Zùùjl
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
'n Zùùjl is Deurnes dialect voor een waterdoorlaat.
Vroeger waren dat twee halve uitgeholde boomstammen op elkaar onder een ènggaot of schóór (inrit) om het water door te laten; later kwam ervoor in de plaats een gresbuis, dan noemde met dat 'nen dòjker.[1]
In de Deurnese en Vlierdense gemeenterekeningen komt men, in deze betekenis, vanaf na 1770 ook dikwijls het woord zuil tegen, bijv.:
- (...) Betaald aan Adriaan van de Mortel, timmerman alhier, neegen gulden, dertien stuijvers voor verdiende arbeijdtsloon in het repareeren van des gemeentens bruggen en zuilen, als meede voor het smeeren en schoonmaken van de brandspuijt en slangen (...)
Referenties
|