Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Johannes Albertus Blaauw (1928-2020): verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
k (Everard heeft pagina Johannes Albertus Blaauw (1928) hernoemd naar Johannes Albertus Blaauw (1928-2020)) |
(geen verschil)
|
Versie van 21 dec 2020 12:35
Johannes Albertus (Bertus alias Jan) Blaauw (Borger, 2 april 1928 - Berkel en Rodenrijs, 20 december 2020), het vijfde kind van de Deurnese rijksveldwachter Johannes Albertus Blaauw (1898-1985) en Aleida Maria Einhaus (1900-1990), was ondermeer hoofdcommissaris bij de politie van Rotterdam en na zijn pensionering publicist van tenminste tien boeken.
Levensloop
De vader van Bertus was brigadier-majoor van de rijksveldwacht in Deurne en vanaf 1943 werd zijn vader in Deurne toegevoegd aan de afdelingsstaf van de door de Duitsers tot Staatspolitie omgedoopte Marechaussee.
Zodoende heeft Bertus een deel van zijn jongensjaren in Deurne doorgebracht. In zijn autobiografisch boek Dossier Blaauw (2004) beschrijft hij zijn leven en carrière.
In zijn boek schrijft hij in ongeveer 30 pagina's over zijn herinneringen aan Deurne. Het feit dat hij misdienaar werd in de Sint-Willibrorduskerk in Deurne en dat er een einde aan die status kwam toen hij, samen met zijn broer Herman, de toren van de Sint-Jozefkerk beklommen had. Dat hij de Sint-Henricus Ulo bezocht en hoe hij op zondagmiddag door de Stationsstraat flaneerde.
De inval van de Duitsers op 10 mei 1940 en de daaropvolgende oorlogstijd maakte een onuitwisbare indruk op de jeugdige Bertus. In zijn boek schrijft hij bijvoorbeeld over het feit dat hij een buitgemaakt “Schmeisser machinepistool” aan Gerardus (Gerard) Wilhelmus Johannes Petrus Ahout (1919-1945) van het verzet overhandigde, en
- “…. Met respect denk ik terug aan de volgende Deurnese politiemannen die ik persoonlijk heb gekend en die actief waren in de ondergrondse beweging: Cornelis Klaas Noordermeer (1918-1944) (in ’44 geëxecuteerd te Vught), M.j. van Denderen, Maarten Vlielander, J. Brox, Ph. Somers en Johannes (Johan) Hendrikus Vosmeer (1909-1984).”
Bertus begon zijn carrière in 1950 als Agent van politie bij het politiebureau Rotterdam-Charlois. Begin jaren 60 werkte hij bij de zedenpolitie. In 1971 was hij de eerste Nederlander die een opleiding volgde bij de FBI. Daarnaast werkte hij voor de kinderpolitie, de afdeling moordzaken, de narcoticabrigade en de recherche.
Uiteindelijk werd hij hoofdcommissaris bij de Rotterdamse politie. De roepnaam is Bertus en geen Jan want zo heette een oudere broer. Toen hij bij de Rotterdamse politie kwam is iemand hem “Jan” gaan noemen en dat heeft hij, tot verdriet van zijn vrouw die hem altijd Bertus is blijven noemen, zo gelaten.
Alles bij elkaar werkte hij veertig jaar bij de Rotterdamse politie. Na zijn pensionering putte hij uit die ervaringen de inspiratie voor zijn boeken waarin hij gedetailleerd talrijke moordzaken beschrijft.
Ook een zoon en een kleinzoon traden in dienst bij de politie.
Memoires
In het boek “Dossier Blaauw", Memoires van een oud-hoofdcommissaris van politie, (4 april 2004) ISBN 9 7890261211890 schreef Bertus, alias Jan, zijn levensverhaal. Op de pagina's 20 tot en met 50 verhaalt hij uitvoerig en met heel veel details over de periode 1938-1946, de tijd dat hij in Deurne woonde. Jan heeft een exemplaar van het boek geschonken aan heemkundekring H.N. Ouwerling. Het boek is opgenomen in de literatuurcollectie van de bibliotheek in het Heemhuis.