Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis
Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand.

Michael van Kraeijel (1692-na 1741)

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Michael van Kraeijel
Persoonsinformatie
Volledige naam Michael van Kraijel
Roepnaam Michiel
Geboorteplaats Helmond
Doopdatum 18 maart 1692
Overl.datum na 1741
Partner(s) (1) Joanna Kuijpers
(2) Anna Knuijts
Beroep(en) herbergier, imker

Michael (Michiel) van Kraeijel (Craijel, Creijel, Craij) was herbergier en imker en stichter van de naar hem genoemd herberg de Craijenhut.


Afkomst en gezin[bewerken | brontekst bewerken]

Michiel van Craijel, was een zoon van Adrianus Michielzoon van Kraeijel en Maria Peters.

Hij huwde (1) op 19 september 1717 voor schepenen van Deurne met Joanna Hermendochter Kuijpers.

Uit dit huwelijk werd ten minste een kind geboren:

  1. Maria van Craijel, (Deurne 21 juni 1718 - na 1747). Zij huwde op 28 juni 1744 in Deurne met Paulus Wilms (van Dijk) (1719-na 1747).

Waarschijnlijk overleed zijn vrouw in het kraambed want al op 16 juli 1719 hertrouwde Michiel voor de Deurnese schepenen met Anna (Anneke) Aert Knuijts. Uit dit tweede huwelijk zijn geen kinderen bekend.

Stichting van de Craijenhut[bewerken | brontekst bewerken]

11 juni 1726 is een belangrijke datum in de geschiedenis van de Kraaienhut. Op die dag namelijk kwamen de schepenen (dorpsbestuurders) van Deurne bijeen om te beraadslagen over een verzoekschrift dat ze van Michiel van Craijel hadden ontvangen. Hij wilde namelijk op de grond van de gemeente in de buurt van de Grotenberg een hut of woninkske bouwen en er een put graven om er aan passanten bier en brandewijn te verkopen en hun paarden te laten drinken. De vroede vaderen gaven hun toestemming en ook mocht Michiel er een moestuintje aanleggen ter grootte van drie lopensen (ongeveer een halve hectare). Tevens werd bepaald dat hij geen vagebonden en landlopers mocht herbergen en mocht hij dat toch toen dan zou zijn herberg onmiddellijk met de grond gelijk gemaakt worden. Zou zijn onderneming slagen dan moest Van Craijel voor het gebruik van de grond alsnog met de heer van Deurne een regeling treffen over een vergoeding die aan hem betaald moest worden. Snel daarna zal Michiel zijn hutje in de Peel hebben gebouwd. Aanvankelijk was het misschien letterlijk een strooien hutje maar tenminste vanaf 1749 was het gebouw van steen.

Bijenhouder[bewerken | brontekst bewerken]

Michiel van Craijel verdiende de kost niet alleen met zijn herberg. Hij was ook een fanatieke bijenhouder. Hij pachtte herhaaldelijk van de gemeente Deurne “de bijenstand aan de Grootenberg”, dat wil zeggen dat hij van de gemeente het recht kreeg om daar bijenkorven te plaatsen. Voor het verkrijgen van dat recht over de jaren 1730 en volgende moest Michiel jaarlijks 18 gulden aan de gemeente betalen. Omdat Van Craijel zijn pachtsom niet in één keer hoefde te betalen was hij wel verplicht om in zijn pachtcontract twee borgen te stellen.

Toen hij echter de overeenkomst sloot met de gemeente had men in Deurne juist bepaald dat, in tegenstelling tot daarvoor, ook niet-Deurnenaren hun bijenkorven tegen betaling in de Peel mochten zetten. Dit bleek een massale toeloop van imkers van elders tot gevolg te hebben, zozeer zelfs dat er te veel bijenvolken over de Peel zwermden. Michiel klaagde daarom in 1731 dat daardoor de opbrengst zijn zijn korven veel kleiner was dan hij bij het aangaan van zijn contract had kunnen voorzien. Met succes diende hij een verzoek in om voor de jaren 1730 en 1731 de pachtsom te mogen verlagen naar 9 gulden en 9 stuivers.

Blijkbaar liep in 1737 zijn meerjarig pachtcontract of want het jaar daarop betaalde hij aan de gemeente 6 gulden, 17 stuivers. en 8 penningen voor het recht om 275 bijenkorven op de Peel te plaatsen.
Dat ook in latere jaren de Hut een geliefkoosde plek was om de bijenkorven te plaatsen blijkt onder meer uit in notitie uit 1829 waarin sprake is van Frans Sengers uit Nunen en Renier van Vijfeijken die samen 33 bijenkorven in de Peel aan de Hut hadden staan.