten verhuisde eerst naar het Goor, waar hij een ontginningsboerderij van de gemeente huurde, en later naar de Milhezerweg waar hij in 1925 een huis met café kocht van timmerman Hanneske van den Einden. Hij betaalde voor het pand, waar 2140 m2 grond bijhoorde, 4500 gulden. Waarschijnlijk verdiende hij zelf de kost voornamelijk als zaakvoerder veecentrale en regelde zijn vrouw het café.
Pleegkinderen[bewerken | brontekst bewerken]
Het kinderloos blijven van het huwelijk drukte blijkbaar zwaar op het gezin en daarom werden in maart 1919 twee pleegkinderen in huis opgenomen. Het waren Petronella en Aloijs (Wies), de kinderen van Leonardus Willems en Johanna Janssen, die kastelein was in De Nachtegaal, een café tussen Ysselsteyn en Venraij. Johanna was in verwachting van het 12e kind en om die reden werden de 2 hier ondergebracht. Het meisje keerde na zes jaar weer terug naar Venraij maar Wies zou zich blijvend in Deurne bij zijn pleegouders vestigen. Hij nam ook de zaak van zijn pleegvader over. Deze werd later voortgezet door zijn zoon Theo en is inmiddels in handen van zijn gelijknamige kleinzoon Wies Willems.
De hond van Thomas[bewerken | brontekst bewerken]
Dat de vooroorlogse hond van Thomas van de Putten geen lieverdje was en het vooral gemunt had op het zwakke geslacht blijkt uit een rapport dat veldwachter Franciscus de Clerck (1885-1958) op 18 februari 1938 opmaakte.
- Op 15 Februari 1938 is Cato van Hoek, wonende aan den Milheeschedijk D.94 alhier aangevallen door den hond van Th. v.d. Putten, wonende aan den Milheeschedijk D.52 alhier. Van Hoek reed per rijwiel over den weg waarbij bedoelde hond haar mantel stuk trok. Reeds eerder zijn klachten ingekomen, dat die hond de menschen, vooral vrouwspersonen, aanviel. Zoo heeft hij, eenigen tijd geleden, ook de vrouw van Antoon Verbeek, wonende aan den Milheeschedijk D.49c alhier aangevallen en gebeten. Van der Putten is hierover toen door mij gewaarschuwd geworden. Cato van Hoek deelde mij nog mede, dat haar zuster Francisca ook door die hond is gebeten geworden. Mijns inziens is die hond gevaarlijk om los te loopen zonder voorzien te zijn van een muilkorf. Het komt mij dan ook gewenscht voor, dat in deze artikel 36 lid 1 der APV wordt toegepast.
Tien jaar later, in december 1948, ging de hond van Thomas van der Putten opnieuw in de fout. Nu waren de heren aan de beurt. In het politierapport werd gemeld dat de 28-jarige ongehuwde vertegenwoordiger Franciscus Kuijpers, wonend Langstraat D.70, op 17 december om 18.15, toen hij met zijn fiets van Deurne naar de Langstraat fietste, werd aangevallen door de hond van caféhouder Th. van der Putten, waarbij zijn nieuwe regenjas werd verscheurd. Van der Putten had hem daarvoor tien gulden schadevergoeding gegeven. Ook de 26-jarige melkventer Johannes Rooijakkers, Wasberg D.45, en de 36-jarige broodbezorger Johannes Josephus van der Heijden, Haageind D.10a, waren door die hond gebeten.