Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Hoeve de Heitrak
De hoeve De Heitrak ten zuiden van Liessel was lange tijd een beleggingsobject in handen van instellingen of personen buiten Deurne.
De boerderij was tot 1594 eigendom van de Commanderij van Gemert. Op 14 augustus 1594 gaf koning Philips II toestemming aan de commandeur om deze hoeve, met de daarbij horende tiende, te ruilen tegen een hoeve in Erp, genaamd 't goed Te Hoff.[1]
Al vroeg was er sprake van meerdere boerderijen op de Heitrak. Bij een conflict in 1639 over het gebruik van de moerassige weide de Oude Vliedt onder Asten, was Jan van Nieuwenheijm te Venraij eigenaar van de hoeven.
Dat de Heitrak een groot boerderijencomplex was blijkt uit de huurovereenkomst die in 1681 gemaakt werd. Peter Hendriks van Bree en Lens Peters huurden toen samen de helft van de hoeve genaamd Den Ouden Heijtraeck. De jaarlijkse pachtsom van 250 gulden en het feit dat de huurovereenkomst toen voor een periode van maar liefst 24 jaar werd aangegaan duiden erop dat het om een flinke investeringen ging die door een of meer kapitaalkrachtige pachtboeren moesten worden gedaan.
Na de dood van Johan van Nieuwenheim en diens vrouw Heilwich ontstond er in 1666 tussen diens kinderen en erfgenamen ruzie over de erfenis, met onder meer de Heitrak als inzet. Dat ontaardde in een gerechtelijke procedure die maar liefst 22 jaar duurde.
Op 19 juni 1683 droeg Johan Godfried van Nieuwenheim de boerderijen over aan (zijn schoondochter?) vrijvrouwe Mechteld van Keppel, de weduwe van Frederik van Nieuwenheim. Zij verkeerde in geldnood want in 1684 moest ze 3.200 gulden lenen van de Aarle-Rixtelse koopman Thomas Poirters en ze stelde daarvoor haar twee hoeven genaempt den Heijterack als borg.
Bij een openbare verkoop van de twee hoeven in 1697 bleef door bemiddeling van de Bossche notaris Petrus van Oudenhoven de Heitrak toch in handen van de familie Van Keppel, aangetrouwd met de familie Van Nieuwenheim.
Op 15 november 1738 werd bij een openbare verkoop in Helmond de in Sint-Michielsgestel wonende Johan (van) Vorstenbosch, heer van Aalst, de nieuwe eigenaar van de hoeven voor 4.570 gulden.
In 1756 liet Benedictus Arnoldus (de) Stokmans, heer van Zegenwerf, en schoonzoon van Vorstenbosch, namens zijn schoonvader op de Heitrak een nieuwe boerderij met schaapskooi bouwen. Deze boerderij ging later hoeve De Springkamp heten. Het gedetailleerde bestek daarvan is bewaard gebleven in het administratief archief van de gemeente Deurne. Het timmerwerk voor zowel de boerderij, voor 240 gulden, als de schaapskooi, voor 68 gulden, werd aangenomen door Wouter Lingers uit Heeze. Peter van Bussel uit Asten nam het metselwerk aan voor 276 gulden. De eerste pachter van de nieuwe boerderij voor een periode van acht jaar was de uit Schijndel afkomstige Gijsbert Willems van den Bogert. Als huur moest hij jaarlijks 25 gulden vooruit betalen. Bovendien moest hij jaarlijks op 15 april 56 vaten rogge en 14 vaten boekweit in natura te Sint-Michielsgestel afleveren.
Het jaar 1773 is belangrijk in de geschiedenis van de Heitrak. Op 9 november van dat jaar kwamen de hoeven voor het eerst in handen van een van de bewoners, namelijk van Arnoldus Slaats. Via zijn zoon Dirk en kleindochter Helena Maria Slaats, gehuwd met Joannes Matheus Goossens kwam de Heitrak in handen van de Deurnese familie Goossens.
