Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank!
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis

Brand van 24 juli tot 9 september 1959

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Kort na het ontstaan van de brand.
foto collectie Nationaal Archief
Nog op 10 oktober 1959 brandde de Peel.
foto collectie Nationaal Archief
Er werden greppels uitgediept om de oogst te beschermen.
foto collectie Nationaal Archief
foto collectie Nationaal Archief

De peelbrand van tenminste 24 juli tot 9 september 1959 in de Deurnese Peel haalde de landelijke pers en zelfs de voorpagina van De Volkskrant. Circa 600 hectare grondgebied van de Peel werd door deze brand getroffen.

24 en 25 juli

De brand was al tenminste vanaf vrijdag 24 juli bezig en gemeld aan de brandweer. De oorzaak van deze brand was waarschijnlijk sigarettenpeukje. Op zaterdag 25 juli rukte de brandweer voor de eerste keer uit. De brandweercommandant schreef die dag het volgende rapportje.

De reeds enkele dagen brandende peel dreigde over de slaan op een partij turf en dwars over de weg, waarlangs boerderijen staan. De brand werd bij de weg tegengehouden.

Van half vijf 's middags tot half negen 's avonds was de brandweer bij de brand.

27 juli

Op zondag 27 juli werd de brandweer opnieuw bij de brand geroepen en verrichtte van half zes 's middags tot half tien 's avonds met drie spuiten bluswerkzaamheden. Het brandrapport meldde:

Na reeds diverse malen voor dezelfde brand, die zich dan hier dan daar (naar de mening van derden) "gevaarlijk" uitbreidde, werd te 18.35 u. door de Maatschappij Helenaveen gemeld bij de bevelvoerder te Helenaveen, dat er gevaar was voor jonge dennenaanplant. Wetende dat deze peelbrand toch niet is te bussen, heb ik gezegd aan de bevelvoerder niet uit te rukken voordat ik ter plaatse was (om me van de noodzaak te overtuigen). Inmiddels zou er zelfs gevaar voor overslag op een boerderij zijn, aldus de Maatschappij. Bij aankomst bleek geen gevaar voor overslag aanwezig te zijn, maar heb ik toch laten spuiten op een kleine uitloper van de brand en heb ik voorts, onder gereedhouden van drie waterstralen, de ruigte nabij de boerderij laten tegenstoken en een strook aan de buitenzijde weer geblust.

28 juli

Op maandag 28 juli werd geblust van 's middags vijf tot 's avonds negen uur. Daarover verscheen het volgende rapport.

Aan de oostzijde van het Deurnese kanaal dreigde gevaar voor overslaan op meer dan een millioen turven. Omdat, vanwege de grote afstand, de uitgestrektheid van de brand en de dichte rookontwikkeling niet van de oostzijde kon worden aangevallen, werd getracht van de westzijde af te leggen, dwars door de peelruigte. De brand bleek echter niet bereikbaar. Er werd vergeefs een andere waterbron gezocht, tot het werd geprobeerd vanaf een peelwijk. Het bleek echter dat er onvoldoende water aanwezig was om te blussen. De brandweer ruimde maar weer op en er werd een grote waterpomp van Openbare Werken opgesteld om de waterlossingen, sloten en kuilen vol te pompen vanuit het kanaal. Hierdoor kon na lang zwoegen worden voorkomen dat de brand in de richting van de turven uitbreidde. Dat het resultaat van de blussing niet altijd evenredig was aan de activiteit van de brandweer en andere bestrijders, doet niet af aan het feit, dat elke brandweerman, zijn dagelijks werk in de steek latende, zich dag en nacht met zijn gehele persoon gegeven heeft.

Op een losse notitie van 3 augustus 1959 werden de namen vermeld van opgekomen de brandweerlieden die ieder vier uur hadden meegewerkt, namelijk A. Joosten, A. Veldhuijzen, C. Vermeulen, Jan van Horen, Jaq. van Horen, G. Naus, Th. Naus, K. Janssen, H. van Mullekom en zes uur door Klerks.

Er verscheen ook nog een resumé van de brand tot 28 juli in het volgende rapport.

