Piet van Houtum
Piet van Houtum is het pseudoniem van een onbekende die ageerde tegen de lokale politiek en zich als inwoner van Liessel presenteerde.
Van Houtum presenteerde zich in zijn eerste ingezonden brief in De Zuid-Willemsvaart van 11 oktober 1902 als neef van Jan van Houtum. Zijn rubriek heette Brieven uit Liessel.[1] De rubriek werd voortgezet tot 2 maart 1918, toen de laatste brief gepubliceerd werd.[2]
Een zekere M.d.R. stuurde op 29 februari 1924 een ingezonden brief naar deze krant waarin hij melding maakt van de dood van Piet van Houtum, hoewel men nooit van z'n begrafenis gehoord heeft.[3] Het vermoeden wordt uitgesproken dat hij met de Spaanse Griep mee was.
In een anoniem Vaarwel, aan de Deurnesche Tram op 30 april 1931 verscheen de naam Piet van Houtum voor het laatst: Deurnsche Melkkoe! Piet van Houtum! Jan van Peelland! Kietelkei! Dat ge dood zijt, och, wat jammer! Deurnesch glorie is voorbij.
Ook onder vermelding van de genoemde namen Kietelkei ('Bismark'; 1904-1906) komen ingezonden brieven voor. 'Jan van Peelland' was tot 1911 een terugkomend personage in de brieven van Piet van Houtum. De Deurnesche Melkkoe kwam als term in meerdere artikelen terug, onder meer van Hendrik Nicolaas Ouwerling (1861-1932), van de onbekende B.I.S. en in de genoemde brief uit 1924 van M.d.R. ('een arbeider').
Bronnen, noten en/of referenties
|