Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Bierbrouwerij De Haas: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
| Regel 8: | Regel 8: | ||
Bierbrouwerij De Haas stond in Liessel op de plek van het tegenwoordige [[Oude Brouwhuis]] in de [[Hoofdstraat]]. | Bierbrouwerij De Haas stond in Liessel op de plek van het tegenwoordige [[Oude Brouwhuis]] in de [[Hoofdstraat]]. | ||
<br>In 1655 kwam [[Eimericus de Haart|Eimbert Hendrik de Haart]] voor het eerst voor als brouwer. Op het einde van de 17de eeuw werd hij opgevolgd door zijn schoonzoon [[Johannes Goossens (1666-1705)|Jan Peter Goossens]]. | <br>In 1655 kwam [[Eimericus de Haart|Eimbert Hendrik de Haart]] voor het eerst voor als brouwer. Op het einde van de 17de eeuw werd hij opgevolgd door zijn schoonzoon [[Johannes Goossens (1666-1705)|Jan Peter Goossens]]. | ||
<br>In 1698 had Goossens een brouwketel van 10½ aam, waarmee hij per keer drie aam bier kon brouwen. Hij werd achtereenvolgens opgevolgd door zijn zoon [[Eimericus Goossens (ca 1686)|Eijmbert]] en kleinzoon [[Gerardus Goossens (1728-1811)|Gerrit]]. Daarna volgde rond 1810 diens schoonzoon [[Franciscus Arnoldus van Griensven (1775-1826) | <br>In 1698 had Goossens een brouwketel van 10½ aam, waarmee hij per keer drie aam bier kon brouwen. Hij werd achtereenvolgens opgevolgd door zijn zoon [[Eimericus Goossens (ca 1686)|Eijmbert]] en kleinzoon [[Gerardus Goossens (1728-1811)|Gerrit]]. Daarna volgde rond 1810 diens schoonzoon [[Franciscus Arnoldus van Griensven (1775-1826)]]. Zijn weduwe Henrica Goossens (1774-1867) werkte rond 1830 met o.a. een brouwketel van 2200 liter inhoud en een roerkuip van 1465 liter. Daarmee werd dertig tot veertig keer per jaar gewoon bier gebrouwen. Later gebeurde dat vooral door haar zonen [[Johannes Valentinus van Griensven|Johannes Valerius]] en [[Leonardus Arnoldus van Griensven (1807-1889)|Leonard]]. Daarnaast was zij rond 1850 officieel tapster, winkelierster, koopvrouw en logementhoudster. | ||
<br>In 1869 ging de zaak door vererving over op | <br>In 1869 ging de zaak door vererving over op Ida van Griensven, de weduwe van [[Petrus Andreas van Gils]]. Haar zoon [[Francis Johannis Hubertus van Gils (1848-1912)|Frans van Gils]] wordt tussen 1870 en 1902 herhaaldelijk genoemd als brouwer. <br>In 1904 werd de brouwerij gesloopt, ofschoon hij in 1909 volgens de gemeenteverslagen nog brouwde. Op dezelfde plek begon [[Peter Joannes Winters (1884-1954)]] op 10 augustus 1910 een nieuwe brouwerij, die tot rond 1935 heeft gewerkt en thans nog als drankengroothandel voort bestaat. | ||
De opeenvolgende eigenaren van de Liesselse bierbrouwerij, schematisch weergegeven, zijn: | De opeenvolgende eigenaren van de Liesselse bierbrouwerij, schematisch weergegeven, zijn: | ||
Versie van 15 mrt 2015 22:20
Foto: collectie J.M. van Berlo
Bierbrouwerij De Haas was de bekendste en laatste brouwerij van Liessel. De in 1910 gestichte bierbrouwerij is voortzetting van een van de oudste Deurnese bedrijven binnen de eigen familie.
Bierbrouwerij De Haas stond in Liessel op de plek van het tegenwoordige Oude Brouwhuis in de Hoofdstraat.
In 1655 kwam Eimbert Hendrik de Haart voor het eerst voor als brouwer. Op het einde van de 17de eeuw werd hij opgevolgd door zijn schoonzoon Jan Peter Goossens.
In 1698 had Goossens een brouwketel van 10½ aam, waarmee hij per keer drie aam bier kon brouwen. Hij werd achtereenvolgens opgevolgd door zijn zoon Eijmbert en kleinzoon Gerrit. Daarna volgde rond 1810 diens schoonzoon Franciscus Arnoldus van Griensven (1775-1826). Zijn weduwe Henrica Goossens (1774-1867) werkte rond 1830 met o.a. een brouwketel van 2200 liter inhoud en een roerkuip van 1465 liter. Daarmee werd dertig tot veertig keer per jaar gewoon bier gebrouwen. Later gebeurde dat vooral door haar zonen Johannes Valerius en Leonard. Daarnaast was zij rond 1850 officieel tapster, winkelierster, koopvrouw en logementhoudster.
In 1869 ging de zaak door vererving over op Ida van Griensven, de weduwe van Petrus Andreas van Gils. Haar zoon Frans van Gils wordt tussen 1870 en 1902 herhaaldelijk genoemd als brouwer.
In 1904 werd de brouwerij gesloopt, ofschoon hij in 1909 volgens de gemeenteverslagen nog brouwde. Op dezelfde plek begon Peter Joannes Winters (1884-1954) op 10 augustus 1910 een nieuwe brouwerij, die tot rond 1935 heeft gewerkt en thans nog als drankengroothandel voort bestaat.
De opeenvolgende eigenaren van de Liesselse bierbrouwerij, schematisch weergegeven, zijn:
| Eimbert Hendrik de Haart circa 1655 | Helena Laurens Hikspoors | bierbrouwer | |||||||||||||||||||||||||||
| Johanna de Haart | Jan Peter Goossens | ||||||||||||||||||||||||||||
| Eimbert Goossens | |||||||||||||||||||||||||||||
| Gerrit Goossens | |||||||||||||||||||||||||||||
| Henrica Goossens | Franciscus Arn. van Griensven | ||||||||||||||||||||||||||||
| Johannes Valentinus van Griensven | Leonard van Griensven | Ida van Griensven | Petrus Andreas van Gils | ||||||||||||||||||||||||||
| Franciscus JH van Gils | Johanna Maria Cornelia van Gils | Peter Mathijs Gitzels | |||||||||||||||||||||||||||
| Peter Joannes Winters | Anna Hendrica Geertruida Gitzels | ||||||||||||||||||||||||||||
Hofleverancier
Winters Liessel B.V. is gerechtigd om de titel hofleverancier te voeren.