Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Joannes Munsters (1752-1812)
| Joannes Munsters | ||
| Persoonsinformatie | ||
| Volledige naam | Joannes Munsters | |
| Roepnaam | Jan | |
| Geboorteplaats | Deurne | |
| Doopdatum | 7 december 1752 | |
| Overl.plaats | Deurne | |
| Overl.datum | 10 mei 1812 | |
| Partner(s) | Justina Willems (1750-1829) | |
| Beroep(en) | pottenbakker | |
Jo(h)annes (Jan) Munsters (1752-1812) was pottenbakker in Deurne.
Joannes was een zoon van Cornelius van Munster (1724-1787) en Maria Hendrickx (1725-1782).
Hij huwde op 6 februari 1780 in Deurne met Justina (Josina) Willems (Martens), (Bakel 1 december 1750 - Deurne 24 januari 1829), dochter van Josephus Martens (1721-1801) en Henrica Joannis (van de Kerkhof, Joostens) (1720-1767). Op 25 januari 1780 ontving zij een ontlastbrief van Bakel ten behoeve van de Armen van Deurne.
Uit dit huwelijk werd geboren:
- Henricus, (Deurne 19 juli 1787). Hij zou als soldaat in Franse krijgsdienst in of rond 1810 zijn gesneuveld.
Op 15 juli 1801 stelden Jan Cornelis Munsters en Hendrik Munsters zich borg voor Piet Hendrik Munsters, toen die bij een publieke verkoop te velde staande granen kocht. De koper bleef echter in gebreke om de verschuldigde kooppenningen ten bedrage van 64 gulden en 13 stuivers te betalen en daarom werden de borgen op 22 januari 1802 voor het gerecht gedaagd.[1]
Bij het overlijden van de weduwe van Jan Munsters waren haar bezittingen:
- de helft van een huisje, stalling, hof en aangelag in Deurne ter plaatse genaamd het Derp, groot in het geheel 82 roeden 66 ellen, gelegen tussen het erf van Johannes Hermans en de straat, gewaardeerd op 130 gulden,
- de helft van een viertal percelen land, samen gewaardeerd op 175 gulden,
- haar kleren 20 gulden.
Ze had een schuld van 100 gulden bij Johannes de Veth en van 25 gulden bij Joseph de Veth. Aan begrafeniskosten moest 36 gulden betaald worden zodat er 164 gulden te verdelen tussen de erfgenamen over bleef. Die erfgenamen waren haar broers Adriaan en Willem Martens en de kinderen van van Willem van Velthoven, weduwnaar van haar zus Maria.
Bronnen, noten en/of referenties
|