Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Martinus Manders (1896-1981): verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
(3 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
{{Infobox persoon | {{Infobox persoon | ||
| naam = Martinus Manders | | naam = Martinus Manders | ||
| foto = [[Bestand: | | foto = [[Bestand:32.602.jpg|175px]] | ||
| tekst = Collectie Parochie van de Heilige Jozef | | tekst = Collectie Parochie van de Heilige Jozef | ||
| volledige naam = Martinus Manders | | volledige naam = Martinus Manders | ||
Regel 12: | Regel 12: | ||
| beroep(en) = kloosterling | | beroep(en) = kloosterling | ||
}} | }} | ||
'''Martinus (Martien) Manders''' uit | [[Bestand:30.255.jpg|thumb|350px|Op vakantie uit Belgisch Congo in de [[Sint-Jozefparochie]] bij de [[Johannes van Eijk (1886-1972)|familie Van Eijk-Manders]] aan de [[Vlierdenseweg 69]].<br><small>foto collectie Tom van der Straaten</small>]] | ||
'''Martinus (Martien) Manders (1896-1981)''' uit Deurne was kloosterling bij de missionarissen van Scheut. | |||
Martien werd geboren op 6 mei 1896 als zoon van de landbouwer [[Cornelis Manders (1855-1951)]] en Petronella Welten (1863-1897). | |||
Samen met zijn vriend [[Henricus Martinus Berkers (1897-1980)|Harrie Berkers]] trad hij op 1 augustus 1923 in te Scheut (België). De eerste gelofte legde hij af op 4 februari 1925. | |||
Op 4 augustus 1925 vertrok hij naar Congo. Hij verrichtte voornamelijk huishoudelijk werk op diverse missieposten, onder andere in Kananga maar hij was ook op andere plaatsen werkzaam. | |||
Op 4 augustus 1925 vertrok hij naar Congo. | |||
Hij verrichtte voornamelijk | |||
In 1960 | In 1960 werd hij in Leuven geopereerd en daarna moest hij verder leven met een ernstige handicap. Ondanks zijn leeftijd van 70 jaar mocht Martien terug naar Congo, maar hij keerde terug naar Nederland omdat hij zijn medebroeders in Afrika niet tot last wilde zijn. Op Sparrendaal werkte hij in het bos, in de tuin en verzorgde hij het kerkhof. | ||
Ondanks zijn 70 jaar mocht | |||
Op Sparrendaal werkte hij in het bos, de tuin en verzorgde hij het kerkhof. | |||
Hij was wel eens lastig en opstandig | Hij was wel eens lastig en opstandig en vanwege zijn karakter ook opvliegend. Daarbij speelde zijn handicap hem parten. Wel bood hij steeds zijn excuses aan. Het leven werd hem zwaar toen hij in 1977 niet langer op Sparrendaal kon wonen en verzorgd moest worden in Heeswijk-Dinther, weg bij de Scheutisten. Hij stierf op 27 februari 1981 en ligt begraven naast zijn vriend Harrie Berkers op Sparrendaal. | ||
Hij hield een dagboek bij. | |||
{{DEFAULTSORT:Manders,Martinus}} | {{DEFAULTSORT:Manders,Martinus}} | ||
[[categorie:Manders|Martinus]] | [[categorie:Manders|Martinus]] | ||
[[categorie:missionaris van Scheut]] | [[categorie:missionaris van Scheut]] |
Huidige versie van 2 mei 2022 om 21:23
Martinus (Martien) Manders (1896-1981) uit Deurne was kloosterling bij de missionarissen van Scheut.
Martien werd geboren op 6 mei 1896 als zoon van de landbouwer Cornelis Manders (1855-1951) en Petronella Welten (1863-1897).
Samen met zijn vriend Harrie Berkers trad hij op 1 augustus 1923 in te Scheut (België). De eerste gelofte legde hij af op 4 februari 1925.
Op 4 augustus 1925 vertrok hij naar Congo. Hij verrichtte voornamelijk huishoudelijk werk op diverse missieposten, onder andere in Kananga maar hij was ook op andere plaatsen werkzaam.
In 1960 werd hij in Leuven geopereerd en daarna moest hij verder leven met een ernstige handicap. Ondanks zijn leeftijd van 70 jaar mocht Martien terug naar Congo, maar hij keerde terug naar Nederland omdat hij zijn medebroeders in Afrika niet tot last wilde zijn. Op Sparrendaal werkte hij in het bos, in de tuin en verzorgde hij het kerkhof.
Hij was wel eens lastig en opstandig en vanwege zijn karakter ook opvliegend. Daarbij speelde zijn handicap hem parten. Wel bood hij steeds zijn excuses aan. Het leven werd hem zwaar toen hij in 1977 niet langer op Sparrendaal kon wonen en verzorgd moest worden in Heeswijk-Dinther, weg bij de Scheutisten. Hij stierf op 27 februari 1981 en ligt begraven naast zijn vriend Harrie Berkers op Sparrendaal.
Hij hield een dagboek bij.