Omdat een dergelijke veenbrand door de vrijwillige brandweer hoegenaamd niet te blussen is, werd in beginsel door de waarnemend directeur[1] van het Veenbedrijf besloten om alleen met arbeiders met schoppen te laten werken. Later werd de brandweer ingeschakeld met nevelspuiten "om de trachten" de brand bij een zandweg te stuiten. In beginsel gelukte dit maar later breidde de brand zich uit en moest de brandweer met spoed inrukken. Zondagmorgens werd de brandweer wederom opgeroepen voor beveiliging van een in gevaar staande boerderij. Hedenmorgen 27 juli is de brandweer ingerukt van de gehele zondag overdag en 's nachts gewaakt te hebben. De brand (meestal smeulend vuur) zal niet geblust zijn voordat het flink en een dag aanhoudend regent.

Het rapport meldde over grootte van de schade (in guldens): Nog niet vast te stellen (schade is echter niet groot).

25 augustus

Op 25 augustus was de brand nog niet gedoofd. In een rapport van die dag werd gemeld:

De reeds weken voortsmeulende peelbrand bereikte wederom een verkeerswegberm (Lagebrugweg) en werd ter plaatse langs de weg een strook grond flink nat gemaakt om zodoende de weg te beveiligen.

9 september

Op 9 september 1959 meldde de brandweer:

Zoals uit vorige rapporten blijkt, is er in de laatste weken reeds een grote oppervlakte van de Deurnese peel afgebrand. In feite is deze brand hier en daar nog smeulende, waarbij de brandweer nog regelmatig te hulp wordt geroepen wanneer het vuur een weg, electrische leiding, kabel, palen of dergelijke nadert. Gisteren, 8 september, werden we weer opgeroepen en ditmaal voor een veenbrand in een tot heden nog vrij gebleven gebied nabij Griendtsveen. Hoewel hier direct geen vitale delen in gevaar zijn, werd zo goed mogelijk het vuur, door mideel van slaan met takken en grote batsen, van turfmijten e.d. afgeleid. Ook deze brand is thans nog onmogelijk in te sluiten, maar moeten doorbranden tot tegen de Kandaaldijk. Verwacht wordt dat heden namiddag het vuur de Kanaaldijk is genaderd, waarbij de brandweer wederom wordt ingezet om hierlangs een strook te blussen.

Volgens dit rapport was de brand veroorzaakt door waarschijnlijk 'n peukje sigaret en betrof het een brand die zich over circa 50 hectaren uitstrekte.

In een volgende rapport van dezelfde dag werd in verband met deze brand gesproken over circa 250 hectare terwijl het totale verbrande areaal in de peel door de brandweercommandant toen werd geschat op circa 600 hectare.

Het op 8 september in brand geraakte peelgedeelte werd ingesloten en de turfmijten en boerderijen veilig gesteld door tegenstoken aan de buitenkant direct achterna blussen van de fel brandende ruigte langs de Kanaaldijk en een (door middel van het even doorgraven van de kanaaldijk) met water gevulde diepe waterloop en voorts langs de omsloten wegen. Het middengedeelte brandt en smeult nog, maar mits geen wervelwind de vonken overbrengt is momenteel het gevaar voor uitbreiding tot het minimum beperkt. De oppervlakte van de laatste weken verbrande peel schat ik op totaal ongeveer 600 ha. Het op dit gedeelte aanwezige veen smeult op vele plaatsen nog door, maar is niet te blussen dan door langdurige regenval.

Dank van de burgemeester

Burgemeester Roefs dankte in augustus 1959 de brandweerlieden in augustus 1959 met het volgende schrijven.

Aan de Commandant en Leden der Vrijwillige Brandweer
Mijne Heeren,
De langdurige en ongekende droogte heeft het brandgevaar zodanig verhoogd, dat bij herhaling een beroep op de brandweer moest worden gedaan. Dit beroep geschiedde niet alleen bij huisbrand, doch ook bij bos- en veenbrand en niet slechts bij dag, doch ook bij nacht.
Dat het resultaat der bestrijding niet altijd evenredig was aan de ingezette activiteit, doet niet af aan het feit, dat elke brandweerman zich met zijn gehele persoon heeft gegeven, om te redden wat nog te redden was.
Het is mij dan ook een behoefte, U langs deze weg voor Uw medewerking en extra inspanning hartelijk dank te zeggen.

