Leonardus van de Mortel (1839-1917)

Leonardus van de Mortel
Persoonsinformatie
Volledige naam	Leonardus van de Mortel
Geboorteplaats	Liessel
Geboortedatum	20 januari 1839
Overl.plaats	Liessel
Overl.datum	20 augustus 1917
Partner(s)	Johanna van Helmond (1844-1897)
Beroep(en)	landbouwer

Leonardus met zijn kinderen, circa 1905.
Foto: collectie Heemkundekring Deurne.

Leonardus van de Mortel (1839-1917) was landbouwer op het Loon in Liessel.

Leonardus was een zoon van de Deurnese landbouwers Simeon van de Mortel (1802-1878) en Helena Maria Scheepers (1800-1878).

Hij huwde op 12 februari 1874 in Asten met Johanna van Helmond, (Asten 13 juli 1844 - Deurne 12 september 1897), dochter van landbouwer Willebrordus van Helmont (Asten 1802-1864 Asten) en Wilhelma Engelen (Someren 1807-1862 Asten).

Uit dit huwelijk werden op het Loon in Liessel de volgende kinderen geboren:

1. Francisca, (Liessel 2 augustus 1875 - Deurne 22 april 1968). Zij huwde met Hendricus van Ooij (1873-1948).
2. Henricus (Driek), (Liessel 12 september 1877 - Deurne 30 december 1964). Hij huwde met Johanna Verbruggen (1880-1926).
3. Wilhelmus (Willem), Liessel 5 oktober 1879 - Deurne 4 maart 1974. Hij huwde met Hendrika Damen (1895-1972).
4. Antonius, (Liessel 13 juli 1881 - Deurne 8 april 1928). Hij huwde Maria Catharina Munsters (1889-1954).
5. Petrus (Piet), (Liessel 26 januari 1883 - Nijmegen 28 juni 1952). Hij werd missionaris van Scheut.
6. Wilhelmina, (Liessel 15 april 1884 - Liessel 27 september 1884).
7. Theodorus Gerardus (Gerard), (Liessel 19 april 1885 - Deurne 28 mei 1975). Hij huwde (1) met Johanna Hoonings (1879-1946) en (2) met Aleida Bruggenwert (1892-1970).
8. Wilhelmina, (Liessel 24 juni 1887 - Deurne 25 januari 1960). Zij huwde met Johannes van Ooij (1878-1950).

Leonardus van de Mortel woonde in Liessel op het adres Loon C.39.

Op 26 juli 1874 gaf hij samen met zijn zwagers en schoonzussen voor de arrondissementsrechtbank in Eindhoven te kennen dat zij onder Asten een boerderij met circa 25 percelen grond, bijna acht hectaren groot, bezaten en dat zij die publiek wilden verkopen. Op 11 en 25 augustus 1874 vond de openbare verkoop plaats in het huis van Jan Bennenbroeks in Asten. Weliswaar werden een aantal percelen land verkocht maar de verkoop van het huis met ruim 3,6 hectare grond werd opgehouden.

Op 1 april 1875 kocht Leonardus van Jan Willem van Grootel een perceel bouwland te Liessel, sectie G 275, groot 2010 m², voor 70 gulden.

Toen twee dagen later, op 3 april 1875, de erfdeling plaatsvond tussen de kinderen van zijn overleden schoonouders ontving hij naast al eerder als voorschot op zijn erfdeel aan hem toebedeelde bedrag van 2000 gulden nog eens 800 gulden aan contant geld.

Op 18 april 1875 lieten hij en zijn vrouw hun testament op de langstlevende opmaken.

Op 19 juli 1876 kocht hij van de Liesselse landbouwer Leonardus Hikspoors een perceel bouwland genaamd het Grootven in sectie G de nummers 1750 en 1924, groot 2.230 m², voor een bedrag van 160 gulden.

Op 9 februari 1877 kocht Leonardus van de Mortel van Antonij, Arnoldus, Jan en Johannes Mathias Janssen, bouwlieden te Liessel, een perceel bouwland, genaamd het Eeuwsel, sectie G nummer 143, groot 4.190 m², voor een bedrag van 150 gulden.

Op 15 februari 1887 kocht hij van de Liesselse landbouwer Antonie Aarts een bouwland onder Liessel, in sectie G de nummers 209 en 1582, samen groot 3.300 m², voor een bedrag van 106 gulden.

Op 4 augustus 1889 nam hij bij de Liesselse landbouwers Lambertus en Franciscus Wellens een hypotheek van 200 gulden tegen 4 procent rente op zijn bouwland in sectie G de nummers 1108 en 1461, groot 6.390 m².

Op 20 juli en 3 augustus 1892 kocht hij tijdens een publieke verkoop in de herberg van Wouter van Lieshout te Liessel van Johannes en Johanna Verspeek een perceel bouwland genaamd de Kampakker, sectie G nummer 210, groot 1.870 m², voor een bedrag van 68 gulden.

Op 29 september 1895 verhuurde hij, samen met zijn broers en schoonzus, aan de Deurnese landbouwer Petrus van Kessel een landbouwerserfje te Liessel ter plaatse genaamde de Heide, bestaande uit een huis met tuin, bouwland, weiland en heide, sectie H nummers 3145, 3146 en 2070 en sectie G 516, samen ruim twee hectare groot, en circa 1.600 m² weiland onder Asten. De verhuur werd aangegaan voor een periode van zes jaar voor vijftig gulden per jaar.

Op 4 en 18 juni 1901 bood de familie Van de Mortel het boerderijtje op Heide in de herberg van Wouter van Lieshout publiek te koop. De huurder Peter van Kessel werd voor 1.290 gulden de nieuwe eigenaar van het huis met de daarbij gelegen grond.