Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Johannes Franciscus van Hombergh (1807-1876)
Johannes Franciscus van Hombergh | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Johannes Franciscus van Hombergh | |
Roepnaam | Jan Cisse | |
Geboorteplaats | Deurne | |
Geboortedatum | 29 november 1807 | |
Overl.plaats | Deurne | |
Overl.datum | 8 september 1876 | |
Partner(s) | Johanna Maria van Griensven (1810-1889) | |
Beroep(en) | olieslager, landbouwer, herbergier, raadslid |
Johannes Franciscus (Jan Cisse) van Hombergh (1807-1876), herbergier en olieslager in Liessel, was evenals zijn vader raadslid van de gemeente Deurne en Liessel.
Hij was het tweede kind en de oudste zoon uit het kinderrijke gezin van dertien kinderen van Godefridus van Hombergh (1783-1856) en Helena de Vet (1787-1838). Zijn vader was in Sint Oedenrode geboren en zijn moeder in Vlierden.
Hij huwde op 21 april 1839 in Deurne met Johanna Maria van Griensven, (Deurne 8 maart 1810 - Deurne 10 april 1889), dochter van bierbrouwer, herbergier en winkelier Franciscus Arnoldus van Griensven (1775-1826) en Henrica Goossens (1774-1867).
Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen geboren:
- Helena Huberta, (Deurne 4 april 1840 - Deurne 4 december 1900). Zij bleef ongehuwd.
- Francisca Huberta, (Deurne 22 oktober 1841 - Deurne 22 februari 1887). Zij bleef ongehuwd.
- Lodewijk (Louis), (Deurne 3 mei 1844 - Deurne 20 december 1924). Hij bleef ongehuwd.
- Hendrica Maria Huberta, (Deurne 16 december 1846 - Deurne 26 mei 1924). Zij huwde met Pieter Alphons Sauvé (1846-1912).
- Godefrida Maria Huberta, (Deurne 18 februari 1849 - Deurne 9 mei 1849).
- Johanna Maria Huberta (Jans), (Deurne 13 maart 1851 - Deurne 13 april 1927). Zij huwde met Leonard Jakob Veltmans (1852-1891).
Hij liet zich voor zijn militaire dienstplicht vervangen door Lambertus Hoonings, die vervolgens hoorde tot een van de vele Deurnese deserteurs tijdens de Belgische Opstand. Later werd deze daarvoor veroordeeld tot tien jaar "kruiwagen" (dwangarbeid).
Hij was in 1842 een van de Liesselse ondertekenaars van de protestbrief tegen schoolmeester Hendrik Smits, die in de weekends diens zoon de schoolbanken aan de kant liet schuiven en het klaslokaal liet gebruiken om te dansen en te drinken.
In 1844 liet hij in Liessel een paardenoliemolen bouwen die zakelijk zeer succesvol bleek te zijn. [1] In 1851 vroeg en kreeg hij vergunning om onder de stenen van zijn oliemolen tevens garst te mogen pellen.
Na het overlijden van hem en zijn weduwe werd de herberg, destijds verreweg de belangrijkste in Liessel, voortgezet door hun dochter Helena en zoon Lodewijk, die beiden ongehuwd bleven.
Hij was ook penningmeester van het Liesselse kerkbestuur en opperbrandmeester van de Liesselse brandweer.
In 1862 werd hij gekozen tot lid van de raad van de gemeente Deurne en Liessel. Jan Francis van Hombergh trad ook op als uitlener van geldbedragen en als ontginner van veengronden.
Op 11 mei 1896 werd in en rond de herberg, die na zijn overlijden door zijn kinderen werd voortgezet, een handboogconcours gehouden. Klaarblijkelijk verliep zo'n toernooi niet altijd vlekkeloos want de burgemeester vroeg enkele weken tevoren aan de commandant der brigade marechaussee in Asten om bij die gelegenheid een paar van zijn manschappen in Liessel te stationeren.[2]
Bronnen, noten en/of referenties
|