Landelijk nieuws[bewerken | brontekst bewerken]

De Volkskrant van dinsdag 28 juli 1959 gaf het volgende verslag van de grote peelbrand:[2]

Rook verjaagt bewoners

VEENBRAND IN PEEL VERDUISTERT ZON

Negen miljoen turven in gevaar (Van onze correspondenten)

AMSTERDAM, 28 juli — In de Deurnse Peel op de grens van Brabant en Limburg woedt de grootste veenbrand sinds 1921. Tussen Helenaveen, Deurne en Griendtsveen staat ruim zeshonderd hectare ruig heideveld in brand. Op vele plaatsen woedt het vuur tot een halve meter diep in de veenlagen, die bij aanhoudend droog weer nog vele weken kunnen branden. Tot op honderd kilometer onder de wind is de veenbrand te ruiken, die de naaste omgeving in een verstikkende witte rook hult. Tientallen brandwachten patrouilleren dag en nacht rond het brandende gebied dat door de aanwakkerende wind, die sinds maandagmiddag uit het zuid-westen waait ook negen miljoen turven van de firma Minke in Deurne bedreigt. Deze firma heeft in allerijl diepe sleuven doen graven om het exploitatiegebied tegen het ondergronds voortwoekerende vuur te beschermen. Aan blussen valt niet te denken.

Het geblakerde gebied in de Peel lijkt een maanlandschap, dat vanwege de enorme ondergrondse hitte niet toegankelijk is. Maandagmiddag tegen vier uur werd in Helenaveen opnieuw groot alarm gemaakt. Binnen een half uur was het vuur door de aanwakkerende wind naar de noordkant van het dorp gelopen, waar de boerderij van landbouwer Krekels, verschillende akkers en loofbossen bedreigd werden. Het vuur liep snel over de kurkdroge stoppelvelden. De boeren en tuinders van Helenaveen gebruikten maandagavond hun beregeningsinstallaties om het vuur te keren, dat door de spuitgasten van de Helenaveense brandweer al drie dagen tevergeefs bestreden is.

De brand in de Deurnse Peel is vrijdagmiddag waarschijnlijk begonnen bij de zogenaamde Vijfde Wijk, een doodlopend veenkanaal tussen Helenaveen en Griendtsveen. In de loop van zaterdag en zondag is het vuur over de kurkdroge heidevelden en veenbulten tien kilometer ver doorgelopen tot de weg Deurne-Helenaveen. Enkele gezinnen zijn hier in de loop van zondag zelfs voor de verstikkende rook uit hun huizen moeten vluchten.

Van zondag op maandag hebben enkele brandweerkorpsen aan de rand van het brandende gebied de wacht betrokken om de boerderijen, te velde staande gewassen en de oogst te beschermen. Een schrikbeeld voor de boeren zijn de hete lucht-wervelingen in het brandende gebied, waar bij een flinke bries brandende turfsnippers honderden meters verder door de lucht vliegen.

Ook in 1921, toen enkele duizenden hectaren Peel in brand stonden, was de uitbreiding van de brand tussen Horst en Deurne aan deze luchtwervelingen te wijten. Maandagmorgen is de wind opnieuw gaan draaien. Het noordelijke deel van Helenaveen ligt thans onder een verstikkende rook.

Explosies

Maandagmorgen was de brand zelfs in Eindhoven goed te ruiken. Duizenden buitenlandse toeristen kwamen zondag een kijkje nemen, omdat de blauwgrijze rook tientallen kilometers over de grens in Duitsland over de velden trok. In Helenaveen en omgeving is zondag de zon volkomen verduisterd geweest door de rook. De zon was als een wazig-rode bol hoog in de lucht te zien. Door het stille weer trok de rook kilometers hoog de lucht in. De directeur van de maatschappij Helenaveen laat regelmatig langs het grondgebied van de maatschappij patrouilleren. Maandagavond was hij met tientallen werklieden in touw om het gevaar te keren. Honderden granaten en landmijnen die er in de wijde Peelvlakte nog altijd liggen, zijn de afgelopen 24 uur geëxplodeerd. Nog maandagmorgen ontploften enkele granaten vlak langs de weg van Deurne naar Helenaveen. Duizenden stuks wild zijn uit de brandende gebieden in de Deurnse Peel gevlucht.

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Toon Kuijpers was destijds waarnemend directeur van het veenbedrijf.
  2. De Volkskrant van dinsdag 28 juli 1959