Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Cornelis Wijnants (1793-1849)
Cornelis Wijnants | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Cornelis Wijnants | |
Geboorteplaats | Deurne | |
Doopdatum | 13 februari 1793 | |
Overl.plaats | Deurne | |
Overl.datum | 21 juni 1849 | |
Partner(s) | (1) Helena Antonia Zeevaarders (1803-1840) (2) Huiberdina van Poppel (1812-1859) | |
Beroep(en) | gemeentesecretaris |
Cornelis Wijnants (1793-1849) was vanaf 1816 tot aan zijn dood gemeentesecretaris van Deurne en Liessel.
Cornelis Wijnants was het vijfde en jongste kind van de Deurnese schoolmeester Pieter Wijnants (1757-1835) en Jacoba van de Pol (1754-1829).
Hij huwde (1) op 3 februari 1825 te Deurne met Helena Antonia Zeevaarders, (Budel 1 mei 1803 - Deurne 1 januari 1840), dochter van Antonij Zeevaarders (Budel 1774-1855 Budel) en Helena Oijen (Budel 1767-1858 Budel). Dit huwelijk bleef kinderloos.
Hij hertrouwde op 12 november 1840 te Lierop met Huiberdina van Poppel, (Budel 6 maart 1812 - Deurne 3 juli 1859), dochter van Huibert van Poppel (1795-1857 Lierop) en Bergita Broekmans (-1826 Someren).
Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen geboren:
- Pieter Antonie, (Deurne 21 november 1841 - Sint-Michielsgestel 8 november 1919). Hij bleef ongehuwd.
- Hubertus Alphonsus, (Deurne 9 oktober 1842 - Sint-Michielsgestel 12 november 1888). Hij bleef ongehuwd.
- Jacoba Anna, (Deurne 24 januari 1844 - Sint-Michielsgestel 15 december 1878). Zij huwde op 23 februari 1865 in Deurne met Aart van Kampen (Loon op Zand 1836-1911 's-Hertogenbosch).
- Anna Jacoba, (Deurne 12 augustus 1845 - Sint-Michielsgestel 18 maart 1903). Zij huwde op 24 februari 1865 in Aarle-Rixtel met Mathijs van Heijst (Hooge Zwaluwe 1837-1925 Sint Michielsgestel).
Hij kocht in maart 1831 van de vorstersfamilie Van Schaijk het huis dat aan de Helmondseweg op de plek stond waar later bierbrouwerij De Pelikaan gevestigd was, aan de huidige Vorstershof. Tijdens de Belgische Opstand verhuurde hij een deel van zijn ruime woning, dat werd ingericht als wachthuisje en ziekenzaaltje. Bij de brand van 23 januari 1832 werd het huis voor een groot deel vernield.
Secretaris[bewerken | brontekst bewerken]
In 1816 volgde hij Gerrit van Riet op als secretaris van Deurne en Liessel. Het baantje leverde hem nog geen 200 gulden per jaar op. Hij leverde naast de schrijfbehoeften ook de brandstoffen voor de verwarming van het gemeentehuis. Mogelijk leverde dat wat extra inkomsten op. Mede met het oog op zijn overige nevenfuncties was zijn financiële positie al met al goed te noemen.
Nevenfuncties[bewerken | brontekst bewerken]
- Hij was tevens gemeentesecretaris in Bakel, waar hij twee dagen per week zitting had.
- Hij was gemeenteontvanger van Deurne en Liessel.
- Als gemeenteontvanger van Vlierden bracht hij in 1823 de financiële administratie van die gemeente over een groot aantal achterstallige jaren op orde.
- Hij trad herhaaldelijk op als gevolmachtigde van elders wonende personen die hier bezittingen hadden, zoals de in Luik wonende Pieter van Dousborgh en baron De Smeth van Alphen.
- Hij was diaken van de hervormde gemeente Deurne. Zijn aftreden in 1834 ging gepaard met nogal wat strubbelingen met de kerkenraad.
Toen in 1843 in Bakel een nieuwe burgemeester moest worden aangesteld had de gouverneur Cornelis Wijnants op het oog en vroeg het advies van districtscommissaris Wesselman. Deze antwoordde, nadat hij Wijnants vertrouwelijk in kennis had gesteld van diens mogelijke kandidatuur:
- Wijnants is niet bemiddeld doch bewoont te Deurne een hem in eigendom toebehoorend goed huis, met een klein boerebedrijf. Hoewel hij geen man van veel doorzigt is zoude hij, except zijnen ellendige physieken toestand niet ongeschikt voor burgemeester wezen. (...) dat hij dus gaarne ook burgemeester van Bakel zoude zijn, doch dat de verhuizing een onoverkomelijke zwarigheid voor hem opleverde. Het verlaten eener goede woning te Deurne, die hij niet zou kunnen verhuuren, wijl er reeds andere even goede wooningen bij gebrek aan huurders ledig stonden, gevoegd bij de onmogelijkheid van te Bakel eene eenigzins geschikte wooning in huur te krijgen, was voor hem te bezwarend.