Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Johannes Martinus Fransen (1886-1956)
Johannes Martinus (Martien) Fransen (1886-1956) uit Vlierden was missionaris op de Filipijnen. Hij was een van de vele priesters uit Deurne.
Martien was een zoon van landbouwer Theodorus Fransen (1834-1924) en Johanna Maria van Heugten (1846-1903). Zijn ouders woonden op de Hees in Vlierden. Als jongen vertelde hij al dat hij graag in vreemde landen wilde werken. Zijn keus om priester te worden en naar de missie te gaan was dan ook niet vreemd.
Op 6 september 1899 vertrok hij voor zijn priesteropleiding naar het missiehuis van Tilburg. In 1905 trad hij in bij de congregatie der Missionarissen van het Heilig Hart. Zes jaar later werd hij op 13 augustus 1911 in de abdij van Leuven (B) priester gewijd. De Zuid-Willmsvaart van 16 augustus 1911 meldde:
- VLIERDEN. Gisteren vierde men alhier een niet alledaagsch feest, n.l. het priesterfeest van den WelEerw. Pater van het H. Hart, Mart. Fransen. Zondag j.l. ontving Zijn Eerw. de H. Priesterwijding te Leuven en gisteren droeg hij zijne plechtige Eerste H. Mis alhier op. Van de Hees, waar de familie van den Eerw. Pater woont, tot aan de kerk, was de weg feestelijk versierd en prijkten drie eerebogen met toepasselijke opschriften. Het priesterkoor was smaakvol versierd. Eene schare van familieleden en kennissen woonden de plechtige H. Mis bij. Indrukwekkend en treffend was de heerlijke feestrede, waaronder velen tot schreien bewogen werden, uitgesproken door den WelEerw. Heer H. Lammers, kapelaan te Woensel. Spreker schetste de hooge waardigheid van 't Priesterschap in 't algemeen en de roeping van den Missionaris in 't bijzonder. Den ganschen dag heerschte alhier eene recht feestelijke stemming. Velen uit den omtrek toonden hunne belangstelling en kwamen den jeugdigen Missionaris en zijn geachte familie geluk wenschen. Allen wenschten hem een rijken oogst van zielen daar ginder over den verren Oceaan.
Op 19 september 1912 vertrok hij per boot vanuit Genua naar de missiestatie Dinagat op de Fillipijnen, eerst bisdom Lipa, daarna Surigao.
Na negentien jaar missiewerk mocht hij in 1931 voor een vakantie op De Hees terugkeren. In 1932 liet hij zich voor een tweede vertrek inschepen, toen voor een tijdvak van achttien jaren, extra zware jaren vanwege de Japanse bezetting. Hij kwam in een concentratiekamp terecht waar hij machteloos moest toekijken hoe de bezetter met de lokale bevolking omging. Na ook dit doorleeft te hebben kon hij in 1950 zijn tweede vakantie houden, in een periode dat hij op 11 april zijn 65e verjaardag vierde.
In 1951 keerde hij met gesterkte ijver voor de derde maal naar zijn missie terug.
In oktober 1956 was hij om gezondheidsredenen gedwongen terug te keren naar Nederland en werd opgenomen in huize Overdong in Dongen. Twee maanden later op 13 december overleed hij plotseling. Hij werd begraven op het kerkhof van het missiehuis te Tilburg.
Bronnen, noten en/of referenties
|