Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Theodorus van den Boomen (1840-1923)
| Theodorus van den Boomen | ||
| Persoonsinformatie | ||
| Volledige naam | Theodorus van den Boomen | |
| Geboorteplaats | Vlierden | |
| Geboortedatum | 25 juni 1840 | |
| Overl.plaats | Vlierden | |
| Overl.datum | 15 maart 1923 | |
| Partner(s) | Antonia van Heugten (1849-1913) | |
| Beroep(en) | landbouwer | |
Theodorus van den Boomen (1840-1923) was landbouwer in Vlierden op het Schooteind A.85.
Theodorus was het tweede kind en enige zoon van de Vlierdense landbouwer Henricus van den Boomen (1793-1857) en Johanna Maria Aldezee (1799-1870). Zijn moeder was in Deurne geboren.
Hij huwde op 24 augustus 1874 in Asten met Antonia van Heugten, (Asten 29 september 1849 - Vlierden 6 juni 1913), dochter van landbouwer Petrus van Heugten (Asten 1806-1880 Asten) en Helene van Heugten (Asten 1812-1861 Asten).
Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen geboren:
- levenloze jongen, (Vlierden 6 juni 1875).
- Hendrikus, (Vlierden 3 juni 1876 - Waalre 21 augustus 1959).
- Petrus, (Vlierden 28 augustus 1878 - Vlierden 12 maart 1923). Hij huwde met Theodora Maria Sloots (1880-1932).
- Maria, (Vlierden 29 juli 1880 - Vlierden 23 november 1958). Zij huwde met Petrus Antonius Welten (1865-1940).
- Helena, (Vlierden 26 juli 1881 - Nuland 29 maart 1957). Zij trad in het klooster als zuster Suzanna.
- Francisca, (Vlierden 18 juli 1884 - 's-Hertogenbosch 20 mei 1956). Zij trad in het klooster als zuster Apollinaris.
- Petronella, Vlierden 19 juli 1886 - Nuland 10 april 1959). Zij trad in het klooster als zuster Dorina.
Zijn drie kinderen, die in 1906 en 1910 in het klooster gingen, waren het levende bewijs van de verzuchting van de Vlierdense pastoor, na de komst van de zusters van de Choorstraat in Vlierden, dat het klooster niet te veel Vlierdense meisjes moest aantrekken omdat er andere niks meer voor de huwbare Vlierdense jongelui zou overblijven!
Op 23 februari 1871 verkocht Theodorus van den Boomen, samen met Theodorus van Heugten, een akker in Vlierden voor 120 gulden aan Marinus van Bree.[1]
Op 21 oktober 1881 was Theodorus van den Boomen een van de boeren die aan de gemeente Deurne en Liessel grond verkochten voor de aanleg en verbreding van de kunstweg van Asten naar Boekel via Vlierden, Deurne, Bakel en Gemert. Hij verkocht in de kadastrale sectie C een gedeelte van nummer 576, groot circa 670 m², voor een bedrag van ƒ 60,30.[2]
Op 29 januari 1884 kocht Theodorus Verhees tijdens een openbare verkoop in de herberg van Paulus Hoefnagels uit een failliete boedel een perceel weiland of moergrond langs de Onderdijk onder Deurne, in sectie H nummer 795, groot 3.590 m², voor 50 gulden.[3]
Op 27 februari 1896 verkocht Theodorus van den Boomen aan de Vlierdense landbouwer Hendrik Jacobs een perceel heide en weiland onder Vlierden, in sectie C nummer 568, groot 6.530 m², voor een bedrag van tachtig gulden.[4]
Tijdens een openbare veiling op verzoek van de kinderen van wijlen Theodorus van Heugten in de herberg van diens schoonzoon Wilhelmus Maas, op 19 oktober 1899 provisioneel en 2 november 1899 definitief, kocht Theodorus van den Boomen een vierde onverdeeld van hooiland genaamd de Luttelhees onder Asten, in sectie A nummer 69, geheel groot 2.980 m², voor negentien gulden.[5]
Op 11 oktober 1900 bracht het Burgerlijk Armbestuur van Vlierden in de herberg van de weduwe van Antoon Goossens in Vlierden een boerderij in de openbare verkoop. Bij de definitieve verkoop twee weken later in de herberg van Felix van Heugten werd Theodorus van den Boomen voor 220 gulden de nieuwe eigenaar van een weiland in Vlierden in sectie C nummer 452, groot 6.140 m².[6]
Toen op 3 juni 1903 in de herberg van Frans Smits de Helmondse bakker Paulus van Nieuwstadt grond liet verkopen, was Theodorus van den Boomen met 34 gulden de hoogste bieder van een stuk heidegrond van iets meer dan een halve hectare. Hij deed deze koop in opdracht van Martinus van de Ven.[7]
In de vergadering van de Vlierdense gemeenteraad van 2 december 1905 deelde de burgemeester mee dat het heidegrond, dat Theodorus van den Boomen tot een volgende lente van de gemeente pachtte, zou worden overgedragen aan Hendrikus Franssen van het molenhuis.[8]
Op 17 november 1906 vroeg en kreeg Theodorus van den Boomen vergunning om een paardenstal en varkenshok te mogen bouwen bij zijn woning op perceel sectie C 1285.[9]
Op 12 april 1923, vier weken na zijn overlijden, verkochten zijn kinderen en erfgenamen zijn inboedel. Het bracht ƒ 1.278,25 op. Op 11 juli werd nog een ter waarde van 342 gulden aan veldvruchten verkocht.[10]
Bronnen, noten en/of referenties
|