U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Cunerakapel

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Het glas-in-loodraam van Hendrik en Pieter Wiegersma in de Cunerakapel.

De Cunerakapel bij de Sint-Jozefkerk in de Sint Jozefparochie werd in 1938 bij de uitbreiding van die kerk gerealiseerd.

De heilige Cunera was de patrones tegen keel- en veeziekten. Volgens de legende werd zij gewurgd (keelziekten) en begraven in een paardenstal, waarna de paarden weigerden die stal binnen te gaan (veekziekten). Vanaf de oprichting van de nieuwe parochie was er al een bijzondere plaats voor de heilige Cunera. In de kerk bevond zich een Cunerabeeld met daarbij een offerblok. In september 1924 werd 's nachts in de kerk ingebroken en de offerblok geleegd. De Cuneraverering kreeg in 1938 een extra impuls toen pastoor Van Abeelen bij de kerkuitbreiding ook een aan haar toegewijde inwendige kapel liet bouwen. De uitbreiding werd gerealiseerd door de gebroeders Lutters uit Deurne.

De pastoor plaatste rond de feestdag van Cunera, de eerste zondag vóór 24 juni, herhaaldelijk advertenties in de plaatselijke en regionale bladen.

Als de aankondiging in de Zuid-Willemsvaart van 18 juni 1927 is uitgekomen dan was het in de eerste jaren rond de feestdag van Cunera een drukke bedoening in de Sint-Jozefkerk: Morgen zal in onze parochiekerk het feest gevierd worden van de H. Cunera, patrones tegen keel- en veeziekten. Ontelbaar zullen de vereerders zijn, die gelijk andere jaren van heinde en verre de groote patrones zullen komen vereeren. Er werd dan in de sacristie gewijd brood en water uitgedeeld waarmee men zich en het vee tegen de genoemde ziektes kon beschermen.

Voor de kapel maakten vader en zoon Hendrik en Pieter Wiegersma een glas-in-loodraam met een afbeelding van de heilige Cunera. Ze vergaten daarbij niet de liggende koe onder de voeten van de heilige, als teken voor de toen nog overwegend agrarische bevolking dat zij ook beschermheilige tegen veeziekten is.

In de Sint-Jozefparochie was ook een broederschap van de heilige Cunera.