Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Smokkel en belastingontduiking
Smokkel en belastingontduiking zijn van alle tijden en waar mogelijk probeerde men zich vroeger, en nog steeds, voor eigen gewin aan rechtmatige belastinginning te onttrekken. Waar dit lukte zullen die activiteiten in de regel voor de gemeenschap verborgen zijn gebleven, maar waar deze illegale activiteiten ontdekt werden, volgde een boete en naheffing voor de overtreder en, waar het smokkel van goederen betrof, dikwijls ook inbeslagname van de betreffende goederen.
Dikwijls bleven dergelijke delicten voor de buitenwereld en het nageslacht verborgen. maar soms zijn daarvan toch sporen te ontdekken. Zo verscheen bijvoorbeeld in de Nederlandsche staatscourant van 28 september 1816 de volgende mededeling:
HOOG GEREGTSHOF VOOR DE FINANCIEN EN ZEEZAKEN. Van wege het Officie-Fiskaal bij het departement van de Konvooijen en Licenten te Rotterdam zijn bij citatie, ad valvas, ter ordinaire rolle op her Prinsenhof, aldaar wordende gehouden , tegen dingsdag den 1sten October 1816, des voormiddags ten elf uren gedagvaard, voor de eerste maal alle degene, die zouden kunnen komen ten beschutte van het provenu van de volgende goederen, door 's Lands bedienden successivelijk aangehouden,
als:
Waarna een lange lijst van in beslag genomen goederen volgt. Met betrekking tot Deurne en Vlierden betrof het de volgende zaken:
- den 3den december 1815 tusschen Meil en Vlierden; van een kar en paard, mede met 6 zakken zout,
- den 6en januarij 1816, bij Deurne; van een vaers koe.[1]
Het smokkelen van goederen was voor sommigen zelfs een belangrijk deel van hun inkomsten, zoals districtscommissaris Wesselman in zijn jaarverslag over 1825 meldde met betrekking tot Someren:
- Deze eertijds zeer welvaarende gemeente is in de laatste jaren zeer verminderd. De geringe man vond bevorens een bestaan in het spinnen van wolle voor de fabrikanten van Geldrop, doch sedert de invoering van de machinale spinnerij heeft dit opgehouden de voornaamste reden echter van de toegenomene armoede dezer gemeente is, dat voor de inlijving dezer landen in het groote keizerrijk zich een groot aantal ingezetenen geneerden met het dragen van smokkelgoederen naar Weert, Nederweert, alwaar destijds fransche douaniers geplaatst waren. Gedurende verscheidene jaren konden de dragers twee, drie en meerdere fransche kronen in de week in de week verdienen, die even zoo weder verteerd wierden. Toen de linie verplaatst wierd, hadden deze menschen eene geheel andere levenswijze aangenomen, het werken was afgeleerd, veele waren aan den drank verslaafd en de meesten zijn gedemoraliseerd en tot armoede vervallen.[2]
De Deurnenaar Antonie Engelen, geboren in Someren, nam in 1876 de oude Somerense gewoonte weer op, maar het werd gearresteerd toen hij 41 kilo zout over de Belgische grens wilde smokkelen en kreeg daarvoor 6 dagen gevangenisstraf.[3]
Deurne lag na 1815 [4], met uitzondering van de periode 1830-1839 toen Limburg zich samen met België afscheidde van Nederland, niet direct tegen een staatsgrens aan, maar dat neemt niet weg dat ook (oud-)Deurnenaren bij smokkelactiviteiten tegen de lamp liepen. Zo werd Maria Gerarda Hoek, die zich na haar huwelijk in Venlo vestigde, in 1913 gegrepen wegens het smokkelen van 12 kilo suiker en liep Antonie van Veggel in 1917 tegen de lamp toen hij 12 kilo chocola naar Duitsland wilde smokkelen. Later werd hij nog herhaaldelijk wegens smokkel veroordeeld. in 1924 zelfs tot een boete van 1453 gulden wegens dranksmokkel. De tol, de de smokkelaars aldus moesten betalen, kon behoorlijk hoog zijn. zo namen in maart 1934 de veldwachters van Ommel en Vlierden bij een nachtelijke overval op margarinesmokkelaars een aantal fietsen in beslag, waaronder een fonkelnieuwe van het merk Flora. Op elke fiets werd 36 kilo margarine vervoert. De daders wisten te ontkomen. Ook Hendrica Hendriks, een dochter van Johannes Hendriks uit Neerkant, die zich na haar huwelijk in Venlo vestigde, werd daar in 1917 betrapt op smokkel van levensmiddelen naar Duitsland.
De grote veefraude van 1741, die bij een grootschalige controle aan het licht kwam en waarbij bleek dat groot aantal Deurnese boeren liefst 48 koeien en een aantal kalveren niet hadden opgegeven voor de belasting, bracht veel Deurnese boeren in de problemen. Dat gold ook in 1771 toen ook Deurnese en Vlierdense boeren betrokken waren bij de omkoping van Martinus Heijcoop voor het verkrijgen van een gezondheidsverklaring voor het vervoer en de verkoop van hun vee, dat waarschijnlijk tevoren vanuit Pruissen naar de Generaliteitslanden was gesmokkeld.
Bronnen, noten en/of referenties
|