Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis
Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand.

Lantaarnopsteker: verschil tussen versies

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'De '''lantaarnopsteker''' werd met de komst van de straatlantaarns een officieel ambt in Deurne. In de algemene plaatselijke politieverordening voor de [[gemeent...')
 
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 6: Regel 6:
Deze taak was namelijk voorbehouden aan de lantaaropsteker.
Deze taak was namelijk voorbehouden aan de lantaaropsteker.


De eerste officieel lantaarnopsteker was [[Johannes Berkers]], die daarvoor in 1890 een jaarsalaris van 50 gulden genoot. Bij de aanstelling van [[Marinus Pluijm (1866-1922)|Marinus Pluijm]] als lantaarnopsteker in 1901 werd bepaald dat hij jaarlijks per lantaarn vijf gulden ontving.
De eerste officieel lantaarnopsteker was [[Johannes Berkers]], die daarvoor in 1890 een jaarsalaris van 50 gulden genoot. Bij de aanstelling van [[Martinus Pluijm (1866-1922)]] als lantaarnopsteker in 1901 werd bepaald dat hij jaarlijks per lantaarn vijf gulden ontving.


[[categorie:lantaarnopsteker| ]]
[[categorie:lantaarnopsteker| ]]

Huidige versie van 3 jun 2020 om 19:07

De lantaarnopsteker werd met de komst van de straatlantaarns een officieel ambt in Deurne.


In de algemene plaatselijke politieverordening voor de gemeente Deurne en Liessel van 1889 was in artikel 25 nadrukkelijk bepaald:

Het is verboden aan hen, die daarmede niet belast zijn, de straatlantaarns, vanwege de gemeente tot de openbare verlichting bestemd, uit te dooven of het licht daarin te ontsteken.

Deze taak was namelijk voorbehouden aan de lantaaropsteker.

De eerste officieel lantaarnopsteker was Johannes Berkers, die daarvoor in 1890 een jaarsalaris van 50 gulden genoot. Bij de aanstelling van Martinus Pluijm (1866-1922) als lantaarnopsteker in 1901 werd bepaald dat hij jaarlijks per lantaarn vijf gulden ontving.