Lasten[bewerken | brontekst bewerken]
Op de de landerijen die tot de Heitrak, de Moosdijk en de Schelm hoorden werden ook tienden geheven. Deze tienden waren leenroerig aan de abdij van Echternach. Bij zijn dood in 1678 was Willem van Oetelaar, drossaard van Diest en aldaar overleden, de bezitter van deze tienden. De waarde van het gedeelte van de tiende, dat verzameld werd op de Heitrak, werd toen geschat op 900 gulden. De tienden van de Moosdijk en de Schelm werden toen geschat op ieder 800 gulden.
In 1761 gingen de tienden van de Heitrak na de dood van Marten Cornelis van Beresteijn over op de minderjarige Christiaan van Beresteijn. Deze tienden werden door de bezitter dikwijls ter plaatse verpacht aan een lokale kapitalist die dan met enige winst de getiende granen te gelde kon maken. Zo werd in 1798 de tiende van de Heitrak door Beresteijn verpacht aan de Deurnenaar Hendrik Hendriks.
Er rustten nog meer lasten op de hoeve de Heitrak. Zo moest er ieder jaar een rente van 27 gulden betaald worden aan het weeshuis te 's-Hertogenbosch. Deze rente gaat terug tot 20 oktober 1483 toen Zeger, de wettige zoon van wijlen Jan Elias, van het corpus van Den Bosch een erfelijke rente van 16 gouden florijnen kocht, waarbij onder meer de hoeve den grooten Heijtrack als onderpand gold. De rente moest jaarlijks op Sint-Remijsdag, dit is Sint-Remigius 1 oktober, betaald worden. Deze verplichting gold bij de verkoop van de hoeven in 1738 nog steeds.
Vanuit de Heitrak werden in de loop van de tijd stukken heide- en moerasgrond in cultuur gebracht en werden nieuwe boerderijen gesticht. Zo werd in 1718 gebruik gemaakt van een uit 1660 daterende regel dat voor nieuw ontgonnen land gedurende tien jaar geen grond- en dorpsbelasting betaald hoefde te worden. Zelfs hoefde men op een boerderij, die op nieuw ontgonnen grond gebouwd werd, gedurende die tijd geen hoofdgeld en hoorngeld betalen, zulks naar rato van het gedeelte nieuw land dat bewerkt werd.
Eigenaren van De Heitrak | |
---|---|
Jaar of periode |
Eigenaar(s) |
1517 | Jonker Hendrik Verdonk |
1639 | Jonker Johan van Nieuwenheim |
1681 | Johan Godfried van Nieuwenheim |
1683 | vrijvrouwe Mechteld van Keppel, weduwe van Frederik van Nieuwenheim |
1697 | Frederik van Nieuwenheim |
1700 | baron Van Keppel |
1731 | Johan Rabo baron van Keppel |
1738-1758 | Johan (van) Vorstenbosch, heer van Aalst |
1773 | Jeronimus Benedictus, Maria Hendrica, Anna en Benedictus Arnoldus de Stokmans |
1773 | Arnoldus Slaats |
1889 | Willem Arnoldus en Johanna Elisabeth Goossens |
1900 | Leonard Goossens |
Bewoners van De Heitrak | |
---|---|
Jaar of periode |
Bewoner(s) |
1517 | Jan Claers |
1613 | Peter Claassen |
1639 | de minderjarige kinderen van Simon van den Heitrak |
1643 | Hendrik Lamberts |
1681 | Peter Hendrik van Bree en Lens Peters Bree |
1698 | Jan Lambert Lenssen |
1731-1749 | Jan Hendrik Vervoordeldonk (de tweede of nieuwe hoeve) |
1738-1741 | Hendrik Lensen van Bree (de oude hoeve) |
1749-na 1773 | Jan Verheijen, later diens weduwe (de tweede of nieuwe hoeve) |
tot 1752 | Jan Hoogers (de oude hoeve) |
1752-1773 | Arnoldus Slaats (de oude hoeve) |
1757-1773 | Gijsbert Willems van den Bogert (de nieuwe boerderij) |
1900 | Driek Smits |
Bronnen, noten en/of referenties
|