Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Josephus Marinus Wilhelmus Geerts (1881-1937)
Josephus Marinus Wilhelmus Geerts (1881-1937) was brigadecommandant van de rijksveldwacht Deurne in de periode 1930-1934.
Afkomst en gezin[bewerken | brontekst bewerken]
Josephus was een zoon van soldaat Willem Geerts (Breskens 1853-1937 Grave) en Johanna Hendrica Meeuwenberg (Grave 1856-1905 Nijmegen).
Hij huwde op 18 april 1910 in Maastricht met Anna Catharina Gardeniers, (Stein (Limburg) 15 juli 1885 - Sittard 29 november 1957), dochter van de winkelier Peter Joseph Hubertus Gardeniers (Stein 1847-1920 Stein) en Maria Catharina Driessen (Stein 1848-1914 Stein).
Uit dit huwelijk werden minstens de volgende kinderen geboren:
- Wilhelmus Josephus Marinus (Willy), (Munster-Geleen 8 maart 1911 - Deurne 4 januari 1975). Hij huwde met Jakobina Anna Hendrika Haldermans (1911-1980).
- Wilhelmina Joseph Marie, (Schinnen 23 juli 1912 - Schinnen 5 september 1912).
- Josephus Antonius Cornelis Hendrikus, (Schinnen 29 december 1913 - Geleen 21 juni 1960). Hij huwde met Gertruda Baggen (Geleen 1920-1995 Geleen).
- Maria Anna (Ria), (Schinnen 1 juli 1916 - Brunssum 4 juli 1999). Zij huwde met De Wit
- Anna Catharina, (Schinnen 23 december 1917 - 1978). Zij huwde met Tiny Fliegel.
- Catharina Gerarda, (Susteren 5 november 1919 - Sittard 12 april 1968). Zij huwde met Godefridus Johannes Seuren (Sint Michielsgestel 1914-1979 Born).
Carrière[bewerken | brontekst bewerken]
Een drietal jaren was hij wachtmeester bij de huzaren en een zevental jaren agent van politie te Maastricht. Op 16 April 1910 kwam hij bij de rijksveldwacht met standplaats Geleen. Reeds een jaar later werd hij gestationeerd te Broeksittard, in 1912 te Puth, en in 1918, hij was inmiddels brigadier-titulair geworden, te Susteren. In Maart 1925 werd hij bevorderd tot brigadier met standplaats Baarle-Nassau, in Augustus van datzelfde jaar werd hij overgeplaatst naar Dongen.
Bij besluit van de minister van justitie werd hij bevorderd tot majoor en per 1 november 1930 benoemd tot brigade-commandant in Deurne als opvolger van Gerardus Houtermans (1871-1948). Op 12 november 1930 betrok hij de dienstwoning aan de Liesselseweg 8 in Deurne.
In samenwerking met de chef-veldwachter Franciscus de Clerck (1885-1958) wist hij bijvoorbeeld de verdachte van de diefstal van 10 oktober 1933 in Huize St. Joseph aan de Kruisstraat reeds in de voormiddag na den inbraak in Eindhoven op te sporen.
Op 1 Juli 1934 werd hij overgeplaatst naar Geleen, de plaats waar in 1910 zijn politieloopbaan begon. In Deurne werd hij toen opgevolgd door Johannes Franciscus Maas (1882) die de dienstwoning per 5 juli 1934 betrok. In 1935 vierde hij daar onder veel belangstelling zijn zilveren jubileum bij de Rijksveldwacht herdacht.
Onderscheiding[bewerken | brontekst bewerken]
In 1917 had hij van den Minister van Justitie een tevredenheidsbetuiging ontvangen wegens volhardende ijver en trouwe plichtsbetrachting. Ook buiten politiekringen had hij veler sympathie door zijn bezadigd en tactvol optreden.
Overlijden en begrafenis[bewerken | brontekst bewerken]
In verband met een ernstige ziekte werd hij in het ziekenhuis van Sittard opgenomen waar hij twee weken later, op 5 juni 1937 op 56-jarigen leeftijd overleed. De plechtige begrafenis met korps eer vond plaats in Lutterade.