Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis
Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand.

Lodevicus Richardus Schoemaker (1835-1889)

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Lodevicus Richardus Schoemaker
Persoonsinformatie
Volledige naam Lodevicus Richardus Schoemaker
Roepnaam Louis
Geboorteplaats Boxtel
Geboortedatum 10 februari 1835
Overl.plaats Maastricht
Overl.datum 1 februari 1889
Partner(s) Sijbilla Nelissen (1835-1892)
Beroep(en) zoeaaf, stationschef

Lodevicus Richardus (Louis) Schoemaker (1835-1889) was in de periode 1876-1883 stationschef te Deurne.


Louis was een zoon van Johannes (Joannes) Schoemaker (Schoenmaker) (Deventer 1791-1862 Tegelen) en Maria Catharina Bouquieau (Lodelinsart (B) 1797-1877 Tilburg).

Hij huwde op 13 augustus 1867 in Tegelen met Sijbilla Nelissen, (Tegelen 30 april 1835 - Sittard 31 oktober 1892), dochter van Jan Mathis Nelissen (Leuth (D) 1792-1862 Tegelen) en Beatrix Pellers (Hinsbeck ±1810-1860 Tegelen). Hun huwelijk is waarschijnlijk kinderloos gebleven.

Stationschef[bewerken | brontekst bewerken]

Op 1 november 1876 kwam hij met zijn vrouw van Lierse (B) naar Deurne en volgde Johannes Bernardus Uges (1844-1920) op als nieuwe stationschef. Zij betrokken de dienstwoning op de eerste verdieping van het stationsgebouw. Hij was als stationschef verantwoordelijk voor de goede gang van zaken in en om het station, dat langs de spoorweg in Deurne stond.

Na zijn vertrek op 18 mei 1883 naar Boxmeer, werd hij opgevolgd door Johannes Vincentius Valerianus van de Wiel (1843-1915). Na Boxmeer was hij ook nog stationschef in Sittard.

Zoeaaf[bewerken | brontekst bewerken]

Voor hij bij de spoorwegen aan de slag ging was Louis een zoeaaf die onder het bevel van de beroemde generaal Charette van het pauselijk leger op 18 september 1860 de slag bij Castelfidardo mee uitvocht en waarbij hij gewond werd. Voor zijn betoonde moed ontving hij, toen in Reuver (gemeente Beesel) woonachtig, in oktober 1871 van de paus de “vergunning tot het aannemen en dragen van het ridderkruis 3de kl. der orde van Pius IX en van de gouden medaille van de Italiaanse gemeente Castelfidarode".