Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Sophia Maria de Corte (1885-1973)
Sophia Maria (Sophie, Fieke) de Corte (1885-1973) was onderwijzeres en later winkelierster op de Markt en aan de Molenstraat in Deurne.
Zij was een dochter van Augustinus de Corte (1844-1920) en Anna van de Casteele (1851-1917), en kwam met hen op 31 augustus 1892 via Gestel en Blaarthem in Deurne terecht.
Loopbaan als onderwijzeres[bewerken | brontekst bewerken]
Sophie ofwel Fieke vertrok op 26 september 1899 van haar ouderlijk gezin in Liessel naar 's-Hertogenbosch. Op 3 oktober werd zij ingeschreven op het adres F.117, later Choorstraat 7, naast de Sint-Janskathedraal. [1] Zij werd door de Zusters van de Choorstraat tot onderwijzeres opgeleid aan de kweekschool die later als 'Concordia' bekend werd. In maart 1903 slaagde zij in Breda voor het examen Nuttige handwerken [2], en op 14 november 1903 slaagde zij in Nijmegen voor haar examen Vrije- en Orde-oefeningen der gymnastiek.[3][4] In april of mei 1905 slaagde ze tot slot in 's-Hertogenbosch voor het examen Lager onderwijs.[5]
Daarop vertrok zij op 15 juni 1905 naar Beverwijk, als onderwijzeres aan de R.K. Meisjesschool St. Agatha. Zij werd ingeschreven op Peperstraat 44, waar zowel de school als het St. Antoniusgesticht van de Zusters van de Choorstraat was gevestigd. Zij arriveerde op dezelfde dag als Maria Geertrudis van der Weijden, die 11 jaar onderwijzeres was geweest aan de R.K. Meisjesschool van Liessel. In het bevolkingsregister van Beverwijk blijkt dat tussen 1904 en 1914 minstens 15 onderwijzeressen en zusters van Liessel of Vlierden naar Beverwijk gingen of andersom. [6]
Op 4 oktober 1909 vertrok zij van Beverwijk naar Oude-Tonge, waar zij met ingang van 10 oktober 1909 werd benoemd als onderwijzeres aan de R.K. Parochiale jongens- en meisjesschool.[7] Die school was net nieuw gebouwd aan de West-Achterweg 2, achter de R.K. Kerk O.L.V. Hemelvaart.[8] Sophie woonde bij de weduwe P. Bogers in de Voorstraat, aan de achterkant van de school.[9]
Per 1 maart 1911 werd zij, komend van Oude-Tonge, benoemd tot onderwijzeres aan de meisjesschool in Panningen.[10] Vanaf haar komst op 28 februari 1911 was zij op Panningen 406 , later Markt 4 genoemd, lang in de kost bij kleermaker Frencken. Diens dochter Anna was een collega van Sophie. Van 1917 tot 1918 op Panningen 393a, later Kerkstraat 2 (bij de Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid), vanaf 1918 op Panningen 393, later Kerkstraat 6 (in de kost bij huisschilder Ueberbach) en vanaf een later moment in 1918 op Panningen 324, later Beekstraat 6 (in de kost bij onderwijzer Claessen).
Op 29 april 1919 vertrok zij vanuit de gemeente Helden, waar Panningen onder viel, naar Ledeacker (gem. Oploo c.a.), waar zij een betrekking als onderwijzeres kreeg aan de nieuw geopende R.K. meisjesschool. Daar werd ze op 23 mei 1919 ingeschreven, in de kost bij Johanna Eleonora Betrams, die op Kerkhoek C.3, later C.11, meerdere onderwijzers als kostganger had.
Sophie als middenstander in Deurne[bewerken | brontekst bewerken]
Op 8 augustus 1921 keerde zij vanuit Ledeacker terug naar Deurne, waarna zij eerst inwoonde op Zeilberg D.203, nu Zeilbergsestraat 25, en daarna bij haar broer Constant op Derpscheheide C.119. Haar broers Constant en Peer de Corte woonden naast elkaar op het huidige Vloeieindsedreef 2 en 4. Sophie startte een winkel in kleding aan de Markt (A.238, later Markt 10), vervolgens vóór juli 1926 op het latere adres Molenstraat 21.
Op 20 oktober 1930 kocht zij op een openbare veiling het huis met tuin aan de Helmondseweg 50 van Johanna Maria Leenders. Op de akte is vermeld dat Sophie zonder beroep is, waaruit blijkt dat zij de winkel niet meer had. Omdat het huis nog was verhuurd, kon zij hier vanaf 15 april 1931 gaan wonen.[11] Op 1 februari 1938 liet zij het huis veilen.[12] Op 1 februari 1938 verkocht ze ook haar nette meubilaire goederen, namelijk een goede piano, prachtige haardkachel, tafel, stoelen, fornuisketel, ledikant, vloerbedekking, beelden, keukengerief en nog meer.[13] Het huis werd gekocht door Peter Gradus van Mullekom (1869-1960), wiens broer Johannes was getrouwd met Sophie's zus Maria Petronella de Corte.
Op 3 februari 1938 verhuisde Sophie naar Nuth, voor een kort verblijf in Klooster Huize Maria aan de Stationsstraat.[14] <[15] Ook verbleef zij even in Veldhoven, want op 20 juni 1938 kwam ze via Veldhoven naar Sint-Michielsgestel, ze was toen zonder beroep. Zij ging wonen op Kasteel Nieuw-Herlaer aan Halder 4, waar de Weense Zusters net het zusterhuis hadden herbouwd.[16]
Op 18 februari 1941 kwam zij van Sint-Michielsgestel terug naar Deurne, woonde in op Helmondscheweg B.140 (nu Helmondseweg 25) en enige tijd op Kaweide in Milheeze.[17] [18] [19] Op 20 april 1943 ging Sophie wonen op Zeilbergscheweg F.41, het huidige Molenstraat 44. Op 1 december 1945 vertrok zij naar Zeelst bij Veldhoven en enkele jaren later naar 's-Hertogenbosch, waar zij op 9 januari 1973 overleed, 87 jaar oud. [20]
Een lied over haar leven[bewerken | brontekst bewerken]
De Deurnese zanger, pianist en tekstschrijver Jules de Corte, zoon van haar jongere broer Peer, had kennelijk een speciale band met zijn tante. Hij schreef namelijk in 1975, enkele jaren na haar overlijden, een lied over haar[21] met de navolgende liedtekst:
|
|
|
|
|
Bronnen, noten en/of referenties
|