Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Het voorlopige landbouwverslag dat de burgemeester van Deurne op 19 juni 1893 aan de commissaris van de koningin stuurde, stond vooral in het teken van de grote droogte in dat voorjaar.[1]
Voorlopig verslag van de landbouw in Deurne van 19 juni 1893
|
Rogge |
Deze staat op de lager gelegen percelen bevredigend, doch op hoger bouwland slecht, zodat de verwachtingen klein.
|
Haver en eve |
Beloven voor het ogenblik niet veel en wanneer er niet spoedig regen komt zal de opbrengst zeer gering zijn.
|
Boekweit |
Als voor.
|
Koolzaad |
Veelal bevroren zodat daarvan niet veel te verwachten is.
|
Aardappelen |
Groeien tot heden op niet te hoog gelegen land vrij goed, doch ook voor deze vrucht wordt zeer naar regen verlangd.
|
Weilanden |
Door de buitengewone droogte is er nagenoeg geen hooi gewonnen en weldra zal er volslagen gebrek aan veevoeder zijn.
|
Vee |
Alhoewel de toestand van het vee op het ogenblik bevredigend mag worden genoemd is het vooruitzicht door de ongunstige stand der verschillende gewassen hoogst treurig, zowel ten aanzien van het vee als van de landbouw in het algemeen en is het dan ook zeer zeker dat de landbouw op deze wijze erg achteruit gaat.
|
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑ RHCe toegang 13180 Archief gemeentebestuur Deurne inv.nr. 19/17 Uitgaande brieven van de burgemeester, brief 83
|